Mijn tuin is jouw tuin

Het Belgische initiatief Welcome To My Garden brengt trage reizigers in contact met mensen die hun tuin voor hen openstellen. Reporter Tom Peeters test het concept uit tijdens een vierdaagse trektocht in de Westhoek.

We kennen weinig campings zo idyllisch als de tuin van Ivo Vandenbroucke en Lieve Vanneste. Aan de voet van een dikke notelaar, waaronder een fotogenieke schommel bengelt, poten we onze tent neer. Oude knotwilgen met vogelnestjes zoomen de tuin af. Met het koude water van de zwemvijver hebben we net al kennisgemaakt, een welgekomen verfrissing na een dag stappen door de hopvelden van de Westhoek. Er groeien bloemen in perken, pompoenen in een veldje, dikke tomaten in een serre en druiven tegen een muur. Het cliché van West-Vlamingen als zijnde, euh, gezegend met groene vingers, wordt hier zonder verpinken bevestigd. ‘Willen jullie een ligstoel?’ vraagt Ivo. Aah, dit is beter dan glamping.

We vonden deze overnachtingsplek via Welcome To My Garden. Het concept is simpel: iedereen met een tuin kan die gratis openstellen voor kampeerders. De enige voorwaarde is dat ze te voet of met de fiets onderweg zijn. Welcome To My Garden mikt expliciet op trage reizigers, arriveren met de auto is uit den boze. Als knakkers zonder rijbewijs vinden we dat prima. Verwar de opzet wel niet met een gratis camping. Het is niet de bedoeling dat je met je frigobox en een setje petanque een week de tuin van je wilde weldoener komt bezetten. Beschouw het eerder als een plek waar je op het einde van een lange dag stappen of fietsen veilig en legaal je tent mag optrekken.

Zelf proeven we van het principe tijdens een vierdaagse op de GR5A, een langeafstandswandeling die de contouren van Oost- en West-Vlaanderen volgt. Bivakzones liggen er niet in deze uithoek van het land en we treffen geen enkele camping op onze route. Welcome To My Garden blijkt het ideale alternatief. Want ook al zijn deze contreien dunbevolkt, toch vinden we in geen tijd drie lapjes grond waar we onze piketten in de grond mogen rammen, telkens op een dag stappen van mekaar. Op de website kan je op de overzichtskaart van alle tuinen ook wandel- en fietsroutes tevoorschijn toveren. Zo zie je in een oogopslag hoe ver je van je pad moet afwijken. Handig!

Tuin 1: Lieve en Ivo, Roesbrugge

Lieve en Ivo ontvangen sinds juli 2021 trage reizigers in hun tuin (van Eden) in Roesbrugge. Ze lazen over Welcome To My Garden in het tijdschrift van Natuurpunt. ‘Het idee sprak ons meteen aan’, vertelt Ivo. ‘De sociale contacten zijn telkens verrassend.’ Zo ontvingen ze al acht fietsersgroepjes, waaronder een sportief gezin uit Gent en een Amsterdams koppel op een tandem. ‘De vrouw bleek MS te hebben en stapte met krukken’, aldus Lieve. ‘Wandelen in de bergen lukte haar niet meer. Maar zolang ze kon fietsen, hield ze vol. Bewonderenswaardig.’

Het helpt dat de gasten doorgaans dankbaar en weinig veeleisend zijn. Ze zijn allang blij dat ze na een dag in het zadel kunnen uitrusten op een zachte pelouse van enkele vierkante meters. ‘Het zijn stuk voor stuk avonturiers, snel tevreden en met een hart voor de natuur’, beaamt Ivo. Zelf hebben Lieve en Ivo nog niet gekampeerd in andermans tuin. Al wil Ivo, die als vrijwilliger voor cAnnect kanotochten op de IJzer maakt met kansarme jongeren, daar graag verandering in brengen.

Sowieso schaart het koppel zich achter de filosofie dat Welcome To My Garden voorbehouden is aan trage reizigers. Doordat de leden daarvan overtuigd zijn, wordt misbruik gemakkelijk vermeden. ‘Soms krijgen we een verzoek waarover ik twijfels heb’, zegt Ivo. ‘Dan eindig ik mijn antwoord met: jullie komen toch ongemotoriseerd? Als er dan geen reactie meer komt, dan weet ik genoeg.’ Na een kop koffie met chocolaatjes zijn wij alvast klaar om vroeg in de tent te kruipen. ‘Willen jullie een extra dekentje’, vraagt Lieve bezorgd. ‘Het koelt ‘s nachts al behoorlijk af.’

Tuin 2: Kasteel Beauvoorde, Veurne

Vanuit Roesbrugge volgen we eerst een ruw geitenpad langs de IJzer en wandelen we vervolgens kilometerslang door de velden. Op het einde van de dag doemt onze volgende verblijfplaats op aan de horizon. Beauvoorde klinkt als een dorp uit een album van Kiekeboe. Om het stripverhaalgehalte nog verder op te krikken, staat er een kasteel. En wij mogen bivakkeren in de schaduw ervan. ‘Tijdens de lockdown kwamen we op het idee om de kasteeltuin te openen voor kampeerders’, verklaart onthaalverantwoordelijke Sieglinde Steenkiste. ‘Buitenlandse reizen waren moeilijk en we hoopten zo een ander publiek te bereiken.’

Met succes: veel mensen blijken razend enthousiast om hun kamp op te trekken op zo’n unieke locatie. ‘We kregen zoveel positieve reacties dat we na die eerste zomer beslisten om ermee verder te doen’, aldus Sieglinde. Kampeerders blijven ook welkom in de tuin wanneer Kasteel Beauvoorde vanaf het voorjaar van 2022 even sluit voor renovatiewerken. Wij laten ons de gelegenheid welgevallen. Ook al slapen we onder een millimeter tentzeil, we wanen ons kasteelheer. Uit de drankenautomaat aan het bezoekerscentrum plukken we een streekbier van de Struise Brouwers en even verderop in de straat kopen we een pak Beauvoordse pannenkoeken. Elke kasteelheer smult van zulke lekkernijen, toch?

‘s Ochtends treffen we bij het tandenpoetsen in de toiletten een vrijwilliger van het kasteel. Hij monstert onze kuiten en vraagt waar de tocht naartoe leidt. De man blijkt zelf een fanatieke wandelaar die ook op 84-jarige leeftijd nog jaarlijks deelneemt aan de Vierdaagse van de IJzer, een staptocht die de Eerste Wereldoorlog herdenkt. Geen gewone wandeling, zo zegt hij. Bij elk oorlogskerkhof schalt The Last Post. ‘Als je dan pijn hebt aan je voet of een kramp in je kuit, dan is een blik op een graf genoeg om te beseffen dat je niets te klagen hebt.’

Tuin 3: Lieve en Peter, De Panne

Die portie motivatie hebben we nodig. Want wie denkt dat de Belgische kust een 65 kilometer lange muur van beton is, verstoken van natuur, sleurde duidelijk nog nooit een zware rugzak door de duinen van natuurreservaat De Westhoek in De Panne. Eindeloos sjokken we door, door stuifduinen, langs helmgras en duindoorn. Op de rand van die ‘Sahara’, dixit de locals, wonen Peter Van Robaeys en Lieve Lecluyse. ‘Willen jullie eerst iets drinken? Een pintje?’ vraagt Peter bij onze aankomst. ‘En geef maar een seintje als ik straks water moet koken.’

Het lijkt alsof hij onze uitputting heeft geroken. ‘Ik heb zelf al veel gewandeld in mijn leven, dus ik weet wat er bij zo’n trektocht komt kijken.’ Zo stapte Peter onder meer de Transardennaise en de Transgaumaise en doorkruiste hij Sardinië te voet. ‘Als ik daar ergens in een dorpje aankwam, schoot iedereen in actie om een slaapplek te regelen.’ Die behulpzaamheid wil hij nu beantwoorden.

Net zoals Ivo en Lieve in Roesbrugge leerden Peter en Lieve Welcome To My Garden kennen via Natuurpunt. ‘We hadden onze tuin nog maar net toegevoegd of het was al direct vollen bak’, aldus Peter. ‘De eerste kampeerders waren twee jongens die hun eigen Ronde van België fietsten. Al weet ik niet of ze hun doel bereikten, want een van hen was op dag één al serieus verbrand.’ Ook gezinnen hielden halt in De Panne. Hoewel er al vier fietsgroepen kampeerden, zijn we net als in Roesbrugge de eerste wandelaars. Welcome To My Garden blijkt voorlopig vooral aan te slaan bij fietsers.

Sympathie voor het concept vormt de motivatie om mee te doen. Peter heeft geen slecht woord voor de mensen die in zijn tuin kampeerden. ‘Ook het gemak van de organisatie speelt een rol. Wanneer we even willen stoppen, bijvoorbeeld omdat we niet thuis zijn, haal ik de tuin even offline. En als het niet past, zeg ik nee.’ Valsspelers met de auto, die tuk zijn op een gratis camping, wijst hij beleefd af.

Dat rijbewijs mag wat ons betreft de boom in. De beste ervaring onderweg, zo beseffen we op die grasveldjes in West-Vlaanderen, schuilt in menselijke contacten met gelijkgezinde zielen. In dat warme deken, dat niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk over ons heen gedrapeerd wordt. Geen luxueuze hotelkamer kan dan op tegen een stuk gazon van twee op twee.

Wat is Welcome To My Garden?

Een netwerk van burgers die hun tuin aanbieden als kampeerplek. Het initiatief werd geboren tijdens de eerste lockdown. De Belgische oprichters omschrijven het als de ‘buitenversie van couchsurfing’. Een overnachting is gratis en enkel voor trage reizigers: zij die te voet, met fiets of kajak, te paard of met het openbaar vervoer onderweg zijn. Auto’s zijn strikt verboden. Beschouw het dan ook niet als een gratis camping, wel als een aanvulling op het bestaande netwerk van bivakzones. Voorlopig is Welcome To My Garden vooral populair in België, al verschijnen er alsmaar meer tuinen in andere landen op de kaart.

Hoe bied ik mijn tuin aan?

Via de webpagina kan je gemakkelijk je tuin toevoegen aan het netwerk. Als gastheer of -vrouw bepaal je hoeveel tenten je toelaat in je tuin en welke voorzieningen je openstelt voor je kamperende gasten. Zo kan je hen gebruik laten maken van je badkamer, maar dat is geen verplichting. Sowieso beslis je altijd zelf wie je wel of niet in je tuin toelaat. Even geen zin in bezoekers? Dan kan je je tuin tijdelijk onzichtbaar maken.

Hoe kampeer ik in andermans tuin?

Door een profiel aan te maken op Welcome To My Garden. Dat kan ook als je zelf geen tuin aanbiedt. Neem voor een stap- of fietstocht tijdig contact op met de eigenaars van de tuin waarin je wil slapen, zodat je de nodige afspraken kan maken. Wees dankbaar en respecteer hun privacy.

Meer info: www.welcometomygarden.org

Gepubliceerd op donderdag, maart 24, 2022 door Tom Peeters

Delen