Cityhoppen van Kopenhagen, over Malmö naar Göteborg

Fans van de bekende scandi noir televisiereeks The Bridge kennen ongetwijfeld de Sontbrug die Denemarken met het Zweedse vasteland verbindt. De reeks startte in 2011 met een lijk dat precies op de grens tussen Denemarken en Zweden werd neergelegd. Vlak in het midden van dé brug. Ook voor camperaars is het een troef om zonder ferry tot in Scandinavië te kunnen rijden. Be-nieuwd welk sfeertje jou het meest kan bekoren, Dansk of Svensk?

Dag 1 tot 3: Bestemming: Kopenhagen

De route

Omdat we nooit exact weten wanneer we precies kunnen vertrekken, kiezen we ervoor te reizen zonder ferry. Bovendien staan we als fervente fans van de televisieserie The Bridge te popelen om nog eens de indrukwekkende combinatie bruggen te bewonderen. We vertrekken op een tropische zondagnamiddag en overnachten met vijfhonderd kilometer op de teller in het Duitse dorpje Sittensen naast een oude watermolen. Deze rustige en gratis camperplaats is bekend en we hebben geluk dat we zo laat op de avond nog het laatste plekje weten te bemachtigen. Het ijssalon waar we onze kids op een ijsje willen trakteren is echter al gesloten. Na een rustige nacht en ontbijt in het ernaast gelegen park trotseren we enkele files. We naderen Hamburg en als we vorige winter niet al het prachtige operagebouw bezocht hadden tijdens een citytrip, hadden we hier zeker een stop ingelast. Nu rijden we vlot de Elbetunnel door. Via de snelweg 7 naar Flensburg in Duitsland en de E45 bereiken we het Deense Kolding. De E20 loopt oostwaarts over de gratis Lillebaeltbro of Kleine Beltbrug naar Odense, en over de indrukwekkende Storebaeltbro of Grote Beltbrug naar Kopenhagen. Deze laatste is wel betalend. Hoeveel je hier neertelt, hangt af van de lengte en het gewicht van je camper, soms moet je hier het inschrijvingsbewijs tonen. Het tolbedrag voor onze camper langer dan 6 meter met een maximum van 3,5 ton bedraagt € 51. Vlak voor Kopenhagen nemen we de afslag naar Rødovre.

Mooi

Onze ontdekkingstocht van Kopenhagen starten we met een fenomenaal uitzicht boven op de Rundetaarn of ronde toren. Via een spiraalvormige helling en een heel smalle trap komen we aan op het terras van de oudste sterrenwacht van Europa. Deze is nog altijd in gebruik en via een steil laddertje gluren we even binnen in het observatorium. Op het terras bekijken we elk stukje stad vanuit de hoogte. Op het hek rondom hangen plaatjes met wat er vanop dat punt te zien is, zo weet je tenminste waar je naar kijkt. We spotten Tivoli, een van de oudste attractieparken ter wereld, kleurrijke oude vakwerkhuizen, drukbevolkte winkelboulevards en alle grote gebouwen van de stad. We vangen zelfs een glimp op van de brug die Denemarken met Zweden verbindt. ‘Ik wil naar daar! Oh ja, dat daar wil ik ook zien!’ Er wordt druk onderhandeld over welke richting we uit moeten. Binnen in de toren blijven we hangen wij een kunstexpositie van werken gemaakt door volwassenen met een leerstoornis. Stuk voor stuk pareltjes, zelfs onze kroost is gefascineerd door de bonte kleuren van de bijzondere kunstwerken.

De stad roept, maar het is de warmste en droogste zomer sinds mensenheugenis en we gaan op zoek naar verkoeling. Kongens Have, de ‘koningstuin’ rond het slot Rosenborg heeft geen groen meer te bieden: het gras is dor en droog en elk schaduwplekje is bezet. Aan de overkant van de straat ligt de grote Botanisk Have, een prachtige plantentuin die ons niet teleurstelt. De kronkelige paadjes leiden langs een grote vijver en perken met bijzondere planten en eindigen bij oogverblindende serres, waarin een vlindertuin huist. Groen en rustig, een oase in de zinderend hete stad.

Honger drijft ons het park uit, naar de Torvehallen, een bedrijvige foodmarket met twee hallen vol lekkers. Handig wanneer de smaken verschillen, want je vindt er voor ieder wat wils. Op het terras genieten we van fish & chips, traditioneel smørrebrød en pizza. Achteraf een ijsje, dat mag niet ontbreken bij deze temperaturen.

Zonder vooropgezet plan dwalen we verder door de stad die duidelijk bruist tijdens de zomermaanden. Op elk pleintje zien we dansers en artiesten, muziek schalt door de straatjes. Op de Kongens Nytorv zitten de terrasjes van de felgekleurde huisjes vol met toeristen en ook de boottochtjes die hier vertrekken zijn overladen. Rustiger is het aan het indrukwekkende koninklijk paleis Amalienborg – waar enkel de statige wachten nog rondlopen – en langs de promenade aan het water. Omdat een bezoekje aan de stad niet compleet is zonder de obligate foto bij het standbeeld van de kleine zeemeermin, het hoofdpersonage uit het gelijknamige sprookje van Hans Christian Andersen, wachten we er geduldig onze beurt af. Een warmteonweer met striemende regen drijft ons terug naar de camping, waar we genieten van een heerlijke douche en een rustige nacht.

Halte voor de nacht

In Denemarken is wildkamperen niet toegestaan en de voormalige City camping in het hartje van stad is voor onbepaalde tijd gesloten. We zijn dus verplicht uit te wijken naar Rødovre, een rustige buitenwijk van Kopenhagen. In ruil voor die afstand krijg je wel rust en ruimte. Veel ruimte. DCU Camping Copenhagen Camp is een luxueuze camping met grote familiebadkamers, keukentjes waar iedereen gezellig staat te koken, een winkeltje met vers brood in de ochtend, fietsverhuur én een grote speeltuin. Die wordt optimaal benut na die lange uren stilzitten in de camper. Terwijl wij genieten van het aperitief, wordt er naar hartenlust geklommen, gesprongen en gevoetbald. Dat de stad makkelijk bereikbaar is, ontdekken we de dag nadien. Vlak bij de camping vertrekt een buslijn, maar die doet er een uur over om het centrum te bereiken. Fietsen is geen optie want de huurfietsen zijn jammer genoeg te groot voor onze achtjarige dochter. Wij lopen dus in een kwartiertje naar het treinstation Brøndbyøster en nemen daar de trein naar Nørreport. Prijzig is het wel, zo’n 9 euro per volwassene, gelukkig reizen kinderen tot 12 jaar gratis. De verplaatsing gaat wel razendsnel op de comfortabele trein, een klein kwartiertje later staan we in hartje Kopenhagen.

Dag 4: Bestemming: Malmö

De route

Nadat we water hebben bijgevuld en geloosd, verlaten we onze luxecamping en rijden we vol verwachting richting Malmö. Het is geen lange rit die op het programma staat, maar we willen ten volle genieten van het oversteken van de Øresundsbro, of Öresundsbro in het Zweeds. De spectaculaire brug verbindt sinds juli 2000 Denemarken met Zweden. De succesvolle televisieserie met hoofdpersonage Saga Norén, gespeeld door Sofia Helin, startte in 2011 met een lijk op de brug, pal op de grens tussen Denemarken en Zweden. De Deense en Zweedse recherche moesten dus samenwerken om het moordmysterie op te lossen. Vier seizoenen en tal van uren bingewatchen later zijn we nog altijd helemaal in de ban van de spannende reeks. Het introfilmpje start steevast met een avondbeeld van de verlichte brug, vergezeld van een meeslepende begintune. Het vooruitzicht om nu de bekende brug over te rijden zorgt voor kriebels in mijn buik wanneer we de Drogdentunnel induiken. De vier kilometer lange tunnel verbindt het Deense eiland Amager met Peberholm, een kunstmatig aangelegd eiland. Vandaaruit gaat het verder over de langste gecombineerde brug voor auto- en treinverkeer in Europa. De trein raast een verdieping lager onder de auto’s door, maar daar merk je bovenop helemaal niets van. Onder de indrukwekkende architectuur genieten we van het uitzicht terwijl de tune van de thriller door mijn hoofd spookt. Sweden, here we come!

Mooi

Nadat we de brug zijn overgestoken, willen we de brug ook weleens zien vanop het Zweedse vasteland, na even zoeken komen we terecht bij de utsiktsväg oftewel uitzichtsweg, die precies biedt wat hij belooft: een adembenemend uitzicht op de sensationele brug. Maar daar laten we het niet bij, we wandelen ook tot onder de brug om daar net als hoofdfiguur Saga Norén even te poseren voor de statige pijlers. Daar zien we dat er zelfs een glanzende nagel in een rots is geslagen, dat is vast en zeker dé plek waar Sofia Helin poseerde.

Naast de spectaculaire brug heeft Malmö natuurlijk ook nog wat anders te bieden, we parkeren onze camper in de schaduw bij de Malmö Museer, op een eilandje met de belangrijkste musea uit de stad en wandelen langs fleurige oude huisjes richting Lilla Torg, een middeleeuws marktplein met gebouwen die tot de oudste van Malmö worden gerekend. Het levendige pleintje is bezaaid met terrasjes en nog belangrijker in deze temperaturen: een verkoelende fontein. 

Wanneer je in Zweden bent, is het belangrijk om je te gedragen zoals de Zweden en een van de belangrijkste woorden die je leert na hej (hallo) en tack (dankjewel) is fika. Een woord dat ze niet graag vertalen, want het is veel meer dan een gewone koffiepauze. Het is een sociaal fenomeen, een legitieme reden om even tot rust te komen en te genieten van qualitytime met je collega’s, vrienden of familie. Thuis, op het werk of in een café, fika hou je overal en liefst meermaals per dag. Zoetigheden zijn essentieel en vooral kaneelbolletjes zijn gegeerd. Dat laten we ons geen twee keer zeggen, op het tuinterras van Lilla Kafferosteriet smullen we tussen de Zweedse locals van een geweldige kop koffie en wat lekkers. Alsof dat nog niet genoeg was, stranden we later aan het water met zicht op de trappende vakantiegangers in pedalo’s met een vers gedraaid ijsje.

Gelukkig lopen we de kilo’s er meteen weer af, want we doorkruisen de hele stad in onze tocht naar het Folkets Park. Vlak voor de ingang van het oudste openbare park in Zweden houden we nog even halt in Barkgatan, een onbeduidend straatje waar we prompt het politiekantoor uit de serie The Bridge lijken te herkennen. Even zoeken op het internet en ja hoor, dit is het: het politiekantoor vanwaar alle misdaden uit de reeks worden opgelost. Het lijkt wel of de Porsche van Saga hier zo zou kunnen komen aanrijden, al krijgen we wat vreemde blikken wanneer we een foto maken van dit best wel gewone kantoorgebouw.

Het park is een schot in de roos voor onze vermoeide voeten en zeurende kinderen. Een minigolf, speeltuigen, springkussens, een skatepark en zelfs een heuse vijver waar lustig in wordt geplonsd, Folkets Park heeft alles wat je nodig hebt om plezier te maken. En niet alleen voor de kleintjes, het terras van Far i Hatten is perfect voor een biertje, een zomerse cocktail en knapperige pizza’s. Onze pizza’s zijn niet zo duur, onze drankjes daarentegen…

Met onze buikjes rond voelen we pas hoe moe we zijn van een hele dag al lopend door de stad te trekken en onze camper staat nog een heel eindje weg. Tegen hun zin – ‘Mogen we nog heel even pingpong spelen, alsjeblieeeeeft?’ – trekken we terug naar de parking, want we moeten nog een plekje voor de nacht vinden. We proberen aan het langgerekte strand en komen terecht aan het Ribersborg Kallbadhus, de openbare sauna die we ook herkennen uit The Bridge.

De zon zakt net weg en zorgt voor een prachtig uitzicht op de hypermoderne wijk Västra Hamnen met de Turning Torso. Deze gedraaide woontoren van de Spaanse architect Santiago Calatrava is met zijn 54 verdiepingen het hoogste gebouw in Scandinavië.  Als je de brug maar niks vindt, kan dit architecturale pareltje je wel overtuigen tot een tripje naar Malmö.

Halte voor de nacht

Vlak bij de Turning Torso ligt een ruime parking waar je betalend de nacht mag doorbrengen. Een goede uitvalsbasis om de stad en het strand te bezoeken, maar het is ons wat te druk en te warm en we besluiten langs de kust nog een stukje verder te rijden naar Lomma, waar we al eens eerder overnachtten. Twintig minuutjes later parkeren we ons op de verlaten parking aan een schooltje. De krijsende meeuwen herinneren ons eraan dat we nog steeds dicht bij het strand logeren.

Dag 5: Bestemming: Ranarpsstrand

De route

We nemen de E 20 richting Göteborg, passeren Lund en een tijdje later Helsingborg en nemen deze keer niet de afrit naar het mooie Kullabergsnatuurreservaat maar even verderop de 105 richting Förslöv. Anderhalf uur later hebben we 95 kilometer op de teller wanneer we een smalle weg indraaien waarop we hopelijk geen andere camper tegenkomen. Het weggetje loopt dood op een kleine bezoekershaven aan het strand. We hebben geluk, er is een plaatsje vrij op de eerste rij met zicht op het water.

Mooi!

Na een overdosis stad lokt het strand. De zon brandt alweer genadeloos en onze kinderen smeken om een dagje lekker nietsdoen. We haasten ons dus niet, draaien de luifel uit en genieten van een ontspannen, lange lunch aan de camper met zicht op de bootjes. Niet alleen onze Nederlandse buren maken graag een praatje, van een lokale Zweedse schone horen we ook dat dit strand populair is bij hondenliefhebbers omdat het een groot stuk hondenstrand heeft.

Gepakt en gezakt met emmers, een schop, een parasol en wat drankjes doorkruisen ook wij het duinengebied. Langs het wandelpad zien we heide en rozenstruiken en landinwaarts tal van vakantiehuisjes. Het eerste stuk strand is inderdaad bevolkt met hondeneigenaars en we lachen ons krom met de capriolen van sommige honden in zee. De ene kan er duidelijk niet genoeg van krijgen, terwijl een andere hondeneigenaar al z’n overtuigingskracht nodig heeft om Bobby zover te krijgen dat hij de golven trotseert. Onze kinderen hebben minder motivatie nodig, zij duiken met plezier het heldere, frisse water in. Er worden zandkastelen gebouwd en ontelbare zandcakejes gebakken. Voldaan van zon, zee en zout keren we terug naar onze camper en koken gezellig met z’n allen. Na de afwas zien we heel wat mensen in badjas terugkeren naar de vakantiehuisjes. Kleintjes, nog met een zwemvest aan, tieners en zelfs een kranige oma op de fiets, ze keren allemaal terug van een frisse duik in zee. Wanneer wij ’s ochtends aan de ontbijttafel zitten, herhaalt het ritueel zich. We zien tal van hoofdjes op en neer wippen op de golven.

Halte voor de nacht

Het haventje bij het Ranarpsstrand is een populaire plaats bij camperaars en kampeerders met een caravan. Wij spotten zelfs een auto met een tentje op het dak.  Elke avond komen studenten rond om het staangeld te innen. Er is enkel een vuilnisbak, geen voorzieningen. Op het strand (ongeveer 300 meter verderop) vind je wel een koude douche en toiletten.

Dag 6: Bestemming: Göteborg

De route

We verlaten de scherenkust en doorkruisen het platteland richting snelweg. Langs de kant van de weg zien we al wat typische rode boerderijen en komen we langs tal van bordjes met fruit of aardappelen te koop. We zoeken brood, maar zoals in de meeste plaatsen in Zweden is er nergens een bakker te bespeuren. Na enkele kilometers voegen we opnieuw in op de hoofdweg richting noorden, de E20 of ook wel E6 genummerd. Het grootste stuk is snelweg met 2 x 2 rijstroken, dus we leggen de net geen tweehonderd kilometer tot Göteborg vlot af. Aan files doen ze zelfs in het zuiden van Zweden gelukkig niet. We parkeren gratis even buiten de stad bij het reusachtige koopcentrum Backaplan. Je vindt er een Coop-supermarkt, een McDonald’s en tal van andere winkels. Op een driehonderd meter lopen vinden we het station Hjalmar Brantingsplatsen, vanwaar we tramlijn 5 richting het centrum nemen. 

Mooi!

Bij halte Brunnsparken stappen we af, pal in het centrum en vlak bij de toeristische dienst. We laten ons meteen verleiden tot wat etalages kijken in de nabijgelegen straatjes. We zijn vooral fan van de Naturkompani-winkels die je in elke Zweedse stad vindt. Kampeerspulletjes, wandelkaarten en goede outdoorkleding, zoals van Fjällräven, zorgen ervoor dat we hier uren zouden kunnen snuisteren. Onze magen beginnen echter te knorren en er is geen betere wijk in Göteborg om je honger te stillen dan Haga, het oudste district van de stad. De temperaturen swingen opnieuw de pan uit en de schaduw van de bomen in het mooie Kungspark zorgen gelukkig voor wat verkoeling onderweg. Het is zorgeloos rondwandelen in het autovrije Haga en in de gezellige hoofdstraat Haga Nygatan twijfelen we tussen een late lunch of maar meteen een fika. Bij Café Husaren liggen namelijk de grootste kaneelbroodjes die we ooit gezien hebben. De geur van verse vis lokt ons echter naar het schaduwrijke terras van Sjöbaren. Een goede keuze want de koudgerookte zalm is om duimen en vingers af te likken.

Met onze buikjes meer dan rond ontdekken we de typische huizen in landshövdingehus-stijl met de benedenverdieping opgetrokken uit baksteen en de hogere verdiepingen uit hout. In de 19de eeuw vaardigde de stad immers een nieuwe wet uit, die bepaalde dat houten huizen maar twee verdiepingen hoog mochten zijn om de stad te beschermen tegen brand. Natuurlijk pasten de Zweedse aannemers daar een mouw aan en het ‘gouverneurshuis’ was geboren.

Een paar steile trappen brengen ons met het nodige gepuf en gehijg tot aan Skansen Kronan, een verdedigingstoren uit 1697. De toren is al gesloten voor bezoek, maar het uitzicht over Haga en een stuk van de stad is de klim meer dan waard. Zoals in elke stad worden we aangetrokken tot het water en op de oude driemaster in de haven genieten we van een drankje en de avondzon. De inkomende boten met dagjesmensen zorgen ervoor dat we alvast beginnen te plannen voor een volgende trip, zodat we ook de scherenkust met alle eilandjes voor Göteborg een bezoekje kunnen brengen.

Halte voor de nacht

Er is een camping bij de stad, maar die is duur en over de camperplaats hoorden we al heel wat horrorverhalen over inbraken. We besluiten dus opnieuw om een rustig plaatsje voor de nacht op te zoeken en vinden dat op slecht 5 kilometer van het centrum bij het Delsjön. De twee meren Stora Delsjön en Lilla Delsjön behoren tot het Delsjöområdets natuurreservaat. Ze dienen als waterreservoir voor de stad en krijgen hun water van de Göta-rivier. De parking is goedkoop en uitermate rustig, maar is wel oneffen en dus is het even zoeken hoe je het best parkeert. Maak zeker de kleine wandeling tot aan het meer, je wordt beloond met een prachtig uitzicht. Bovendien zijn er plaatsjes om vuur te maken en een speeltuin op het strand. In het natuurgebied kun je heerlijk joggen of wandelen.

Tips

  • Besparen op het oversteken van de bruggen doe je door een BroPass aan te schaffen voor vertrek. Zelfs bij een heen- en terugrit bespaar je zo al tot € 100. https://www.oresundsbron.com/en/bropas
     
  • In Denemarken betaal je met Deense kroon (DKK) en in Zweden met Zweedse kroon (SEK). Zowel in Denemarken als in Zweden kun je bijna overal met de kaart betalen, op heel wat plaatsen is het zelfs niet meer mogelijk cash te betalen. Zelfs een ijsje betaal je makkelijk en veilig met de kaart, zo blijf je niet zitten met buitenlandse munten. Haal je toch geld af, duid dan ‘afhalen zonder wisselkoers’ aan, zodat je Belgische bank de wisselkoers regelt. De banken rekenen hier meer marge.
     
  • Ga je uit eten, doe dat dan tijdens de lunch. Heel wat restaurants bieden een voordelige Dagens Rat of lunchmenu aan. Een glaasje wijn of bier kost algauw € 10, check dus de prijzen voor je bestelt.
     
  • In de gewone supermarkten vind je geen wijn of zwaardere bieren. Alcohol is in Zweden namelijk enkel verkrijgbaar in gespecialiseerde staatswinkels: System Bolaget. Het is dus handiger én voordeliger om je eigen voorraadje mee te nemen.
     
  • In Zweden geldt het allemansrecht, dat wil zeggen dat iedereen recht heeft om te genieten van de natuur. Je mag dus water nemen van bronnen, rivieren en meren en niet-beschermde plantensoorten, bessen, paddenstoelen en eetbare vruchten plukken op grond die niet in gebruik is als tuin of landbouwgrond.

    Je mag er vuur maken – mits je geen schade veroorzaakt – en gevallen takken gebruiken als brandhout. Honden mogen loslopen als je ze volledig onder controle hebt. Je mag er op heel wat plaatsen vrij overnachten (overal met een tent voor 24 uur). Bij twijfel of je camper welkom is, check je het best even bij mensen die in de buurt wonen.

 

Gepubliceerd op vrijdag, februari 5, 2021 door Kelly Mortelmans

Delen