Een mooi stuk Portugese geschiedenis

Kampeerbloggers Bryan en Ellen van Alongtheroad trokken met dochtertje Florence naar Portugal in Coiske, hun kampeerbusje. Hun alternatieve roadtrip dwars door het binnenland bracht hen langs een hele reeks authentieke plaatsen. Geen tourist traps, wel veel geschiedenis. Zo ziet het échte Portugal eruit…

‘You want homemade Portwine?’ Mario, een lokale cafébaas, biedt ons een glaasje van het huis. Zijn interesse is duidelijk gewekt doordat we de smalle straatjes van Tabuaço trotseerden met onze camper, inclusief kano op het dak. De Douro vallei vormt onze eerste stop in Portugal en we proeven samen met de huisgemaakte porto meteen ook de gastvrijheid bij de lokale bevolking.  Zo staat de plaatselijke wijkagent erop dat hij ons voorrijdt naar onze eerste kampeerplek, het wijndomein Quinta de Padrela. Zij stellen hun parking tussen de wijnranken graag open voor toeristen die ’s anderendaags een rondleiding op het domein wensen.

Het wijndomein wordt momenteel gerund door drie jonge mensen: José, Teresa en Pedro. Terwijl José ons op een zonovergoten ochtend uitlegt hoe de druiventrossen die we voor ons zien elk jaar in wijnflessen belanden, voel je hier hoe de passie voor het vak die doorgegeven wordt van generatie op generatie. De degustatie die volgt is professioneler dan die die we de dag voordien van Mario kregen, maar de fierheid over de Douro-streek is de grote constante. De vallei is sinds 2001 erkend UNESCO werelderfgoed, dankzij de terassen die door de jaren heen aangelegd werden en tot op de dag van vandaag het landschap bepalen. Hier wordt al meer dan 2.000 jaar (port)wijn gemaakt.

Wij rijden met onze camper letterlijk door een stukje geschiedenis rijdt. Dit is meteen ook de beste manier om de regio te ontdekken, door de route langs de N222 van Peso da Regua naar Pinhao te rijden en onderweg te stoppen bij verschillende Miradouro’s of uitkijkpunten. Én door te proeven natuurlijk, als je je camper aan de kant zet voor die dag.

De bergen van Beiras

Ja, we zijn een beetje verliefd geworden op de Douro-streek. Na wat flessen in te hebben geslagen, is het tijd om door te gaan naar een volgend stukje geschiedenis. We ruilen Noord-Portugal in voor de regio Beiras en brengen onze camper naar het hoogste punt van het Portugese vasteland, in natuurpark Serra da Esterela. Op de Torre, de hoogste piek van 1.993 meter, prijken twee oude radarkoepels van de NATO. Ze  deden dienst tijdens de Koude Oorlog. We hoeven de bergtop niet te beklimmen, maar kunnen Cois’ke gewoon onder de torens parkeren terwijl wij snuisteren in toeristische winkeltjes, die allemaal in elkaar over lijken te lopen.

We gingen erheen om de typische schapenkaas, de queijo da Serra da Estrela te proeven, nog een tip van José. Ook hier zijn we overtuigd van de lokale Portugese ambacht, want de lopende kaas is uniek in zijn soort en past perfect bij een glaasje portwijn. Voldaan verkennen we de rest van het bergplateau. Serra da Estrela is een streling voor het oog. Wandelen, fietsen, klimmen… iedereen verkent het park op z’n eigen manier. Terwijl onze camperbus ons langs de mooiste panorama’s leidt, zoeken we het startpunt van de hike naar Covão dos Conchos, oftewel ‘het gat in het meer’, zoals veel Belgische toeristen het noemen. Een wandeling die tot de verbeelding spreekt, want je wandelt naar een door de mens aangelegde waterval in een meer. De tunnel dateert van 1955 en dient om water van dit meer naar een lager gelegen meer te brengen. Een bijzondere plek om te bezoeken!

Met de wind mee

De warme Portugese wind brengt ons in Penacova. We trotseren enkele smalle steile straatjes naar de top van een heuvel, waar authentieke windmolens fier het verloop des tijds doorstaan. Sommigen werden ondertussen in al hun glorie gerestaureerd, anderen wachten nog op de erkenning die ze ongetwijfeld verdienen. We wandelen langs de verschillende exemplaren en worden even gekatapulteerd naar de tijd waarin deze windmolens de lokale bevolking voorzagen van meel. Dit is het gebied met één van de grootste aggregaties van windmolens in Portugal.

Moihnos de Gavinhos weet ons het eerst te betoveren, en wat verderop vinden we de Moinhos da Serra da Atalhada, die zeker niet moeten onderdoen. Penacova herbergt ook een klein windmolenmuseum 'Museu dos Moinhos de Portela de Oliveira'. Voor 2 euro per persoon leer je er alles over hoe deze bijzondere molens doorheen de jaren een belangrijke rol vervulden in deze streek van Portugal. Maar onze favoriete activiteit tussen de windmolens is ongetwijfeld het schouwspel van de ondergaande en opkomende zon tussen de molenwieken. Een voorrecht voor camperaars met een wendbaar exemplaar die niet bang zijn van een beetje - hoe kan het ook anders - wind.

De school van Harry Potter

Twintig kilometers zuidelijker rijden we Coimbra binnen, een van de grootste steden van Portugal en vooral bekend om zijn universiteit. Terwijl we het ticketbureau zoeken om de unief ook vanbinnen te kunnen bewonderen, zien we verschillende spandoeken met politieke leuzes, schoenen die aan bomen of balkons geknoopt zijn en overtuigingen die tot uiting gebracht zijn met een graffiti-spuitbus. We zijn duidelijk in een studentenstad beland!  

De universiteit van Coimbra is de oudste van Portugal. Haar oorsprong ligt in de 13de eeuw. We hebben ons laten vertellen dat J.K. Rowling zich voor haar boeken over Harry Potter door deze school liet inspireren. Het uniform van de leerlingen is dan ook bijna identiek. Wij starten het bezoek aan deze betoverende school in het wetenschapsmuseum, waar we ons dankzij het goed bewaarde laboratorium en de dito aula even student in het verleden voelen.

Wat verderop kunnen we de Charles Darwin of Isaac Newton in ons helemaal bovenhalen, want het museum stelt op een interactieve manier experimenten voor die revolutionair waren in de late 18de eeuw. We kunnen ze jammer genoeg niet allemaal doen, want we willen op tijd zijn voor onze volgende stop. We reserveerden een tijdslot om de prachtige bibliotheek van de universiteit te bezoeken, want rondleidingen zijn beperkt. De Joanina bibliotheek bevat een groot aantal eeuwenoude boeken en dat hebben we te danken aan… een grote kolonie vleermuizen. Zij eten de insecten die schadelijk kunnen zijn voor deze waardevolle boeken; zo wordt dit erfgoed op een wel heel speciale, maar natuurlijke wijze bewaard. ’s Avonds worden tafels en meubels bedekt met grote leren doeken om de uitwerpselen van de vleermuizen op te vangen. Meer Harry Potter dan dit wordt het niet…

De wilde westkust

Na vijf dagen binnenland trekken we naar de wilde westkust. Peniche is onze eerste uitvalsbasis aan het strand. De geur van verse visrestaurants, zonnecrème en zilte zeelucht komt ons tegemoet. Één van die authentieke visrestaurants is restaurant D’Raiz, waar we binnenstappen voor een lekkere lunch. We eten er de beste vis van de hele reis en kunnen niet anders dan beloven aan de vriendelijke eigenaar dat we er ooit nog eens terug zullen komen… Veel tijd om Peniche verder te ontdekken, hebben we niet. De boot die ons naar Berlengas-eilanden zal brengen, wacht ons al op. De haven van Peniche verdwijnt aan de horizon en onze boot zet koers naar het eiland.

'This is not a sea, it’s the Atlantic Ocean' lacht onze gids, terwijl wij ondervinden wat ze met ‘woelig water’ bedoelen. Zelfs op deze zomerse septemberdag zijn de golven wild en sturen ze onze boot alle kanten op. Hoewel het de pret niet kan bederven, zijn we blij als we na een dik half uur terug voet aan land zetten. Berlenga Grande, het grootste eiland, maakt meteen indruk. De groenblauwe kleur van het water vormt een mooi contrast met de rotsen, die door het spel van de zon van rood naar bruin verkleuren. Toch zoeken we wat verderop een rustiger plekje op, want hoewel er slechts 350 mensen per dag het eiland mogen bezoeken, voelt de plek toch toeristisch aan.

Desalniettemin laten we ons met plezier verleiden tot een boottochtje langs de rotsen en grotten, met als hoogtepunt een gigantische rots in de vorm van een olifant. De enthousiaste gids krijgen we er gratis bij. Hij brengt ons naar het fort Fortaleza de São João Baptista, waar we het bootje verlaten en beslissen om te voet verder te gaan. Een goede beslissing, want het fort kent een rijke geschiedenis, die we maar wat graag in ons opnemen. Van aanvallen door piraten tot een hernieuwde bestemming als gevangenis: het fort spreekt tot de verbeelding. Als we langs de imposante brug terug naar het eiland wandelen, zakt de zon weg achter de rotsen. Onderweg naar het haventje weten we haar af en toe opnieuw te vangen op ons gezicht. Een namiddag op Berlenga is net te kort: hier hadden we gerust nog wat langer kunnen blijven hangen… De bootreis terug naar het vasteland was nog een stukje wilder, alsof ook de oceaan ons nog wat langer daar wilde houden.

 

Authentiek Alentejo

 

Na ons eilandbezoek zoeken we een kleinschalige boerderijcamping op, waar onze dochter Florence haar hartje ophaalt tussen de dieren. We nemen er de tijd om enkele dagen te vertragen en te genieten van alweer een nieuwe Portugese regio, Alentejo. Die is bekend om de uitgestrekte landschappen, afwisselend bezaaid met wijn- of olijfgaarden en kurkeikbossen waartussen grazend vee nieuwsgierig komt piepen. Jorge, de eigenaar van de camping, en van enkele kurkeiken, legt ons uit hoe kurk geoogst wordt. Het is een oud Portugese ambacht, dat hen tot op de dag van vandaag de grootste kurkexporteur ter wereld maakt. Na een tussenstop bij Jorge kunnen zowel wijzelf als onze kampeerbus er opnieuw tegenaan. We reizen door naar Comporta. Dit dorp wordt getipt als dé nieuwe hotspot van Portugal.Het zou ook door Madonna en Christian Louboutin geliefd zijn… Dat moeten we toch even met onze eigen ogen zien. Als we richting Comporta rijden, worden de kurkeiken langzaam maar zeker vergezeld van uitgestrekte rijstvelden en spotten we plots ooievaars en andere vogelsoorten. In het centrum zien we overal hippe bars en restaurantjes, afgewisseld met winkels die de meest bohemian interieurspullen en strandkledij verkopen. Wij zijn hier echter voor de authentieke vissershaven van Carrasqueira, gelegen aan de monding van de Sado-rivier. Hier werd door plaatselijke vissers een unieke constructie gebouwd in de jaren ’50, zodat ze zowel bij eb als bij vloed aan hun vissersboten konden. We lopen als één van de weinige toeristen op de pieren gemaakt van ongelijke houten peilers en kijken naar de bedrijvigheid op het water. Zowel de aan- en afvarende houten bootjes als de variëteit aan vogels langs de pier zijn voer voor fotografen. Alentejo wordt met de dag mooier en daarom willen we graag ook Évora meepikken, de hoofdstad van het district. Terwijl we langs de kalkwitte huizen met mosterdgele accenten wandelen, botsen we op de ene bezienswaardigheid na de andere. Évora heeft een prachtig historisch centrum, met veel overblijfselen uit de Romeinse tijd. Hoewel ze stuk voor stuk prachtig zijn, is het toch vooral de São Fransisco-kerk die onze aandacht trekt. We lopen langs typisch Portugese tegels die een christelijk verhaal vertellen een kapel binnen die versierd is met menselijke botten. Een beetje luguber, maar je moet wel weten dat het voor inwoners in die tijd een hele eer was om na de dood deel uit te maken van ‘hun’ kerk. Zo zien we er de schoonheid wel van in. 

Sprookjesachtig Monsanto

We ruilen Alentejo opnieuw in voor Beiras en flirten met de Spaanse grens als we het dorpje Monsanto bezoeken. Aan het einde van deze reis door de Portugese geschiedenis denken we nog even niet. Het historische Monsanto blijkt één van de hoogtepunten van onze roadtrip. 'Het meest Portugese dorp van Portugal' kunnen we toch niet overslaan? In dit middeleeuws dorp werden de huizen onder, op of tussen de gigantische rotsblokken gebouwd die zo kenmerkend zijn. We wanen ons in een filmdecor terwijl we de steile kasseibaantjes van Monsanto verkennen en maken met plezier een tussenstop voor een drankje en wat Portugese Petiscos bij restaurant Petiscos & Granitos. Hun terras vind je onder één van de gigantische rotsblokken. De ober verzekert ons dat we nog wat verder moeten klimmen naar de kasteelruïne. Terwijl we verder omhoog wandelen, beklagen we ons die laatste cocktail wel een beetje. Maar: de ober blijkt gelijk te hebben. Het zou zomaar een scène uit een komische film kunnen zijn als Bryan de gigantische trappen opwandelt naar de kasteelmuren. Het uitzicht vanaf hier is adembenemend. We zien niet enkel Monsanto, maar de hele Beiras-regio. De gigantische rotsen zijn van bovenaf nog indrukwekkender.  Hier heb je geen drone nodig om impressionante foto’s te maken…

Onze tijd in Portugal loopt op z’n einde, maar we maken nog een kleine tussenstop in Sortelha, met een wel heel bijzondere verlaten plek. We wandelen nog een laatste heuvel op naar de ruïnes van het ‘Aguas radium’, een thermaal hotel waar behandelingen uitgevoerd werden met radioactief water. Het hotel werd er gebouwd begin 20ste eeuw, toen mensen geloofden dat radioactiviteit dé oplossing was voor een groot aantal aandoeningen. Toen na WOII duidelijk werd dat het tegendeel waar was, ging het hotel failliet. Terwijl we rond de imposante site wandelen, stellen we ons voor hoe mensen vroeger hoopten op deze plek genezing te vinden. Enkele sprookjesachtige torens bleven overeind en als je de geschiedenis van deze plek kent, zou je denken dat het een Disney-kasteel is. Planten klimmen genadeloos op de vervallen muren. De natuur neemt de plek langzaam over, alsof het de menselijke vergissingen uit het verleden wil goedmaken. Alsof het zo moet zijn. We kraken er nog een laatste fles Portugese wijn en kijken vanaf de heuvel naar de zonsondergang. We hadden ons geen betere afsluiter van onze roadtrip langs historisch Portugees erfgoed kunnen wensen…

 

 

Kriebelt het om zelf het binnenland van Portugal te gaan verkennen met de camper? Fijne logeerplekken en handige adresjes vind je in de online reiswijzer op pasar.be

Mag je wildkamperen in Portugal?

De voorbije jaren wisselde het antwoord op deze vraag wel een paar keer. Hoewel men in 2021 nog streng optrad tegen wildkamperen, is vrij staan met de camper sinds 2022 weer toegestaan onder enkele voorwaarden:

  • Je mag met je camper voor maximum 48u binnen dezelfde gemeente staan.
  • Kampeer niet in een natuurgebied.
  • Respecteer eventuele plaatselijke verbodsborden.
  • Men spreekt niet over ‘kamperen’, maar ‘parkeren’. Zorg dus dat je zelfvoorzienend bent en neem je afval mee. Dat maakt dat wildkamperen met de tent of caravan niet toegestaan is. Het wordt wel op veel plaatsen gedoogd.

Niet getreurd als je niet aan bovenstaande voorwaarden kan voldoen, want Portugal zit vol met leuke kleinschalige campings, die vaak het hele jaar door geopend zijn. Daarnaast biedt de website Portugal easycamp een mooi alternatief voor wildkamperen.

Plaatselijke handelaars bieden een plekje op hun domein aan in ruil voor de aankoop van een (pakket van) hun plaatselijke producten, denk aan wijn, honing, kaas of olijfolie. Een win-win situatie, want je slaapt op unieke plaatsen en proeft letterlijk het échte Portugal, terwijl je ook nog eens de lokale economie steunt.

portugaleasycamp.com

 

 

 

 

Bijzondere boom

Krijg je maar niet genoeg van de kurkeiken in Alentejo? In Águas de Moura kan je de oudste kurkeik ter wereld vinden. De boom, die ruim 14 meter hoog is, werd in 2008 gekozen tot Europese boom van het jaar en is ook te vinden in het Guinness Book of Records. Hij wordt ook wel de ‘fluitende boom’ genoemd door het grote aantal vogels die het aangenaam vertoeven vinden op de takken van de kurkeik. Stop er zeker eens als je in de buurt bent, want je voelt je heel klein als je naast de gigantische stam staat.

Timing is alles…

Portugal is in het zomerseizoen bloedheet en vaak erg druk. Daarom wordt aangeraden om het land in het voorjaar of in het najaar te ontdekken. Maar sommige regio’s kan je het best bezoeken in een specifieke maand, om zo nog meer authenticiteit te ervaren.

In mei kan je in Coimbra niet alleen genieten van het deugddoende lentezonnetje, maar ook van de bijzondere studentencultuur. De eerste week van mei viert men in Coimbra het einde van het collegejaar met optochten, dansfeesten en de typische verbranding van de linten.

De Douro vallei is het hele jaar door prachtig, maar in het najaar is een reis naar deze wijnstreek extra speciaal. In september ben je er getuige van de oogst en heerst er een unieke bedrijvigheid. Ga je in oktober, dan is de oogst zo goed als achter de rug, maar kleurt het landschap in prachtige herfsttinten.

Gepubliceerd op dinsdag, januari 2, 2024 door Alongtheroad.be

Delen