Op zoek naar de zon… in Zuid-Noorwegen

Noorwegen is niet voor niks een droombestemming voor campers: de overweldigende natuur en kilometerslange Scenic Routes vormen het uitgelezen decor voor een roadtrip. Hoog tijd om deze regio te ontdekken!

Terwijl het zuiden van Europa kreunt onder recordtemperaturen, steken wij gewapend met fleece, regenjassen en wollen sokken de grens tussen Zweden en Noorwegen over. Eindelijk is het gelukt ons huis op wielen tot in deze noordelijke uithoek te krijgen. Een pandemie en een gescheurde achillespees hielden ons tegen, de wisselvallige weersvoorspellingen doen dat niet. En wonder boven wonder: ons eerste ontbijt op Noorse bodem eten we onder een waterig zonnetje met zicht op een klaterende waterval.  

Museum met een twist

Kristalhelder water, bossen en bergen: dat is waar ik op rekende op onze bestemming, maar de zoon komt zowaar met een must-see museumbezoek aandraven. Kunst en architectuur? En dat buiten Oslo? Eerlijk gezegd verwacht ik er niet al te veel van, een sculpturenpark op het Scandinavische platteland. Maar ach, een beetje cultuur opsnuiven, waarom niet? Niet veel later sta ik in het Kistefos Museet met open mond te staren naar The Twist.

De zoon grinnikt zelfingenomen. Best wel indrukwekkend, toch? Dat is het minste wat je kunt zeggen van de langwerpige constructie van Bjarke Ingels Group (ontwerper van o.a. LEGO House) die zowel een brug, museum als sculptuur is. De binnenkant oogt zo mogelijk nog imposanter, het lijkt wel of je wordt meegezogen in het diafragma van een camera. De sculpturen van Tony Cragg maken het plaatje compleet.

Ook doorheen de rest van het park vallen we van de ene verbazing in de andere. De restanten van de oorspronkelijke houtpulpfabriek vormen een mooi contrast met de moderne kunstwerken van grote namen zoals Yayoi Kusama en Anish Kapoor. Kunst is hier bovendien niet alleen om naar te kijken, maar ook om te beleven.

Aangezien de zon heel erg haar best doet en we zelfs 20 graden halen, spetteren we met plezier door het waterdoolhof/spiegelpaleis Path of Silence en liggen we dubbel van het lachen met de gekke reflecties van de Viewing Machine, een reusachtige caleidoscoop. Tot slot zijn er de lekkerste houtovenpizza’s om de hongerige tienermagen te vullen. Zij blij, wij blij.   

Ice Ice Baby

Zelfs als we het bordje Hardangervidda niet hadden opgemerkt, valt het enorme verschil in decor én temperatuur onmiddellijk op. Het landschap oogt schraal, weids en is bezaaid met stenen en rotsen. Bomen zijn er amper. Vijftig tinten groen en grijs worden afgewisseld met witte vlakken. Jup, dat is écht sneeuw. Drie graden meet de thermometer, zelfs binnen in de camper voelt het fris aan.

Buiten waait een strakke, ijzige wind los door onze truien. Waarom heb ik geen thermisch ondergoed meegebracht? En handschoenen? Een muts? De hond dolt in een sneeuwveldje, terwijl de tieners beschut onder hun dekentjes netflixen. Ze weigeren hun knusse hol te verlaten, hoe indrukwekkend de omgeving ook is.

We overnachten langs route nummer 7, een van de 18 Noorse Scenic Routes die de noordkant van de Hardangervidda doorkruist. Het Nationale Park is met 3422 km2 het grootste van heel Noorwegen, maar dat is nog niet de helft van de totale oppervlakte van het hele plateau. De gigantische hoogvlakte, de grootste van Europa, werd tijdens de laatste ijstijd gladgeschaafd door gletsjers. Al is dat glad maar bij wijze van spreken… Van het berggebied resten rotsachtige, scherpe toppen en de vlaktes zijn bezaaid met ontelbare stroompjes en meren.

Wandelen voor wafels

De zon schijnt. Hoera! Het hele landschap ziet er meteen een stuk lieflijker uit. Vanaf de Fagerheim hut vertrekken we voor een tocht rondom het Storekrækkja meer.  Het eerste deel van het pad is gemakkelijk te volgen langs de steenmannetjes, beschilderd met een rode T, en we doen het rustig aan. Hoewel het nog steeds winderig is, voelt het toch wat minder winters aan. Bij de passage tussen het Storekrækkja en het Ørteren meer, wanneer het relatief vlakke pad begint te stijgen, begint het gezeur van de dochter. Ze is moe, heeft honger en duurt het nog lang? De belofte van wafels bij de Krækkja hut helpt om er flink de pas in te houden. Bij de avontuurlijke rivieroversteek vlak voor de hut wipt ze vrolijk van steen naar steen. Gelukkig zijn er ook echt wafels te krijgen en genieten we uit de wind van de zon, de rust en het lekkers. Heel wat gezinnen met kleinere kinderen kiezen ervoor om hier te overnachten en ook de dochter smeekt om te blijven. We hebben immers al onze spulletjes toch in de rugzak? Morgen voorspellen ze nat en grijs weer en het tweede stuk van de wandeling belooft een stukje uitdagender te worden. Na een bruggetje verlaten we het pad en zoeken we zelf onze weg tussen de stroompjes en stenen. We speuren naar rendierkuddes, maar krijgen alleen enkele nieuwsgierige schapen te zien. Met een briesje in de rug en de zon op onze snoet voelt het als een zomeravond en we verruilen de kou voor steekvliegjes en muggen. Ja, ook dat is Scandinavië.

Van de regen in de drop

Het regent en waait. Een hele nacht en een hele dag, zonder één pauze. Wandelaars komen doorweekt en verkleumd aangestrompeld. Daar heb ik écht geen zin in. Een warme sauna met zicht op het meer, een lekkere hertenragout in een knusse hut en een middagje gezelschapsspelletjes doen het druilerige weer enigszins vergeten. Bij de populaire waterval Vøringfossen houdt het als bij wonder even op met plenzen en worden we getrakteerd op een prachtige regenboog. Een klein gelukske. Vol goede moed trekken we even verderop onze wandelschoenen weer aan om vanuit Måbø naar het Vøringfossplateau te wandelen. Houten bruggetjes en een wild kabbelende stroom, just what I like. Tot de stortbuien en windvlagen ons weer terug naar de beschutting van de camper jagen. Wat een hondenweer is me dat! Op de prachtige camping aan het Eidfjordmeer staren we warm ingepakt van onder onze luifel naar het al even prachtige uitzicht. De eigenaar raadt ons af om te vertrekken op onze geplande huttentocht. De felle regenbuien gaan gepaard met rukwinden en soms komt er uit het niets mist opzetten. Verloren lopen in die uitgestrekte wildernis? Geen prettig vooruitzicht. In het Hardanger bezoekerscentrum is het wel warm en droog en tijdens de panoramische film lijkt het alsof we over de Hardangervidda vliegen. We razen langs watervallen en rivieren, over meren en langs eindeloze vlakten tot op de gletsjer. Hé, daar spotten we zelfs ‘onze’ hutten. Het is een schrale troost.

Andere plannen

‘Vrijheid, blijheid’ is het motto van onze campercrew en dus blijven we niet bij de pakken neerzitten maar pluizen we de weervoorspellingen uit. Hoe oostelijker, hoe droger en zonniger en dus bollen we de road 7 in omgekeerde richting weer af, wat door de spectaculaire uitzichten hoegenaamd geen straf is. Vanaf Geilo gaat het zuidwaarts en daar wordt de natuur alleen maar indrukwekkender. Dit stukje Hardanger is nog mooier dan wat we eerder al zagen. ’s Avonds picknicken we buiten met zicht op het Tinnsjå meer. Daar word ik helemaal blij van! Kamperen is toch gewoon het leukst als je buiten kunt leven.

Op en neer, heen en weer

Al van ver domineert de machtige Gaustatoppen het landschap rondom Rjukan. Groot is de opluchting wanneer onze kroost hoort dat we de berg niet gaan beklimmen, maar dat we met een geheime kabelbaan naar boven gaan. De verborgen tandradbaan Gaustabanen is een relikwie uit de Koude Oorlog. Minuscule wagonnetjes transporteren ons in James Bond-stijl via een nauwe schacht bijna verticaal omhoog, binnen in het hart van de berg. Duizendvijftig meter tergend traag klimmen, dat zijn lange vijftien minuten met een hart dat bijna uit je borstkast bonst. ‘Neeee, ik vind het helemaal niet eng, hoor.’ Als tienermoeder moet je af en toe je angsten opzijzetten. Maar men weze gewaarschuwd: claustrofobie en de Gaustabanen? Da’s niet zo’n geweldige combi. Het sensationele uitzicht op de top maakt alles goed, op 1.883 meter hoogte overschouwen we maar liefst een zesde van het Noorse vasteland. Het is dan niet de hoogste piek in Noorwegen,maar volgens velen wel de mooiste. Als het er niet zo verdomd koud was, zou ik uren willen blijven zitten. De afdaling is pittig en warmt ons op. We klauteren, wiebelen, schuifelen en glijden. Over rotsvlaktes, sneeuw en stukken moeras waar je van kei tot kei balanceert. De Noorse bezoekers sjezen vlot en warmpjes naar beneden met hun mutsen, handschoenen en wandelstokken. De juiste uitrusting is alles.

Een plek onder de zon

Veiliger dan een autoritje, no worries, verzekert de bestuurder van de Krossobanen ons. Na de spannende rit met de Gaustabanen zijn de wiebelige bakjes van de Krossobanen een eitje. De kabelbaan werd in 1928 door Norsk Hydro - de uitbater van de waterkrachtcentrale - gebouwd voor hun werknemers. Zo konden de inwoners van Rjukan in de donkere wintermaanden ook wat zon opdoen. In minder dan vijf minuten klommen ze naar de top van de Gvepseborg op de Hardangervidda, om aan de schaduw in het dal te ontsnappen. Zes maanden lang krijgt Rjukan door de omliggende bergen namelijk geen direct zonlicht. Al moet ik zeggen ‘kreeg’, want sinds 2013 brengen drie grote zonnespiegels de stralen naar het marktplein. Tijdens onze wandeling spotten we Vemork, de beruchte waterkrachtcentrale die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s werd bezet, zodat ze het geproduceerde zwaar water konden gebruiken voor een atoombom. Tien Noorse commando’s trotseerden het onherbergzame terrein en de vrieskou en slaagden erin de vestiging te saboteren en zo de plannen van de Duitsers te dwarsbomen. Het is amper te bevatten wat een prestatie ze leverden. Het standbeeld van de radiotelegrafist, Knut Haukelid, is dan ook dubbel en dik verdiend.

Met een laatste blik laten we het bijzondere Hardangervidda landschap achter ons en met elke kronkelweg die we zuidwaarts volgen, komen we in drogere en zonniger oorden. In het schattige Dalen, waar niet veel anders te zien is dan het uitgestrekte Bandak meer en het historische Dalen hotel, is het zelfs blote benenweer! We struinen door het lieflijke landschap, bollen langs de kleine wegen door het Setesdal en eindigen met een zonnige dag op het strand en kraakverse vis in het kleurrijke Kristiansand. Wanneer we de boot oprijden, zijn onze tenen ontdooid en onze harten gevuld. En die huttentocht? Die is voor een volgende keer, hopelijk met beter weer.

Camperen in Noorwegen? Dit moet je weten

  • Noorwegen heeft veel smalle, bochtige wegen waarvan sommigen niet geschikt zijn voor grote voertuigen. Hou dus goed de signalisatie in de gaten en vertrouw niet blindelings op je navigatie. Ook zijn er af en toe (onaangekondigde) wegversmallingen. Hou dus je ogen goed open voor parkeerbochten om anderen te laten passeren en pas altijd je snelheid aan. Overlaad je camper niet, dan kom je in de problemen op de vele steile wegen.
  • Kies voor slow travel. De Noorse landschappen zijn een plaatje om door te rijden en aangezien de weggetjes smal en kronkelig zijn, kan je niet anders dan traag reizen. Laat je eens leiden door het onverwachtse en stap af en toe uit om het landschap wat beter te bekijken. Overal zijn er meertjes, watervallen en idyllische plekjes.
  • Er zijn quasi overal sanistations om water te tanken, je vuil water te lozen en je toilet schoon te maken. Deze worden aangegeven met Tømmestasjon of tømming. Heel wat van deze plekjes staan verzameld op bobilplassen.no
  • Het recht om rond te zwerven komt ook met een verantwoordelijkheid om er respectvol mee om te gaan. Er zijn heel veel camperaars die dit ultieme camperland willen ontdekken. Wees dus attent en beschadig de omgeving niet. Hou afstand (minstens 150 meter) van woningen of chalets. Blijf niet langer dan 2 nachten op dezelfde plaats, of vraag toestemming aan de landeigenaar. Drom niet met tientallen samen, maar kies een van de vele mooie plekjes. Respecteer altijd de bordjes met ‘Niet kamperen’.
Gepubliceerd op maandag, november 20, 2023 door Kelly Mortelmans

Delen