Kamperen: de Naamse Ardennen

10 minuten leestijd

Pasar-journaliste Kelly Mortelmans en fotograaf Roel Willems gingen met hun camper en drie kinderen op kampeerweekend met Govaka & Pasar. Op Camping Le Héron kregen ze een staanplaats met zicht op de Semois: een meevaller. Maar hoe beviel het hen om in groep te kamperen?

reportage
  • Kamperen
  • Kamperen met de motorhome
Hier geen trekpleisters zoals Durbuy of Saint-Hubert, dat scheelt heel wat in het aantal toeristen.

Niks moet, alles kan. Dat wordt ons beloofd wanneer we een kampeerweekend boeken naar de vallei van de Semois met reisbureau Govaka & Pasar. We zijn best gesteld op onze vrijheid en dus benieuwd of het ons zal bevallen, een groepsreis met een vast dagprogramma. De weerman staat aan onze kant, geen nat Belgisch lenteweer maar zomerse temperaturen. En route!

Zodra we de snelweg achter ons laten, slingert onze camper langs smalle groene wegen en door vredige miniatuurdorpjes: een pleintje, een kerkje en enkele typische huisjes. Het is stil, een beetje verlaten zelfs, in dit minder bekende stuk van de Ardennen. Hier geen trekpleisters zoals Durbuy of Saint-Hubert, dat scheelt heel wat in het aantal toeristen.

Toch hoeven de Naamse Ardennen qua vakantiegevoel en mooie uitzichten zeker niet onder te doen. Waar je ook kijkt, het is een plaatje. We houden halt bij een kleine boulangerie waar de verkoopster met elke klant een praatje slaat. Ik haal mijn beste Frans boven en bestel heerlijk geurend artisanaal stokbrood. Oui, oui, het weer is uitzonderlijk mooi vandaag. Het onthaasten kan beginnen.

Wateroppervlak in bloei

Op Camping Le Héron verwelkomen reisbegeleiders Rein en Aline en hun dochtertje Lore ons hartelijk. Tussen onze dochter Pippa Lotta en Lore klikt het meteen. We zijn de eersten die aankomen met de camper en mogen een van de voor Pasar gereserveerde plekken aan het water uitkiezen. We verorberen ons stokbrood en kijken gefascineerd naar de activiteit op het water: kajaks, een visser, een voorbijschietende zwaan.

Om drie uur staat er een wandeling naar het dorpje Alle-sur-Semois op het programma, een leuke manier om de omgeving en de andere deelnemers te leren kennen. Het dorpje zelf stelt niet zo veel voor: een bakker, slager, buurtsupermarkt en enkele restaurantjes. Het uitzicht op de Semois is wel indrukwekkend, grote delen van de rivier kleuren wit door de duizenden fijne bloempjes.

De vlottende waterranonkel groeit in voedselrijk water en is in ons land vrij zeldzaam geworden. Hier in de Semois groeit ze echter nog welig en tussen mei en augustus lijken grote delen van het wateroppervlak in bloei te staan. De stengels kunnen tot wel zes meter lang worden en vormen lange eilandjes van groen. Kikkers, salamanders en visjes vinden ertussen een perfecte schuilplaats. Het water stroomt gezapig tussen de bloembedden door met hier en daar een kleine stroomversnelling. Een uitzicht voor op een postkaart.

Met vrienden op stap

De sfeer zit onmiddellijk goed en iedereen houdt rekening met elkaar. De snellere wandelaars houden geregeld halt om de twee jongsten te laten bijbenen. Het is warm, de zon zindert op het asfalt en dus last Rein een stop in bij een kapelleke – lees: cafeetje – om de dorst te lessen. Sommige deelnemers kennen elkaar van vorige Pasar-trips en er wordt heel wat gelachen. Ik haal alleen constant de namen door elkaar. Was het nu Luc of Ben?
De enige wiens naam we allemaal vlot kunnen onthouden is Tattoo, de hond waarop Ben en Ann een tijdje babysitten. Het is een echte lieverd en zelfs onze twee jongsten die het niet zo op honden begrepen hebben, ontdooien na een tijdje in zijn gezelschap. Op de terugweg beklimmen we met z’n allen een heuvel om van daaruit het uitzicht over de vallei te bewonderen.
Gidsen Rein en Aline kennen de mooiste wandelpaadjes als hun broekzak. Langs een smal weggetje gaat het pittig omhoog en de Semois onder ons wordt steeds kleiner. De middagzon priemt tussen de bomen door en werpt een sprookjesachtig licht op enkele stammen met elfenbankjes. Het is stil in het bos, enkel het geritsel van blaadjes en het gefluit van enkele vogels is te horen. Het gepraat in de groep valt stil en de rust is bijna tastbaar.

150 kilo op je rug

Vrolijk vogelgekwetter en een staalblauwe hemel, de perfecte ingrediënten om dag twee mee te starten. Niets is heerlijker dan slaperig een kop koffie drinken met je tenen in het klamme gras en de zon op je gezicht. Campingleven op z’n best! De warmte hangt al in de lucht en wanneer we op pad gaan naar de leisteengroeve in Alle-sur-Semois is het broeierig heet.

Na een fikse klim bereiken we hijgend Ardois’Alle. In 1948 werden de deuren naar de gangen in de heuvel van Reposseau gesloten, maar sinds 1990 is de groeve geopend voor bezoekers. We starten met een filmpje over leisteenontginning en krijgen meteen een beeld over hoe schrijnend hard het leven van de scailtons of leisteenbewerkers wel was. In het stof, door de donkere, koude en lage gangen sleurden ze blokken steen tot wel 150 kilo op hun rug naar buiten. Daarna werden de blokken in de ateliers gespleten en tot leien verwerkt, alles gebeurde met de hand. Werkdagen telden vijftien uur van onafgebroken hard labeur. Hoe koud en vochtig het in de groeves was, mogen we daarna zelf ontdekken.

Stappen... of luieren?

De koelte voelt eerst aangenaam, maar het contrast met de buitentemperatuur is groot. Gelukkig hebben we op aanraden van Rein allemaal een warme trui meegenomen. Ook een helm is geen overbodige luxe, de gangen zijn laag en het duurt niet lang voor de eerste zijn hoofd stoot. Au! Onze oudste zoon mag proberen om de loodzware leisteen op te tillen, het lukt hem niet. Hij schrikt wanneer hij hoort dat jongens vanaf 15 jaar in de groeve begonnen te werken, dat is maar een jaartje ouder dan hij! Verlichting is er nu gelukkig wel, vroeger had elke arbeider enkel een carbuurlamp. In dat schaarse witte licht moet alles er nog spookachtiger hebben uitgezien.
’s Avonds als de groeve leeg was, werden explosieven tot ontploffing gebracht om de grote brokken steen los te maken. Zo kon het stof ’s nachts gaan liggen en kon er ’s ochtends opnieuw gebeiteld en gesleurd worden. Zo ontstonden grote zalen waaruit al het leisteen werd gehaald. Midden in de groeve stoten we plots op een smaragdgroene poel met ijskoud helder water, wat een wonderbaarlijk schouwspel. De kleine restanten leisteen werden opgestapeld tot een hoge steiger, dat was minder werk dan ze allemaal naar buiten brengen.
Steen op steen, zonder cement ertussen, werd een stevige constructie gebouwd. Althans ik hoop dat ze stevig is! Met knikkende knieën volgen we onze gids over deze steiger naar de uitgang. Voor we terug het daglicht instappen, werpen we nog een blik op de huidige bewoners van de groeve: enkele stil hangende vleermuizen.

In de ban van bizons

Het restaurantbezoek met de hele groep de avond voordien was gezellig maar best laat en onze kids mopperen wanneer de wekker gaat. Vroeg opstaan op vakantie vinden ze maar niks. Gelukkig kan een bezoekje aan de bizonranch in Orchimont hen opvrolijken. We draaien onze luifel in en snorren met de camper langs kronkelende weggetjes tot aan de boerderij. Daar hobbelen we in een huifkar langs een nagebouwd cowboystadje uit de Far West en door de velden met meer dan 200 bizons. ‘
Bizons zijn de perfecte dieren voor een biologische boerderij’, vertelt de eigenaar gepassioneerd. Hoe bar de temperaturen ook zijn, ze overleven zowel in extreme hitte als in de koude. Stallen zijn dus niet nodig. Bovendien begrazen ze gigantische oppervlaktes waarbij ze telkens maar een klein beetje van het gras opeten. Zo groeit het gras het best en houden ze de natuur in stand. Ook de voortplanting verloopt volledig natuurlijk, kunstmatige inseminatie is niet nodig.
In North Dakota – waar de bizons op de farm vandaan komen – zorgen roofdieren zoals wolven, beren en poema’s nog voor de natuurlijke selectie. Zij doden de zwakste dieren uit de groep en zorgen ervoor dat vrouwtjes vruchtbaarder zijn door het stresshormoon dat de bizonwijfjes aanmaken wanneer er roofdieren in de buurt zijn. ‘Wist je dat een bizon 60 kilometer per uur kan lopen en over hekken van bijna 2 meter hoog kan springen?’ Met leuke weetjes houdt hij ook de aandacht van de kleintjes vast.

De thermometer piekt rond de dertig graden en de lokroep van het frisse rivierwater is te groot.

Tijdens onze wandeling terug naar de camping kijken we met andere ogen naar de vele charmante leistenen daken waarrond onophoudelijk zwaluwen fladderen: met veel respect voor de noeste arbeid die achter deze pareltjes schuilt. Na de lunch pakken onze reisgenoten de rugzakken in en trekken de stevige wandelschoenen weer aan. Er staat een wandeling van twaalf kilometer op het programma. Wij besluiten op de camping te blijven. De thermometer piekt rond de dertig graden en de lokroep van het frisse rivierwater is te groot. De kinderen vermaken zich met vissen, zwemmen en waterspelletjes en ik vlij me in een luie stoel met een boek. Zalig nietsdoen is af en toe ook leuk!

Pittige kanotocht

De tijd is voorbij gevlogen en we reppen ons voor het volgende uitje op het programma: kajakken! De Semois schittert onder de hete middagzon en we hopen op het water wat verkoeling te vinden. Gewapend met zonnecrème, drankjes en UV-shirts wandelen we naar Récréalle, het watersportcentrum. Ondanks onze reservering moet Rein heel wat moeite doen om de kajaks en kano’s voor onze groep te pakken te krijgen. Gelukkig regelt hij alles, wij volgen en hoeven alleen maar te genieten. Handig, zo’n begeleider.

Op en in het water, je kan ons geen groter plezier doen. Dit was het tochtje waar we alle vijf het meest naar uitkeken. Het is dan ook dolle pret. De jongens met z’n tweeën in een kajak, wij met de dochter in een kano. Zelfs Tattoo de hond gaat mee. Luc neemt een frisse duik in het water, oeps! Dat is lachen geblazen. Een tijdje later blijkt dat de boot van Luc en Tania water maakt, ze zakken alsmaar dieper in het water. Gelukkig zijn er een aantal sterke mannen om de kajak om te draaien en het water eruit te laten.

Tijdens het roeien genieten we van de natuurpracht op en rond het water. Libellen in alle tinten blauw vliegen af en aan en landen vlak naast ons op de bladeren van de waterranonkels. Kleine en grote vissen zwemmen langs ons heen en heel de rivier kleurt groen en wit van de prachtige bloemen. Diezelfde bloemen beginnen ons echter parten te spelen. Het is moeilijk roeien met al die lange takken in de rivier, het water stroomt traag en de jongens raken achterop.
Ik wissel van plaats met de jongste zoon en moet nu een pak steviger roeien. Op sommige plaatsen moet ik zelfs uit de boot om ons verder te duwen over de stenen in het ondiepe water. Het is warm en best zwaar. Ben springt even in en roeit ons een eindje vooruit. Na drie uur waterpret worden we met een busje terug naar het startpunt gebracht. 
Voldaan ploffen we neer in onze campingstoeltjes voor een laatste glas met z’n allen. De zon zakt weg achter de bomen, de rust daalt neer over de camping. Ik sluit mijn ogen en geniet van het gekeuvel van onze kampeergenoten op de achtergrond. Kamperen in groep, ik kan er best aan wennen.
Tekst Kelly Mortelmans -  Foto's Roel Willems
Dit artikel is verschenen in januari 2018.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer