Slovenië voor dummies

8 minuten leestijd

Naar Kroatië met vakantie? Dat is intussen al even ingeburgerd als een trip naar Griekenland of Italië. Maar buurland Slovenië is een pak minder bekend. Onterecht, want het land tussen Alpen en Adriatische zee is gemakkelijk te bereiken, groen en gastvrij.

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Slovenië is...

... de perfecte citytripbestemming.

Ljubljana klinkt misschien als ‘heel ver weg’, de Sloveense hoofdstad ligt op nog geen twee uur vliegen van Brussel. Ze is gezellig, groen en niet al te groot, en daardoor perfect voor een weekendje weg.

Heel wat straten en pleinen in de oude binnenstad van Ljubljana zijn autovrij. Waar tot een paar jaar geleden nog bussen en auto's reden, glijden nu fietsers en skaters over de straatstenen.

We laten ons op sleeptouw nemen door Tevz Cernigoj, een jonge enthousiaste Sloveen die je met de fiets alle hoekjes van de stad laat verkennen. Ljubljana is een echte studentenstad, met veel cafés, hippe wijnbars en terrasjes langs het water.

Van maart tot april vind je op vrijdag een kleurrijke mix van eetkraampjes op het centrale plein, waar jong en oud Ljubljana met een glaasje cava samen het weekend inzetten.

Jonge creatievelingen palmen op zaterdagochtend de oevers van de rivier de Ljubljanica in met hun handgemaakte keramiek, breigoed en juwelen.

Er zijn markten, festivals, tentoonstellingen en concerten. Het kleine zusje van Praag leeft, en zou de komende jaren wel eens een hippe citytripbestemming kunnen worden.

... groen, groen en nog eens groen.

Of dat is toch wat we zien door het raam van het busje dat ons over kronkelbanen en landweggetjes brengt. Slovenië is één en al bos, berg en weiland.

De vallei van Bohinj is bezaaid met boerderijen, schuren en hooirekken, waaraan het gras gedroogd wordt voor de winter zich laat voelen.

In het kaasmuseum in Kobarid proeven we van traditioneel gemaakte kaas en verse melk van koeien die maandenlang op de alpenweiden hebben staan grazen.

Naast koeien zie je in de Sloveense velden ook veel kleurrijke bijenkasten staan.

Slovenië is een echt bijenland, en meer en meer jonge Slovenen houden zich opnieuw met bijenteelt bezig. Zoals Maja Kokove, die met Bee Happy zelfs aromatherapie met de lucht uit bijenkasten aanbiedt.

Trek dus de Sloveense natuur in, wandel door naaldbossen en bloemenvelden en geniet van al dat groen. En neem zeker een potje honing mee naar huis.

... de plek voor wildwaterliefhebbers.

In het hart van het Triglav National Park ontspringt de rivier de Soča. Smaragdgroen en kristalhelder kronkelt ze zich een weg naar beneden, door een van de mooiste valleien van Slovenië. De Sočavallei staat garant voor bakken watersportplezier. Elk jaar tussen april en oktober komen outdoorfans van over heel Europa hier raften, kajakken en aan canyoning doen.

Wie het niet zo begrepen heeft op wilde waters, kan gaan vliegvissen, paragliden, klimmen of mountainbiken langs de oevers van de bergrivier.

Er zijn ook honderden wandelroutes die je langs watervallen en over rotspaden naar de prachtigste stukjes natuur brengen. Langs de Soča liggen tal van campings: ideaal om je tent op te slaan en verliefd te worden op dit stukje ongerept Slovenië.

Slovenië heeft ...

... knappe Alpentoppen.

Op een uurtje rijden van Ljubljana zitten we er al middenin: de Julische Alpen. De besneeuwde toppen doen je al van kilometers ver zin krijgen in een stevige bergwandeling. Dat is ook precies wat we gaan doen.

Aan de voet van de berg Vogel trekken we onze stapschoenen aan en we laten ons door de kabelbaan naar boven brengen. Daar wacht ons het perfecte postkaartuitzicht over de Julische Alpen en het meer van Bohinj, dat als een blauwe spiegel in de vallei ligt.

In de verte pronkt ook de Triglav, met zijn 2.864 meter de hoogste berg van Slovenië. Naar deze kanjer is het Triglav National Park genoemd, het enige maar o zo mooie natuurpark in Slovenië.

Een beschermd natuurgebied tegen de grens met Italië en Oostenrijk, met watervallen, gletsjermeren en velden vol wilde bloemen. De gedroomde plek voor urenlange wandelingen met de rugzak, trektochten van berghut naar berghut of een rondje kuitspieren trainen op de mountainbike.

Ook in de winter zijn de Sloveense bergen een paradijs voor buitenliefhebbers, met meters sneeuw en tientallen skipistes. Van meters sneeuw is er gelukkig weinig te merken wanneer wij tijdens onze tocht aan tafel schuiven in een kleine herberg voor een typisch Sloveense maaltijd.

‘Om aan te sterken’, zegt onze gids wanneer we een gigantische kom dikke boekweitpap en zure melk voor onze neus gezet krijgen. De zon op ons hoofd en het zicht op de bergen vallen toch nét iets beter in de smaak...

... een fotogeniek eilandje.

Een klein eilandje met een kerk, midden in een helblauw alpenmeer. Dat is Bled, één van de grootste trekpleisters van Slovenië. Bled is een zakdoek groot, maar wereldberoemd.

Slovenen en buitenlandse toeristen komen er bootje varen, pasgetrouwde koppels van over de hele wereld vinden er de fotolocatie van hun dromen.

Een beetje té toeristisch, met paardenkoetsen rond het meer en romantische roeibootjes op het water, maar wel sprookjesachtig om te zien.

... meer wijnkelders dan inwoners.

Goed, dat is misschien wat overdreven. Wat wél klopt, is dat Slovenië een echt wijnland is. Zowat één procent van het Sloveense land wordt ingepalmd door wijngaarden.

Brda, vlak bij de grens met Italië, is zo’n streek waar je achter elke bocht rijen wijnranken ziet verschijnen.

Een heel ander landschap dan het noordwesten van het land met zijn scherpe Alpentoppen. In Brda is alles glooiend, zacht en weids.

Het is de perfecte streek voor Slovenia by bike. Onder een warme middagzon fietsen we langs wijngaarden, dorpen en velden. Met niet eens zoveel verbeelding waan je je in Toscane.

Naast wijn heeft Slovenië ook de beste olijfolie in huis. In Šmartno, een eeuwenoud dorpje in de heuvels van Brda, proeven we van vers geperste olijfolie, puur natuur.

Olijven die ‘s morgens in de boomgaarden geplukt worden, zijn ‘s avonds al olie. Alles wordt meteen én met de hand verwerkt.

Wie zelf ook eens wil proeven: verschillende wijn­ en olijfboeren in Brda trekken graag een flesje open voor toeristen

... de grootste grotten van Europa.

Er zitten niet alleen wijnkelders verborgen onder Sloveense bodem. De regio Karst, wat zoveel als ‘rotsachtig’ betekent, is rijk aan kilometerslange grotten, ondergrondse meren en rivieren. Het indrukwekkendst zijn ongetwijfeld de druipgrotten van Škocjan, zeker twee miljoen jaar oud en door Unesco op de werelderfgoedlijst gezet. Voor wie nog niet verder dan de grotten van Han geweest is, is een afdaling in de onderwereld van Škocjan een onvergetelijke ervaring. Hoe dieper je gaat, hoe kleiner je je voelt.

De grootste holte waar je doorwandelt, is meer dan honderd meter diep: zo gigantisch dat er een kathedraal in zou passen. Ver beneden buldert het water van de rivier de Reka op volle kracht langs de rotsen, zoals het al duizenden jaren doet. Terug boven de grond, met dichtgeknepen ogen tegen het zonlicht, kan je maar één ding denken: de natuur kan een ongelooflijk wonder zijn.

 

... de kortste kustlijn aan de Middellandse Zee.

Duitsland, Italië, Joegoslavië: verschillende landen hebben in het verleden een stukje Slovenië in handen gehad. Dat zie je ook aan de kust. Na de Eerste Wereldoorlog was het volledige kustgebied in Italiaan se handen. Inwoners mochten geen Sloveens meer spreken en moesten zelfs een Italiaanse naam aannemen. Eind jaren veertig, na de Tweede Wereldoorlog, werden de grenzen opnieuw vastgelegd.

Italië kreeg het grootste deel van de kustlijn, Slovenië een klein streepje aan de grens met Kroatië. Nog geen vijftig kilometer om precies te zijn, rond havenstadjes Koper, Piran en Izola. Brede zandstranden of grote hotelketens hoef je hier niet te verwachten. Wél rotswanden, wandelboulevards en een zacht zeeklimaat.

Het oude vissersplaatsje Piran kon evengoed in Italië liggen.

Zelf houden we halt in Piran, een piepklein oud vissersplaatsje met amper twee hotels. Met de smalle straatjes, pastelkleurige huizen en rode dakpannen is Italië hier niet ver weg.

We horen Sloveens en Italiaans, eten vers gegrilde vis en zien schoolkinderen op uitstap een duik nemen in de zee. We bezoeken de zoutvelden rond Piran, waar hele zwermen watervogels zich thuis voelen en mannen nog steeds zout winnen volgens de traditionele technieken. En we gluren in het donker naar de lichtjes van Italië, die in de verte op het water liggen te glinsteren.

Tekst Lien Lammar – Foto’s Lien Lammar en Shutterstock

Dit artikel is verschenen in juni 2015.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer