
Winterkamperen zonder zorgen: zo doe je dat
De magie van de winter beleven in je camper? Het is meestal geen enkel probleem, maar vraagt wel wat voorbereiding en aanpassing onderweg. Met deze tips kan je binnenkort winterproof op pad.
- Kamperen
Doe de complete wintercheck voor je vertrek
Check 1: Maak je camper winterklaar
Laat ruim voor vertrek een wintercheck voor je camper uitvoeren door een merkendealer. Je kan dan eventueel nog reparaties of aanpassingen uit laten voeren. Indien starten wel eens een probleem is of bij twijfel, kan je beter meteen de startaccu laten vervangen. Zelf kan je alvast de zomerse ruitensproeiervloeistof vervangen voor antivries-versie tot -30° Celsius. Neem daarvan voldoende voorraad mee, want antivries is langs de autoweg ’s winters tot wel vijf keer duurder.
Check 2: Winterbanden of kettingen nodig?
Winterbanden zijn in veel landen verplicht onder winterse omstandigheden, zeker in wintersportlanden. Die ‘winterse omstandigheden’ zijn besneeuwde of beijzelde rijstroken en/of de kans daarop. Echte winterbanden zijn dus aan te bevelen als je wel vaker ’s in de winter onderweg gaat. Je zit dan wel met twee sets banden.
Een prima alternatief zijn vierseizoenenbanden: daarop kan je het hele jaar blijven rijden, maar op een besneeuwde of gladde ondergrond doen ze het iets minder goed dan echte winterbanden.
Winterbanden en ook voor sneeuw bedoelde vierseizoenenbanden herken je aan het wettelijk verplichte sneeuwvloksymbool, het 3PMSF-symbool: een bergtop met sneeuwvlok. ’s Winters zijn banden met dat logo op de wang toegestaan als winterbanden verplicht zijn.
Wil je meer weten? Actuele info over winterbanden en de verplichting tot gebruik in Europese landen vind je op www.bandbewust.nl
Check 3: Bescherm je camper tegen vorstschade
Een bevroren boiler kan al snel een dure grap worden. Daarom treedt bij ongeveer 3 °C de automatische vorstbeveiliging in werking (soms zelfs al iets eerder). Die opent de beveiligingsklep, waardoor de boiler en vaak ook de drinkwatertank vanzelf leeglopen. Pas bij temperaturen vanaf 7 °C kan je de klep weer handmatig sluiten.
Om dit te voorkomen, is het slim om bij matige kou de camper binnen minstens op 10 °C te houden, of de boiler op z’n minst op 40 °C te verwarmen. Zo blijft de techniekruimte voldoende op temperatuur.
Let extra op alles wat zich buiten het verwarmde woongedeelte bevindt, zoals de afvalwatertank en waterkranen. Zorg dat warme lucht deze plekken bereikt, bijvoorbeeld door een luikje of klep open te zetten richting de boiler, tank of leidingen.
Ook binnenin de camper kunnen leidingen en onderdelen op koude plekken bevriezen. Omdat bij een storing van de hoofdverwarming alles risico loopt, is het verstandig om op voorhand een noodplan te hebben, zoals een elektrische bijverwarming.
Tijdig water aftappen blijft de beste bescherming. Vergeet daarbij ook de kleine hoeveelheden in waterpomp, zwanenhals of stankafsluiters niet. Bij strenge vorst is het vaak het veiligst om alles af te tappen en enkel een kleine jerrycan met drinkwater binnen te gebruiken.
Veilig onderweg naar de sneeuw: hier moet je op letten
Bij stevige sneeuwval zijn bekende wintersportgebieden niet altijd in één dag bereikbaar. Kom je onderweg vast te zitten? Zoek dan een veilige parkeerplaats en maak het jezelf comfortabel, bijvoorbeeld met de kachel aan in de camper. Tijdens zo’n nachtelijk verblijf langs de weg bestaat de kans dat een passerende sneeuwploeg een flinke rand compacte sneeuw langs je voertuig opwerpt. Een stevige kunststof sneeuwschep is dan geen overbodige luxe.
Zorg er ook voor dat je altijd voldoende brandstof in de tank hebt. Tank dus preventief, bijvoorbeeld al wanneer de tank halfleeg is. Zo ben je voorbereid om de motor stationair te laten draaien om de camper bij nood warm te houden. Houd er rekening mee dat een draaiende motor gemiddeld zo’n anderhalve liter brandstof per uur verbruikt.
In bergachtig terrein en op gladde wegen is het rijden met campers, die vaak voorwielaandrijving hebben, een uitdaging. Zelfs op een lichte helling kan het lastig zijn om zonder sneeuwkettingen op gang te komen. Winterbanden zijn belangrijk, maar bij een steile of ijzige helling kunnen ze tekortschieten. Sneeuwkettingen plaats je daarom best al onderaan de helling, op de aangedreven wielen, om gripverlies te voorkomen.
Tijdens het rijden is het belangrijk om ruim afstand te houden en goed te anticiperen, zodat je zo weinig mogelijk hoeft te stoppen. Houd bovendien extra ruimte tot je voorganger én tot bermen, vangrails of sneeuwwallen, want tijdens remmen of optrekken kan het voertuig licht gaan schuiven op zoek naar grip.
Tot slot: veel wintercampings bieden bij aankomst een autowasservice. Maak daar zeker gebruik van om strooizout snel van de camper te verwijderen, want dat voorkomt corrosie en onnodige schade.
Probleemloos genieten van je winterse bestemming
Kies bij voorkeur een plek waar minstens een paar uur per dag zon komt. Dat scheelt écht in warmte, want in de schaduw kan het gewoon de hele dag blijven vriezen. Zet de deur uit de wind en, als het lukt, een zijwand naar het zuiden. Een klein wintertentje bij de ingang helpt om de kou wat buiten te houden.
Is de camper lekker warm? Dan is het een goed moment om water bij te vullen. Doe dat liever niet als alles nog koud is want dan is de kans op bevroren leidingen of tank namelijk groter.
Ventileren is belangrijk, ook als het buiten koud is. Zet elke dag zo’n 20 minuten een paar ramen en de deur open om het vocht eruit te laten. Ga je even weg? Laat dan gerust een paar kastjes of kleppen openstaan als daar condens zit. Zo kan alles mooi opdrogen en voorkom je schimmel.
Gebruik je hydraulische steunen? Trek die elke dag even omhoog en weer omlaag, zodat ze niet vastvriezen in het smeltwater onder de camper. Hetzelfde geldt voor de stroomkabel: even uit de sneeuw tillen voorkomt gedoe.
Heeft je afvalwatertank geen verwarming of isolatie? Laat het water er dan niet in weglopen. Zet in plaats daarvan gewoon een emmer onder de afvoer: simpel en veilig.
Tot slot: sluit ‘s avonds gordijnen, rollo’s of horren van ramen die je niet gebruikt. Dat helpt de warmte binnen te houden. Wel elke dag even die ramen en kozijnen checken en droogmaken, want daar ontstaat snel condens.