weerterbos

Genieten van het Limburgs landschap

9 minuten leestijd

Net over de Nederlandse grens ligt het gezellige stadje Weert. De graven van Horne bouwden er een kasteel en als vooraanstaande edellieden gingen ze jagen in de omliggende bossen. Ook wij gaan op jacht naar edelherten, maar het blijft bij kijken. En luisteren…

reportage
  • Wandelen

‘Hoor je dat?’ We staan aan de rand van het Weerterbos met Ron Vodegel, natuurgids van Limburgs Landschap. Het is een prachtige ochtend. De temperatuur is ’s nachts serieus gedaald, en de zon moet flink van jetje geven om de nevelslierten op te lossen die over de velden en tussen de bomen hangen. Af en toe horen we een rauw gebrul weergalmen. Iets tussen een briesende leeuw en een loeiende stier. 

‘Dat is een mannelijk edelhert’, vertelt Ron. ‘Het zijn de grootste zoogdieren die in de Lage Landen in het wild leven. De mannetjes hebben een schofthoogte van 105 tot 125 centimeter, de wijfjes zijn kleiner en meten maar 90 tot 110 centimeter. In de paartijd gaan de geslachtsrijpe heren ‘burlen’. Met dat geluid laten ze hun concurrenten weten dat ze bereid zijn te vechten voor een hinde. Met hun statige gewei gaan ze ook met elkaar in de clinch. Dat levert een bijzonder schouwspel op dat je maar op enkele plekken kan beleven.’

weerterbos

Dartelende hindes

Edelherten gedijen zowel in nat moerasgebied als op droge heide en ze kunnen zowel leven op een uitgestrekte grasvlakte als in het hooggebergte. Het is vooral belangrijk dat ze voldoende voedsel en water vinden. Het zijn herbivoren: hun dieet is strikt plantaardig. In de lente en zomer zijn ze verlekkerd op grassen en blaadjes van bomen, struiken en kruiden. In de winter knabbelen ze op boomschors, jonge takken en oude grassen, af en toe pikken ze wat eikels en noten mee.

‘Het Weerterbos is een ideaal leefgebied voor edelherten. Het bestaat uit droge en vochtige bossen, vennen, vochtige graslanden en kleine heideveldjes’, vertelt Ron. ‘Hun natuurlijke vijanden zijn de wolf en de lynx, maar die hebben zich hier (nog) niet permanent gevestigd, waardoor ze een rustig leven kunnen leiden.’ Ook al kan je in onze natuur geen groter wild beest tegenkomen, het is niet eenvoudig edelherten te spotten. ‘Overdag liggen ze vaak gecamoufleerd in de dekking van het bos, maar in de ochtend- en avondschemering komen ze grazen op de graslanden.’

Dat de ‘koning van het woud’ zich net in het Weerterbos wél makkelijk laat zien, heeft alles te maken met de draad die om zijn leefgebied is gespannen. ‘Oorspronkelijk zou de kudde aan de Belgische kant van de grens worden uitgezet, maar daar kwam verzet tegen, vooral uit agrarische hoek: de boeren hadden schrik voor hun gewassen. Anderen zagen vooral veiligheidsrisico’s, denk aan botsingen. Het blijft de bedoeling dat ze ooit de absolute vrijheid krijgen, maar een vooropgestelde datum blijf uit.’

Terug naar de bronstige herten. De suspense in onze groep is ondertussen flink toegenomen. We naderen de uitkijktoren van drie verdiepingen in het midden van het bos. Hij staat strategisch opgesteld met uitzicht op een heidevlakte met waterpartij. Een batterij fotografen staat al klaar om het perfecte kiekje te nemen. En ook wij krijgen waar voor ons geld. Zelfs met het blote oog kunnen we een groep dartelende hindes aanschouwen en een loopse bok die hen met zijn majestueuze gewei probeert te imponeren. Een magisch natuurschouwspel waarnaar je uren kan kijken en luisteren.

Schotse hooglanders

Het Weerterbos is met zijn 800 hectare een flinke brok natuur, maar het is te klein als leefgebied voor het edelhert dat wel 3.000 hectare nodig heeft, of minstens groene verbindingsstroken tussen verschillende natuurgebieden. Dat is een van de doelstellingen van het GrenspPark KempenBroek[FE1] . ‘Het gebied is 25.000 hectare groot en wisselt nat af met droog, open met gesloten, natuur met cultuur’, vertelt Bèr Peeters van het Natuur- en Milieucentrum Weert (NMC). ‘Het Kempenbroek is als een prachtig huis met verschillende kamers: moerassen, beekvalleien, vennen, bossen, heide, hooilanden, weilanden, akkers en grootschalige landbouwgebieden.’

Het NMC is een bezoekerscentrum aan de rand van recreatiedomein IJzeren Man. ‘Bij graafwerken met een grote stoommachine – in de volksmond ‘de ijzeren man’ – zijn er drie plassen ontstaan. Op de grote kan je waterskiën en is er recreatie voor klein en groot’, zegt Bèr. Het hart van de gewezen aardrijkskundeleraar ligt echter bij de natuur. ‘De IJzeren Man is zowat het Kempenbroek in het klein. Op een boogscheut van de stad vind je hier allerlei vegetaties en specifieke fauna. En als je meer wil weten, kan je op een speelse manier alles ontdekken in een educatieve tentoonstelling met veel doe-opdrachten, zowel binnen als buiten.’

Het NMC is ook een toeristisch inspiratiepunt. Je vindt er alle info om het Kempenbroek te voet en met de fiets te verkennen. Zelf vindt Bèr de Belgische kant van het gebied net iets mooier. ‘De omgeving is er lieflijker. Aan de Nederlandse kant waren er veel meer ruilverkavelingen waardoor je grotere lappen aaneengesloten landbouw- of natuurgebied krijgt.’ Hoewel de microscopen, waterspelen en allerlei doe-opdrachten in het NMC aanlokkelijk zijn, gaan wij wandelen.

We kiezen voor de Laurabossen. ‘Ha, daar ben ik opgegroeid’, vertelt Bèr nog. Maar Laura is niet de naam van zijn moeder. ‘Het bos is genoemd naar Laura Wackers-Schümmer. Haar man en haar broer baatten samen een steenkoolmijn uit. Om de ondergrondse gangen te beveiligen, hadden ze stuthout nodig: stevige balken die niet te gauw knakken. In het oorspronkelijke heide- en stuifzandgebied plantten ze massaal grove den aan, maar de mijn ging dicht voor de bomen groot genoeg waren.’

‘De jongste jaren proberen we de uitheemse bomen en struiken uit te dunnen en te vervangen door meer diverse beplanting van loofhout en heide’, geeft Bèr mee. Op een zaterdagse vooravond is het heerlijk rustig in het bos. We lijken het helemaal voor ons alleen te hebben. Dennenbossen wisselen af met zandduinen, stukjes heide met struiken, pijpenstrootjes en braam. Er zouden ook Schotse hooglanders in het gebied grazen, maar de stoere runderen laten zich niet zien …

Birgittinessenklooster

Hoog van de toren

Ook al zijn de Lage Landen een dichtbevolkt gebied, Kempenbroek mag zich een Unesco biosfeergebied noemen: het eerste in België, het tweede in Nederland. Biosfeergebieden zijn gebieden waar lokale gemeenschappen samen werken aan een positieve, duurzame toekomst voor zichzelf en hun streek. Innovatieve methoden voor de bescherming van biodiversiteit gaan er hand in hand met sociaaleconomische ontwikkeling. 

De enige stad die midden in het biosfeergebied ligt, is Weert. Een stad met een lange geschiedenis, maar ook met een bloeiend heden. Het is zaterdagmiddag als wij er arriveren en er heerst een gezellige drukte in de binnenstad. Op het marktplein en de omliggende straten staan kleurrijke kramen met allerlei producten. Het ruikt er naar verse groenten en kruiden. En kaas natuurlijk, Hollandse kaas, al zijn we hier in Limburg. Dat kan je dan weer horen: op de vele terrasjes hoor je het lokale dialect en veel opschriften in Weert/Wieërt zijn tweetalig.

In gewoon Nederlands worden we begroet door Harrie Mennen van het stadsgidsenteam. ‘De Weertenaren zeggen nogal graag en gauw waarop het staat. Ze doen niet uit de hoogte’, vertelt hij. ‘Onze Gouden Eeuw was vroeger dan in Holland. Weert bleef daarna vele eeuwen een ingeslapen stadje. Pas aan het einde van de negentiende eeuw is de stad uit haar winterslaap ontwaakt toen zich hier flink wat fabrieken vestigden. Dat trok arbeiders aan en die houden het graag ‘gewoon’.’

Alvast niet gewoon is de Sint-Martinuskerk, de hoofdkerk van de stad. ‘Ze staat in de top 100 van rijksmonumenten’, vertelt Weertenaar Harrie niet zonder trots. ‘In Nederland zijn hallenkerken uitzonderlijk. Bovendien zijn er unieke gewelfschilderingen. Maar voor we naar binnen gaan, vertel ik het verhaal van de toren, zonder twijfel dé landmark van Weert. De onderste 30 meter zijn opgetrokken in Kempische gotiek, die herken je aan de speklagen van tufsteen tussen de baksteen. Maar zoals vaak in de middeleeuwen was op een gegeven moment het geld op.’

‘Pas in 1889 gingen de metselwerken verder. Op de stenen constructie kwam een houten spits van 40 meter en een kruis van nog eens 17,8 meter. Onze toren was maar liefst 104,8 meter hoog. We moesten alleen Delft en Utrecht laten voorgaan met nog hogere kerktorens. Tot het noodlot toesloeg. Bij een felle zuidwesterstorm in 1940 waaide de spits om. Pas in 1960 kwam er een nieuwe, bakstenen spits tot op 78 meter hoogte. Hij heeft de vorm van een lantaarn. De ene vindt ‘m mooi, de andere minder. In ieder geval huist er een indrukwekkende beiaard met 49 klokken en vier luidklokken in een voortreffelijke klankkast.’

Als muren praten

Terwijl we de stad verder verkennen, laat de stadsbeiaardier zich stevig gaan op zijn klokkenspel. Niet alleen klassieke deuntjes vrolijken de zonnige middag op, ook popmuziek en tv-tunes. Doorheen de stad ontdekken we fraaie gevels, vooral in de Maasstraat. ‘Een heel bijzonder gebouw is het Birgittinessenklooster. Tot in 2008 was dit een slotklooster. De nonnen mochten alleen buiten komen om te gaan stemmen bij de verkiezingen of om naar de tandarts te gaan. De zusters die er nu wonen, maakten er een bezinningsoord met B&B van.’ Harrie belt aan en vraagt of we de tuin even mogen zien. Een oase van rust, met een schitterend uitzicht op de Martinustoren.

Weert is ook een beetje een openluchtmuseum. Van muurschilderingen tot beschilderde elektriciteitskastjes, overal in de stad vind je streetart. ‘Met murals brengen we de historische verhalen van de stad tot leven. Er zijn er verschillende over graaf Filips van Horne. In 2018 herdachten we de gebeurtenissen van 450 jaar geleden. Toen werd hij samen met graaf Lamoraal van Egmond onthoofd in Brussel. Het was een van de vele episodes die leidde tot de Tachtigjarige Oorlog. Uiteindelijk kwam het tot een scheiding tussen de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden, met ook een grote impact op onze stad’, vertelt Harrie bij de Muntpassage.

Nog tastbaarder worden de graven Van Horne in kasteelpark Nijenborgh, de ‘nieuwe burcht’ aan de rand van het centrum. ‘Het kasteel werd in 1455 gebouwd door Jacob I Van Horne als het bestuurscentrum van zijn graafschap. Bij een militaire belegering 250 jaar later werd het kasteel grotendeels verwoest, maar sinds de heraanleg van het park kan je langs bruggen op de voormalige voorburcht en langs de historische muren wandelen. En hier op de binnenplaats staat een indrukwekkend bronzen ruiterstandbeeld van graaf Filips Van Horne, de beroemdste inwoner van onze stad.’

Identiteit en zingeving

Uiteindelijk komen we terug op de markt bij het oude stadhuis. De historische voorgevel met rode luiken, zuilengalerij, bordes en balkon is helemaal gerestaureerd. Minstens even schitterend – letterlijk en figuurlijk – is de goudkleurige achtergevel, ook met luiken, maar zonder trappen of treden. ‘Het is de nieuwe publieksingang van Museum W’, duidt Harrie. ‘De nieuwe entree nodigt je uit om binnen te lopen, je te informeren en rustig een kop koffie te drinken aan de lees- en ontmoetingstafel. De oude ingang blijft dienen als meer ceremoniële entree voor bijzondere activiteiten zoals trouwpartijen in de raadzaal.’

Ook wij betreden de gulden eyecatcher en gaan op ontdekking door de talloze vitrines en kasten vol cultuurhistorische objecten en kunst. Langs statige trappen, over krakende plankenvloeren en door donkere zolders volgen we een parcours dat de grote levensvragen stelt waarmee iedere mens mee te maken krijgt. Zoals het lichaam dat je hebt, het gezin waarin je wordt geboren en de streek waarin je opgroeit. Maar ook het werk dat je doet, de ontspanning die je zoekt en de feesten die je viert. ‘Een huis vol verhalen over identiteit en zingeving’, zegt Harrie terwijl we afscheid nemen. 

deel Artikel

Meer inspiratie

Wandelnetwerk Poelberg-Meikensbossen
actua
Lees meer
  • Wandelen
Nieuw wandelnetwerk verbindt groene regio tussen West- en Oost-Vlaanderen
Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer