Zes dagen avontuur: de Venntrilogie

11 minuten leestijd

Dagenlange wandelingen? Dan denk je aan verre landschappen, uitgestrekte bergketens en afgelegen natuurgebieden... maar wist je dat je zo’n avontuur ook dichter bij huis kan vinden? Gewoon hier, in België! Maak kennis met de Venntrilogie: een zesdaagse wandeltocht door de oostelijke uithoeken van België. 

reportage
  • Wandelen

In 2024 werd dit pad bekroond tot Wandelroute van het Jaar. Terecht! Het brengt je dwars door de Hoge Venen, langs kabbelende riviertjes, mysterieuze moerassen en stille bossen, met elk uur een ander landschap aan je voeten. Een verborgen parel in eigen land, waar natuur en geschiedenis naadloos in elkaar overvloeien.

Etappe 1: Van het Drielandenpunt naar Eynatten

‘Dames en heren, zo dadelijk komen we aan in Eupen, eindstation van deze trein.’ Ik schrik wakker. Enkele uren geleden stapte ik nog in Brussel op, nu sta ik plots in het Duitstalige deel van België. De ochtendzon straalt zacht aan een helderblauwe hemel—een veelbelovende start van het avontuur.

Eerste uitdaging: het drielandenpunt bereiken, het officiële startpunt van de Venntrilogie. Gelukkig hoef ik daar niet over na te denken; een korte taxirit brengt me vlotjes naar de grens waar België, Duitsland en Nederland samenkomen. Het landschap onderweg is verrassend heuvelachtig; wie denkt dat België plat is, wordt hier meteen uit die illusie geholpen. Terwijl de taxi zich een weg baant door bossen en glooiende weides, voel ik de stad definitief achter me verdwijnen.

Aan de drielandenpunttoren zigzaggen toeristen over de grenzen, kinderen springen hier enthousiast van land naar land. Maar ik richt mijn blik op wat voor me ligt: 109 kilometer wandelen, helemaal tot aan Bütgenbach. Tijd om te vertrekken.

De eerste kilometers voeren me door het Preusbos, waar de herfst zich al laat voelen. Varens kleuren warm oranje, vlinders fladderen door het zonlicht, mezen huppen van tak naar tak, en het licht dwarrelt zachtjes met de bladeren mee naar beneden. Ik voel me een gast in een perfect georkestreerd ecosysteem en laat de stilte op me inwerken. Het pad is uitstekend bewegwijzerd: een voorbode voor zorgeloos ronddwalen, terwijl de Hohnbach-rivier als een metgezel zachtjes naast me meandert.

Na de beschutting van het bos opent het landschap zich: uitgestrekte velden rollen uit tot aan de horizon. Hier wandel ik door een lappendeken van weilanden, verbonden door een reeks hekjes en poortjes. Pony’s, paarden, schapen en ezels begroeten me nieuwsgierig, en zetten de toon voor de gastvrijheid van anderen die ik nog zal tegenkomen op de Venntrilogie.

Net als de vermoeidheid toeslaat, bereik ik Eynatten. In Hotel Tychon wacht een warme maaltijd, een ontspannende sauna en een zachte matras. Dag één: check!

Etappe 2: Van Eynatten naar Eupen

Aan het begin van dag twee voel ik de eerste dag nog in m’n benen zitten. Die voelen wat zwaarder aan, en zijn blij te weten dat de tweede dag een korter en makkelijker pad op de planning heeft staan. Zodra ik Eynatten verlaat, wandel ik opnieuw door de inmiddels vertrouwde poortjes die weiland na weiland met elkaar verbinden. De ochtend is fris en helder, en de vogels zijn al volop bezig met hun ontwaken: een orkest van tjilpende mezen, jubelende merels en het diepe geroffel van een specht ergens in de verte heet me welkom op deze tweede etape.

Terwijl ik mijn camera bovenhaal om de eerste ochtendbeelden vast te leggen, voel ik plots iets wrijven tegen mijn benen. Een zwarte kat — die ik spontaan Mimi doop — kijkt me lief aan en besluit een stukje met me mee te lopen. Terwijl we samen over het veldwegje dwalen, vraag ik me even af of een zwarte kat op mijn pad ongeluk brengt, maar die gedachte vaart snel weer weg: in dit ochtenddecor voelt haar gezelschap eerder als een zegen.

De dag ontvouwt zich rustig, tot de lucht langzaam van karakter verandert. De wind trekt aan, grijze wolken pakken zich samen en het wandelpad krijgt een compleet andere sfeer. De warmte van de ochtend maakt plaats voor iets ruigs, iets mysterieus. Alsof het landschap zelf zijn adem inhoudt. De eerste druppels vallen, net op het moment dat ik het bos in duik.

Takken ritselen zachtjes in de wind, en de dikke laag versgevallen bladeren dempt mijn voetstappen. Hier, in de schemering van het woud, door de versgevallen bladeren, is het pad hier en daar moelijk te vinden, alsof de natuur haar grenzen even loslaat. Zo lijkt het af en toe alsof ik vrij doorheen het bos aan het wandelen ben – een extra avonturiersgevoel!

Uiteindelijk bereik ik Eupen, de grootste nederzetting op de Venntrilogie, en een opvallend contrast met de eenzaamheid van de bossen. Winkels, cafés en restaurants geven de stad een levendige sfeer, en ik twijfel even of ik vanavond nog een stap buiten mijn verblijf zal zetten. Misschien lonkt een warm café, misschien een bezoek aan een museum — of misschien laat ik de regen gewoon gezellig tegen het raam tikken terwijl ik de dag nog eens laat bezinken. Eén ding is zeker: aan gezelligheid zal het niet ontbreken!

Etappe 3: Het begin van de Hoge Venen

Dag drie breekt aan, en daarmee de langste etappe van de Venntrilogie: 25 kilometer door het hart van de Hoge Venen. Vandaag maak ik echt kennis met de iconische beelden van deze streek: houten vlonderpaden die zich een weg slingeren door desolate heidevelden en moerassen.

De weersvoorspelling voegt een extra uitdaging toe: regenbuien en harde windstoten zullen me de hele dag vergezellen. Maar, zoals de Noren zeggen: ‘slecht weer bestaat niet, alleen slechte kledij.’ In regenjas en -broek zet ik door.

Na de steile straten van Eupen duik ik het bos in en volg de Zwarte Rivier, vernoemd naar het veen dat ze met zich meedraagt. Met ongeduld kijk ik uit naar het moment waarop het landschap zal veranderen en ja hoor, na enkele uren wandelen verdwijnen loofbomen en nemen ruige grassen en struiken het over. Dit zijn de Hoge Venen: een uitgestrekt plateau op 600 meter hoogte, waar alleen de meest geharde planten overleven in de drassige bodem.

Dat moerassige karakter is meteen duidelijk. Kilometerslange houten vlonderpaden banen zich een weg door het natte landschap. Terwijl ik wandel, dwalen mijn gedachten af naar het bouwproces. Hoeveel maanden, jaren misschien, moet het wel hebben gekost om ze aan te leggen?! De regen en mist maken het plaatje compleet: in een straal van 360 graden om me heen is geen enkel teken van menselijke aanwezigheid te bespeuren, behalve de paden zelf. De eenzaamheid hier voelt bijna buitenaards—een uniek gevoel in ons volgebouwde Belgenland.

Mijn wandeltocht eindigt bij Signal de Botrange, het hoogste punt van het land (694 meter). Om symbolisch de 700 meter te halen, werd hier een torentje van zes meter hoog gebouwd. Er zijn geen overnachtingsmogelijkheden, dus tijd om snel terug naar Eupen te geraken. Te ongeduldig om te wachten op de bus, lift ik. Een fluitje van een cent!

Net aangekomen in mijn hotel, trilt mijn gsm in mijn broekzak.
‘Dag Floor. Jef van Toerisme Ost-Belgien hier. Vannacht trekt storm Kirk over het land, met uitzonderlijk veel regen. De paden van etappe vier zullen grotendeels onder water staan. Als je wil, kan je deze etappe overslaan, ik breng je dan naar het startpunt van etappe vijf. Laat maar weten wat je beslist.’

Etappe 4: Stormwandelen

Jef zijn bericht loog niet. Als ik ’s ochtends de gordijnen openschuif, zie ik precies waar ik al voor vreesde: harde regenbuien, zonder teken van ophouden. Maar in plaats van ontmoedigd te zijn, voelt mijn innerlijke avonturier zich aangesproken. Een dag lang door de bossen ploeteren in de regen? Klinkt als een leuke, maar intense uitdaging. Here I come!

Ik begin met een busrit terug naar Signal de Botrange, waar ik gisteren eindigde. De toren doemt op uit de mist, terwijl de bodem errond al een voorproefje geeft van wat me te wachten staat: paden die meer op beekjes lijken, met amper droge plekjes voor mijn voeten.

De bosbewoners hebben duidelijk een rustdag genomen: geen vogels te bespeuren, geen ritselende blaadjes op de achtergrond—alleen het onafgebroken tikken van de regen op de natte bosgrond. Een bijna beklemmende stilte, maar ook een bijzondere ervaring om in deze verstilde wereld rond te lopen.

Pas na de middag ontwaakt de natuur weer. De regen ebt weg, en langzaam nemen mezen, vinken en gaaien het bos weer in met hun gezang, alsof ze samen een late brunch vieren. Ook het landschap wordt spectaculairder. Ik wandel een brede vallei in het bos in, waar een kabbelende rivier zich een weg baant tussen dichtbeboste hellingen. De geur van nat mos en gevallen bladeren hangt in de lucht, en de zon breekt aarzelend door het wolkendek.

Malmedy, mijn eindpunt voor vandaag, kondigt zich aan met de eerste tekenen van menselijke aanwezigheid. Links en rechts verschijnen dagtoeristen, ook zij trotseerden het mysterieuze weer voor een prachtige tocht. Een prachtig einde aan mijn avontuur in de Hoge Venen.

Etappe 5: Het begin van de Zuidelijke Venen

De voorlaatste dag breekt aan en ik word beloond met droog, zonnig weer. Het bos herleeft; zangvogels zingen weer, water stroomt weer doorheen de gekende banen en ik heb het geluk een eekhoorn van dichtbij te kunnen zien terwijl die behendig van tak naar tak springt en verdwijnt in het bladerdak. 

Bij het bestuderen van de kaart valt me op dat deze etappe, ondanks de kortere afstand, behoorlijk wat fysieke inspanning zal vragen. Hier begint het domein van de Zuidelijke Venen, en het pad verplicht je om te stijgen en te dalen. Mijn eerste klim uit Malmedy schudt mijn kuiten wakker, terwijl brede bospaden zich als een kronkelende ader een weg omhoog banen. Al snel bevind ik me op een hoogte waar het uitzicht opent: een uitgestrekte vallei, haar beboste flanken als een mozaïek van herfstkleuren.

Ik hoopte erop, en ja hoor: het pad volgt de flank van de heuvel, met af en toe openingen tussen de bomen die me een glimp gunnen op de vallei links van me. Wat een festijn voor het oog en hart. Mijn stappen worden vanzelf trager, alsof mijn lichaam de rust van het bos overneemt. Mijn gedachten verweven zich moeiteloos, en zachtjes dwaal ik rond in een lichtmazig web van mogelijkheden.

Voor ik het weet, doemt in de verte het geluid van autoverkeer op, een teken dat deze etappe haar einde nadert. Maar niet zonder een laatste verrassing: een panoramisch zicht op het Warche-dal, waar de indrukwekkende dam van Robertville zich als een monument van steen en water tussen de heuvels wringt. Het meer schittert in het zonlicht, en vrachtwagens racen voorbij over de dam, op weg naar de andere kant van België. Maar ik blijf vandaag hier. In de zon, in de rust, aan het meer. 

Etappe 6: Op naar het eindpunt in Bütgenbach

De laatste dag breekt aan, en het lijkt erop dat ik deze tocht droog en misschien zelfs zonnig zal beëindigen. Terwijl ik mijn ontbijt geniet, leer ik het Franse woord voor een zachtgekookt eitje – un œuf à la coque, en na een korte backtrack naar waar het pad gisteren eindigde, sta ik aan het begin van mijn laatste etappe. Het is vroeg; mist hangt laag over het meer van Robertville, en de spinnenwebben die over het pad liggen, verraden dat ik de eerste wandelaar ben. Mijn eerste stappen voelen als een zachte dans over de grond, de stilte is bijna magisch. Het uitzicht doet me denken aan Zweden, met een langgerekt meer omzoomd door bomen die in de herfstkleuren stralen.

Niet veel later, halverwege het meer, merk ik dat ik niet meer alleen ben. Vissers turen in stilte langs de oevers over het meer, hun tenten opgeworpen, terwijl ze hopen op een goede vangst. Ik wandel zachtjes langs hen heen, alsof ik de vissen met het minste geluid zou kunnen wegjagen. 

De paden langs het meer lijken wel een sprookje. Langs beide flanken bedekt heldergroen mos de grond, af en toe vergezeld van een familie paddenstoelen. Boomwortels slingeren als een landkaart over de aarde en het kronkelende smalle pad nodigt uit om te dwalen. Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat bosnimfen over deze paden zweven…

De regenval van de voorbije dagen heeft ook op deze delen van het pad wat schade aangericht. Na een uur wandelen wordt het pad omgeleid over een asfaltweg heen. Niet het zachte bospad dat ik gewend ben, maar ik ben niet alleen: ik ontmoet twee mannen uit Nederland die de Venntrilogie ook wandelen. Ze hebben dezelfde regenachtige dagen meegemaakt en hebben uiteindelijk besloten etappe 4 over te slaan. Als ik hen beelden van die dag laat zien, duiken enorm opgelichte blikken op in hun ogen.

Later op de dag laat ik het meer achter me en opent het landschap zich weer. Velden strekken zich uit, koeien grazen in de zon, en de paden worden breder. Asfalt komt weer in zicht, een teken dat de reis zijn einde nadert. De wereld versnelt: huizen, auto's, winkels die hun deuren openen. Een korte wandeling naar het centrum leidt me naar de Venntrilogie-poort in Bütgenbach, het officiële eindpunt van mijn avontuur.

Dan zie ik, in mijn ooghoek, drie frisse wandelaars met versgepakte rugzakken die de bewegwijzering bestuderen. Hun ogen stralen met nieuwsgierigheid en verwachting. Voor hen moet het allemaal nog beginnen…

Naar huis…

Op de bus terug naar Eupen, met de glooiende heuvels die langzaam uit het zicht verdwijnen, overloop ik de afgelopen dagen herleven. De verscheidenheid van het landschap, van de mystieke bossen tot de uitgestrekte heidevelden, de onvoorspelbare weersomstandigheden die het avontuur extra bijzonder maakten, de momenten van rust die ik steeds weer vond: ze glijden als een film voorbij in het landschap dat voor me uitrolt.

Als ik de trein naar Brussel instap, weet ik dat de drukte van de stad me snel zal omsluiten. Daar lijkt alles sneller te gaan. Wat een luxe om zulke uiteenlopende werelden op één treinrit van elkaar te hebben in België…

C’est du Belge: Neutraal Moresnet

viaduct van moresnet

De naam doet het al vermoeden: Neutraal Moresnet was een neutrale microstaat (van amper 3,5 vierkante kilometer) die bestond van 1816 tot 1919. Vandaag doorkruist de Venntrilogie dit exacte gebied, in de eerste vijf kilometer van het wandelpad wanneer je vertrekt vanuit het drielandenpunt in het noorden. De ontstaansreden van dit piepkleine territorium? Een heel waardevolle zinkmijn.

Bij het Congres van Wenen (in 1815) kwamen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en Pruisen namelijk niet tot een akkoord over deze waardevolle bron van inkomsten. Daarom werd besloten het gebied gezamenlijk te besturen als een neutrale zone.

Zo gezegd, zo gedaan: het piepkleine gebied werd gedoopt tot ‘Neutraal Moresnet’, kreeg een volkslied, een eigen vlag, een eigen postzegel, en de officiële afhankelijkheid, al was het in praktijk zeer afhankelijk van de omliggende landen.

Na afloop van de Eerste Wereldoorlog werd dit gebied officieel toegevoegd aan het Belgische grondgebied, waardoor we het vandaag kennen als een klein deeltje van onze Duitstalige gemeenschap.  

Meer info

deel Artikel

Meer inspiratie

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer