Gelsloop Wandeling in Zondereigen

Zondereigen is een gehucht van Baarle Hertog. 
Vertrekken doen we bij de parochiekerk Sint Rumoldus, welke tot 1842  afhankelijk was van de Sint-Remigiusparochie in Baarle-Hertog. De geschiedenis gaat terug tot 1464, toen Zondereigen een eigen kapel kreeg. 

We wandelen langs een reconstructies van de Dodendraad. De dodendraad was in de Eerste Wereldoorlog de grensafsluiting tussen het bezette België en het “neutrale” Nederland. Op de (3 tot) 5 stroomdraden stond 2000 Volt. 
We wandelen ook langs een reconstructie van het schakelhuis van waaruit de stroom kon uitgeschakeld worden voor onderhoudswerken aan de dodendraad en voor het verwijderen van dode dieren en... mensen.

Onderweg hebben we een mooi uitzicht op de Noordermark en de Moermolen. De Moermolen is in 1844 opgericht als koren- en windwatermolen met de bedoeling het omringende moer droog te leggen. Na enkele mislukte pogingen -het water vloeide steeds terug- werd de molen nog uitsluitend gebruikt als graanwindmolen. In bedrijf tot circa 1945, daarna geleidelijk ontmanteld; de wieken werden verwijderd in 1960

Via een vlonderpad over de natste delen in het natuurgebied het Moer proberen we onze voeten droog te houden. Dit vlonderpad is aangelegd in het kader van het ruilverkavelingsproject Zondereigen.

Via een kleine brugje kunnen we de Moerloop overbruggen en komen we terecht in het geheimzinnige moerasgebied, het Moer. Hier zal je zeker hoge wandelschoenen of laarzen nodig hebben om natte voeten te vermijden. 

De Kapel van de Oude Baan heeft zijn eigen verhaal. Sus van Gils, een plaatselijke landbouwer reed met zijn paard en kar op een dag in 1932 naar zijn akkers. Bij het oprijden van zijn veld tuimelde hij van zijn kar. Hij viel vlak voor het wiel en vreesde te worden overreden. Als bij wonder stopte het paard en Sus bleef hierdoor ongedeerd. Uit dankbaarheid bouwde hij de kapel ter van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. 

Op het einde wandelen we nog voorbij de St.-Jozefkapel. Deze werd opgericht door Jozef Nooyens, pastoor van Zondereigen tussen 1903 en 1915.
Tweemaal per jaar trok de processie door de Dorpsstraat naar deze plaats: zondags na sacramentsdag en met de kermis begin juli. Veldbloemen als margrieten, wilgenroosjes en brem werden op de weg gestrooid en alle ramen waren versierd met bloemen en brandende kaarsen. De mensen knielden buiten op een stoel neer om er te bidden.