
Oiltjnèrswandeling
De gemeente Haaltert ontstond in 1977 door samenvoeging van de toenmalige gemeenten Haaltert, Denderhoutem, Heldergem en Kerksken. Ook de helft van het gehucht Terjoden van de toen ontbonden gemeente Erembodegem werd bij de nieuwe gemeente gevoegd. De plaats ligt in de Denderstreek en telt ca 17000 inwoners.
Inwoners van de gemeente worden Haaltenaars genoemd, ‘Oiltjnèrs’ in het dialect. De spotnaam voor de Haaltenaars is ‘stoefer’ of ook wel ‘chiprioot’, genoemd naar hun ex-burgemeester Willy Michiels die de bijnaam ‘de chipper’ had.
De gemeente heeft een licht golvend landschap. Het hoogste punt, gelegen in de Hoogkouterbaan waar de Topmolen stond (gesloopt in 1998), ligt ongeveer op 60 meter boven de zeespiegel. De Topmolen werd omstreeks 1770 gebouwd en stopte zijn activiteit rond 1920. Van hieruit hebben wij mooie vergezichten op de omgeving, o.a. Aalst, Mere en Erpe.
Vast staat dat op deze hoogst gelegen plaatsen van Haaltert zich Merovingers hadden gevestigd met de bedoeling er te blijven. Zij rooiden op de hoogten de bossen en begonnen met het inkouteren van het land. De namen van deze bewoners vind je terug in de wijknamen als Gotegem en Brantegem. “Gem” staat voor het Germaanse “Ingaheim” wat heem of woning betekent; in dit geval dan van Guto en Brando.
Men vindt er moerassige en met struikgewas beplante gebieden langs de Molenbeek.
Het christendom werd gepredikt door de H. Amandus. Het eerste monnikenklooster situeerde zich in het westelijk gedeelte van Haaltert (gehucht Brantegem).
Een oorkonde van de heer Engelbert uit 1046, vermeldde de stichting van een kapittel van 12 kanunniken in de Sint-Gorikskerk. In 1495 werd, gezien de onveilige toestanden op het platteland, het kapittel overgebracht naar de Sint-Maartenskerk in Aalst.
Tot voor de Franse overheersing behoorde Haaltert tot het Land van Rotselaar, binnen het Land van Aalst. Het bezat een schepenbank, namelijk het prinselijk leenhof, de Schijvinck, die de justitiemacht uitoefende. De schepenbank zetelde in de burcht, in de omgeving van de dorpskerk.
Eeuwenlang was Haaltert een landbouwersdorp waar hoofdzakelijk hop, vlas en koolzaad geteeld werden. De Vlasmis ter ere van Sint-Laurentius herinnert aan de eens zo bloeiende vlasteelt. Enkele belangrijke hoeven : Hof te Culsbroek, Hof ter Wilgen, Hof te Rode, Hof Stoys (hof ten Haze). Een 10-tal brouwerijen en 4 molens (3 windmolens en één watermolen) zorgden eveneens voor een economische bedrijvigheid. Begin 1900 stichtte men in Haaltert kantscholen en in 1930 werkten hier nog honderden thuiswerksters voor een 30-tal kantuitgevers. Haaltert wordt niet ten onrechte Kantwerkstergemeente genoemd. Door de industrialisatie verdween de thuisarbeid en schakelde men over op pendelarbeid naar Aalst en Brussel.
- Wandelen
- Natuur
Praktische info
Jeugdheem Haaltert
Papestraat 10
9450 Haaltert
België