Een zelfgemaakte iglo

Winterkamperen in een iglo die je zelf bouwt in je eigen tuin. Dat is het plan. Wachten op sneeuw, dat is de voorwaarde. Een dik pak sneeuw hoeft het niet te zijn, zolang je maar genoeg vierkante meters hebt. Maar zelfs een beetje sneeuw is in Vlaanderen stilaan uitzonderlijk. Als de nood het hoogst is, zijn de Hoge Venen echter nabij. En vlakbij. Eén sneeuwdag op de Botrange is voldoende voor de test: kunnen ook niet-Inuit een deugdelijke iglo bouwen?

We zijn dan ook niet zomaar een willekeurig stel pseudo-Eskimo’s, maar drie geharde oud-AVT’ers. Niet dat atletiek je specifiek voorbereidt op sneeuwhardheid, maar het helpt wel. In de zomer van vorig jaar begint het wilde plan te groeien bij fotograaf Rudi en mij, toevallig in de Oostkantons. Zou het niet te gek zijn om een keer in plaats van die eeuwige sneeuwmannen eens een echte sneeuwhut te bouwen waarin je echt kan winterkamperen? En het liefst op je eigen gazon, met je eigen handen en je eigen sneeuw. Puur om te bewijzen dat het kan. En te laten zien hoe het kan. Buurman Maurice keek de winter tevoren, toen het een keer had gesneeuwd, meesmuilend toe hoe Rudi een vergeefse eerste poging deed in eigen tuin. Toen nog amper voorbereid, nog zonder studie van de verschillende technieken die vooral Amerikaanse en Canadese sneeuwfanaten op YouTube postten. Omdat ook hem niets te gek is, denkt en doet Maurice enthousiast mee. We houden een voorbereidende vergadering, maken afspraken over aanpak en materiaal en beloften om stand-by te staan. En nu maar wachten op sneeuw. 

Fundamenten 

Geduld is ook een noodzakelijke voorwaarde voor deze uitdaging. December en januari gaan zonder één vlokje sneeuw voorbij. Ook februari lijkt vlokkeloos te verlopen, totdat op de laatste dag van de krokusvakantie de sneeuwgoden ons gunstig gezind zijn. Tenminste, voor een dag of twee, en alleen op de Hoge Venen. Geen probleem, een tuin in de Oostkantons is net zo goed als onze eigen tuin. Het natuurcentrum van Botrange is (lichtjes verbaasd, maar) zo vriendelijk ons toe te staan een iglo te komen bouwen. We mogen gebruikmaken van een weide achter het Maison du Parc.  

Het heeft vannacht goed gesneeuwd, maar nu is het een prachtige dag. Tegen de avond wordt echter alweer dooi voorspeld. We verspillen dus geen tijd. Rond 10 uur zijn we ter plaatse. De weide is smetteloos wit, met zeker een halve meter sneeuw. Veel vierkante meters zullen we dus niet nodig hebben. We kiezen een mooie plek en meten met het uitgetrokken statief de omtrek af. We verankeren de voet in de bevroren bodem en Maurice begint aan de fundamenten ter hoogte van de buitenkant van de omtrek. Als je 3 ton sneeuw wil stapelen, moet je een goede fundering hebben om verzakkingen te vermijden. Je kan de sneeuw wegscheppen tot de bodem, maar je kan hem ook goed aanstampen en aanvullen tot je erop kan staan zonder erin weg te zakken. Bovendien spaar je met een goed aangetrapte laag een eerste rij blokken uit.  

Fluks gaan we aan het werk en algauw gaan de overjassen en mutsen uit. En algauw groeit na de eerstesteenlegging (geen tijd voor speeches of om een lintje door te knippen) op de aangestampte sneeuw de eerste blokkenrij. We zetten de blokken op een lichtjes stijgende ramp van goed aangeklopte sneeuw zodat de laatste blok van de eerste rij boven de eerste steen uit komt. In deze spiraal vormen de blokken één lange, ononderbroken, stevige laag en staan ze niet gewoon losjes boven op elkaar. We houden na dit eerste uur een rustpauze en hebben er goede hoop op. De sneeuw is van uitstekende kwaliteit: kleveriger dan poedersneeuw en flexibeler dan ijs. De vraag is of deze sneeuw ook sterker is dan de zwaartekracht. 

Kapitein Iglo 

De taken zijn spontaan verdeeld. Maurice is chef blokken, Rudi zet de blokken langs de buitenkant en ik vang ze aan de binnenkant op tegen het plateau van het meedraaiende statief. Maurice vult in een gestaag tempo de bak met verse sneeuw, die hij goed aandrukt en dan ‘gebakken’ uit de vorm laat glijden. Af en toe vraag ik hem ook sneeuw in de iglo te scheppen, om als ‘mortelspecie’ te gebruiken: de gestapelde blokken moeten vooral aan de binnenkant goed op elkaar aansluiten. Met sneeuw werk ik de voegen weg om het geheel te verstevigen. Rudi’s taak is de belangrijkste: hij moet de blokken in de juiste hoek met force op zowel het plateau als de voorgaande blok gooien om ze goed te doen aansluiten. Daartoe snijdt hij ze aan de zijkant schuin af, zodat ze beter in elkaar grijpen. Ook de onderkant snijdt hij met een broodmes schuin af. Laag na laag staan de blokken schuiner en minder verticaal. Onze kapitein Iglo is tevreden: de iglo groeit volgens plan en ziet er stevig genoeg uit. Ik hoop het, want als de boel instort terwijl ik in de iglo zit, komt het rescue system in de hals van mijn skivest goed van pas… 

We krijgen bezoek van de familie De Roo uit Oostende, die met een camper verderop, aan het Signal de Botrange, staat. Papa Rob neemt een van de sneeuwscheppen ter hand, terwijl dochter Margot en zoontje Alexander me aan de binnenkant een handje komen helpen. Omdat de iglo al wat te hoog wordt voor de kinderen, snijden we een deuropening uit. De kinderen zijn niet uit de iglo te branden. Margot wil dat we in de zomer op het strand van Oostende een even groot zandkasteel komen bouwen. 

Kaartenhuis 

Na de vierde rij is het schaft, zoals dat heet in de bouw. Een sperwer komt het vreemde bouwwerk keuren. In de achtergrond neemt het aantal sneeuwliefhebbers toe. De voorspelde massa wandelaars en langlaufers groeit. Ook de nieuwsgierigen. Mensen komen dichterbij. De belangstelling is internationaal! Een gezin uit Maastricht is onder de indruk. Het is opvallend hoe nu al – zonder dak – in de iglo het geluid van buiten verstomt. Van sneeuw is bekend dat het dempend en isolerend werkt. Dat is overduidelijk in de iglo. Als ik in de kegel werk, hoor ik wel dat Rudi en Maurice buiten iets zeggen, maar het is onverstaanbaar.  

Vanaf rij 5 staan de blokken al bijna op hun kant. We begonnen met een grondlaag van 25 blokken, deze laag telt er 14. De iglo wordt te hoog om de blokken langs de buitenzijde aan te brengen. Met de slee schuift Maurice telkens twee blokken door de opening naar binnen. Rudi en ik wringen ze dan langs binnen op hun plaats en ik verstevig de voegen. De laatste blokken moeten toch weer langs buiten ingestoken worden. De opening wordt te klein om blokken te plaatsen langs het statief, dat ik op zijn plaats houd. Het is het meest delicate moment van de bouw: houden de blokken het? Zetten de horizontale blokken genoeg zijwaartse druk op de wand om op hun plaats te blijven? Blijft de constructie overeind of is onze iglo een kaartenhuis van sneeuw? Maak ik mij niet beter uit de voeten? 

Entreegeld 

De iglo blijkt robuust te zijn, zelfs als we er met twee man bovenop gaan staan. Onverwoestbaar, zo lijkt het. Tenminste, tot de dooi intreedt. Met de sluitsteen gaat in de iglo het licht uit. Of toch niet helemaal: er is de deuropening en er is het bijzondere licht dat door de sneeuwblokken valt. De met ‘mortel’ aangevulde blokken zijn niet egaal van textuur, zodat de sneeuw nergens even dicht is. Als er iemand door de ingang kruipt en het buitenlicht blokkeert, is de magie compleet. Een betoverend mooi licht in lichte en donkere blauwe tinten valt door de wand. Omdat het geluid van buiten helemaal is weggevallen, versterkt de stilte dat bijzondere effect.  

Steeds meer voorbijgangers willen een kijkje nemen ín de iglo. We hadden entree moeten vragen. Inmiddels heeft Maurice met zeven blokken een mooie inkom gebouwd voor de ingang, zodat de iglo nog meer op het clichébeeld lijkt. Een Zweed die toevallig in België was toen het begon te sneeuwen en naar hier kwam omdat hij de sneeuw miste, complimenteert ons: ‘Zulke iglo’s heb ik zelfs thuis nooit gezien. Knap werk.’ We verwijderen het statief en scheppen tegenover de ingang tot de bodem een gang uit, zodat aan weerskanten ervan twee slaapbanken ontstaan. We leggen er de slaapzakken op en genieten van a job well done. Het is 15 uur en na het opruimen van het materiaal begint het al te schemeren. Het is volkomen stil buiten, ondanks de bewonderaars voor onze deur. We horen enkel geknisper in de sneeuw als er iemand rond de iglo loopt. Stel je dat ’s nachts voor… Zijn er alweer wolven op de Hoge Venen?  

Wat heb je nodig?  

Tegen de winter staat het bouwmateriaal klaar: een plastic bak om sneeuwblokken in te maken en een oud verstelbaar statief op een houten voet om te verankeren in het midden van de iglo en met een kantelbaar plateau om de blokken te ondersteunen. Dé uitdaging zal zijn om naar de sluitsteen toe bijna horizontaal blokken aan te brengen. De plakkwaliteit van de sneeuw – de glaciale viscositeit, zoals wij iglologen zeggen – is daarom van groot belang. En waterdichte kledij, natuurlijk: ploeteren in sneeuw is als de hele dag in een koud bad liggen. De sneeuwschep kan eindelijk ook nog eens van stal. Ik pak ook onze houten slee in, voor het transport ter plaatse.  

Een beetje rekenen  

  • Onze plastic bak (20 x 30 x 40 cm) heeft een inhoud van 24.000 cm³ of 24 liter. Ligt er een pak van 5 cm sneeuw, dan kan je per m² twee blokken maken (5 x 100 x 100 cm = 50.000 cm³ of 50 liter).  
  • Voor een iglo met een diameter van circa 2 m – om er minstens twee slaapplaatsen in te kunnen hebben – schatten we het benodigde aantal sneeuwblokken op 120: 7 à 8 lagen met een afnemend aantal per laag, omdat de diameter afneemt naar de top toe. Een iglo is immers conisch of kegelvormig en niet cilindrisch van vorm.  
  • Circa 120 blokken van 24 l zijn goed voor 2.880 liter/kg of bijna 3 ton sneeuw! Bij een sneeuwlaag van 5 cm heb je daarom een maagdelijk sneeuwoppervlak van 60 m² nodig. Dat is niet onoverkomelijk veel: een gemiddelde oprit of grasveld telt algauw 100 m². Valt er een dik pak sneeuw van bijvoorbeeld 10 cm, dan kan je 4 blokken per m² maken en volstaat 30 m². 

Hoe bouw je een iglo  in 5 stappen?

Om zelf een iglo te maken heb je niet eens veel sneeuw nodig: 5 cm op 60 m². 

  1. Om te kamperen in je iglo moet ze een diameter hebben van minstens 2 m. Schep die vorm uit in de sneeuw.  
  2. Stamp aan de buitenkant van je cirkel de sneeuw goed aan voor een stevige fundering en leg er een ramp op aan die lichtjes stijgt. 
  3. Hierop komen de in een mal gevormde sneeuwblokken. Snijd de onderkant scheef af en zet ze per rij schuiner naar binnen toe.  
  4. Voor de hogere rijen gebruik je een platform (bv. op een statief) voor steun. Plak de kieren tussen de blokken dicht met losse sneeuw.   
  5. De bovenste rijen steek je langs binnen omhoog. De op maat gesneden sluitsteen breng je langs de buitenkant in. 
Gepubliceerd op maandag, maart 1, 2021 door Koen Driessens

Delen