Wandelen in De Wijers

6 minuten leestijd

Dit najaar zet Toerisme Limburg De Wijers in het zonnetje, het land van 1.001 vijvers. Vandaag combineren die natuur met recreatie en cultuur, lekker tafelen met allerlei logies. Een nieuwe kaart en een gidsje breien drie dagstappers aan elkaar tot een langeafstandswandeling van 76 kilometer.

 

reportage
  • Wandelen

Laten we meteen met dat combineren in huis vallen. Het Domein Bokrijk heeft een eigen stationnetje in retrostijl, vlak bij startplaats dertien en wandelwissel zes. Daar zal een inkorting mij op het goede spoor zetten voor dagstapper drie, een rondje Bokrijk­-Winterslag-­De Maten, goed voor 22,5 kilometer. Ben je nu al het noorden kwijt? Niet erg, zo dacht ik er ook over toen ik eraan begon. Laat het me uitleggen.

De nieuwe kaart presenteert je een langeafstandswandelroute (LAW) van 76 kilometer. Die loodst je langs natuurreservaten, toeristische attracties, kampeerterreinen, hotels, culturele toppers, terrassen en eetgelegenheden. Er zijn veertien startplaatsen waar je de auto kan achter laten, maar er zijn net zo goed bushaltes en trein stations waar je de tocht kan beginnen of onderbreken.

De Wijers heeft wandeltrajecten voor iedereen: getrainde stappers of niet.

Bedank je voor de 76 kilometer, kies dan een dagstapper van hooguit 24 kilometer of een lokaal traject, dat heb je al vanaf drie kilometer. Vrijheid blijheid is de boodschap.

Nog één ding voor ik echt mijn tanden in De Wijers zet: het regionaal Landschap Lage Kempen puzzelde de hele route in elkaar en maakte veelvuldig gebruik van bestaande paden.

Zo komt het dat je nu eens over een GR-­route loopt, dan weer door een beschermd stuk natuur of gewoon over een of ander Heikneuterspad. Die eindeloze mogelijkheden leggen met veel logo’s, nummers en ingekleurde trajecten wel een hypotheek op de leesbaarheid van de kaart.

Daar, een woudaapje!

Goed dan, geen tijd meer te verliezen. Dus laat ik Bokrijk – de topper waar je honderd jaar in één dag kan beleven – links liggen om via het arboretum, Natuurreservaat Het Wik en Jeugdherberg De roerdomp een 3,5 kilometer lange inkorting te lopen, die me op de eigenlijke LAW zet.

Het Wik is een kwetsbaar gebied waar vooral trekvogels rond deze tijd van het jaar stranden. De visarend bijvoorbeeld. Of de grote zilverreiger en het woudaapje, ook een soort reiger.

Eens om de tien jaar verblijven er in de winter ook kruisbekken, als de dennenbomen in het noorden te weinig zaad produceren. Het loopt lekker naar de Schemmersberg. De richtingbordjes zijn klein, maar het zijn er veel. En als ik er eentje mis, zet de kaart me weer op het goede pad. Daar heb ik schik in.

De heide oogt mooi, met bloeiende erica, zandzegge, wat verkleumde berken en door de wind verbogen lage den. Een gevoel van ruimte krijg ik meteen mee, alleen wat reeën en een hert ontbreken nog.

Dan stuurt het pad me door de tuinwijk van Winterslag, in het begin van de vorige eeuw helemaal voor de huisvesting van het mijnpersoneel ontworpen. Aan deze kant van de spoorweg nog op maat van de arbeiders, verderop naar de levensstijl en positie van ingenieurs en mijnbazen.

Zo loop ik over de immense Margarethalaan voorbij het trotse mijnwerkersbeeld van genkenaar Raf Mailleux, om even verder bijna mijn route te missen omdat een wegwijzertje met struiken overgroeid is.

 

Mooie Maten

Een ingewikkelde verkeersknoop stuurt me nabij de Limburghal langs irritant snelverkeer naar de Stiemerbeek. Daar ontbreekt de bewegwijzering voor het eerst helemaal. Meer dan een kwartier loop ik heen en weer te zoeken om uiteindelijk een paar honderd meter naast het pad in een woonwijk te belanden. Geen man overboord, als bij toeval bots ik op een wegwijzer die me het natuurreservaat De Maten aanbeveelt.

Ik ben voorbij halfweg en ga voor een picknick op een boomstronk bij het water zitten. De wind ruist in de rietkragen, een stel eenden laat zich meedrijven, meerkoeten peddelen zenuwachtig rondjes bij de oever. Maar pas een kilometer verderop tonen De Maten zich op hun best. Voorbij een sas heeft Natuurpunt het beheer van het gebied in handen. Honden zijn er niet toegelaten. Je loopt er als wandelaar over een graspad langs struiken en vijvers.

 

Ik mis alweer een wegwijzer, maar neem dat voor lief.

Soms verscholen achter hoge rietkragen en zacht wuivende lisdodde, dan weer met doorkijkjes over het rimpelende water met zijn kuifeenden, een enkele fuut en een familie zwanen.

Dat ik verderop alweer een wegwijzer mis en dankzij een vriendelijke buurtbewoner toch nog via het Diepenbeker bos en de Augustijnenvijvers opnieuw Bokrijk en zijn Koetshuis in het vizier krijg, neem ik maar voor lief. De Maten waren top.

Nattigheid op de Wijvenheide

Een nacht slapen als een os en een stel zere voeten verder begin ik op Domein Kiewit kreunend aan een nieuw wandeltraject. Nog nooit zag ik een kudde runderen roerloos tussen de bomen liggen rusten, allemaal met de neuzen in dezelfde richting. Een of ander hedendaags kunstwerk, denk ik eerst, maar ze zijn echt. Herkauwers die me aanstaren alsof ik een domme koe ben. Bij het natuurreservaat Platwijers moet ik een eerste keer de weg vragen. Aan het Witven ben ik een wegwijzer voorbij gelopen, eigen schuld, dikke bult. Maar het paaltje staat wel rechts van de weg. Zelf heb ik als kind al geleerd links te lopen, het verkeer tegemoet, wat veiliger is.

Dan brengt de route me dwars door het wandelgebied Platwijers-­Wijvenheide. Het is een kerngebied van De Wijers. Die naam is eigenlijk een verbastering van vijvers, eeuwen geleden al uitgegraven voor de viskweek. Vrijdag visdag gebood de kerk, en zo geschiedde. De abdij van Herkenrode had er meer dan een vinger in de plas. Vandaag is het gemengd gebied. Er zijn nog altijd kweekvijvers. Je herkent ze aan het raster van fijne draden die over de plassen zijn gespannen. Kwestie van reigers allerhande uit de buurt te houden. Wat verderop kunnen die ongestoord hun gang gaan in natuurlijke vijvers. Daarnaast ligt dan weer een strakke rechthoekige vijver, met een bordje De Lustige Vissers.

 

Al gaande toont zich de weg

Nog één keer raak ik het noorden kwijt, na de lunch op de camping van het kraaknette recreatiedomein Heidestrand, en ik beland aan het eind van de dag in weer een andere biotoop. met een deftig bord laat de baron de Villenfagne de Vogelsanck me weten dat ik zijn bos betreed. En of ik gelijk de natuur wil respecteren?

Het zandpad gaat bergop tussen dennen tot bij een breed panorama met uitzicht over het adellijke landgoed van Terlaemen. Op de top van die bolderberg woont een kluizenaar naast de kapel van O.L.V. Loreto. De kluis mag ik niet bezoeken en naast de kapel staat een pelgrimskruis met aan de voet ervan een hele berg steentjes.

Een prent in de kapel geeft me terug hoop.

Wandelaars, voorbijgangers en pelgrims hebben die neergelegd om zo ‘symbolisch hun steentje bij te dragen aan een mensvriendelijker samenleving’.

Ik loop de kapel binnen, sta voor een Christusicoon en hoor ver weg allerzachtste muziek. Als ik me op mijn zere hielen omdraai om de kapel te verlaten, hangt op de muur achteraan een prent met het bijschrift ‘Al gaande toont zich de weg’. Bijna thuis.

Tekst Chris Van Minnebruggen - Foto’s Daniël Rys

Dit artikel is verschenen in oktober 2014.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer