Trappen langs de Kingfisher Trail

De ondertekening van het Goedevrijdagakkoord maakte 25 jaar geleden een einde aan The Troubles in Noord-Ierland. Fietsjournalist Jessica de Korte en singer-songwriter Paul op O’Brien volgen fraaie fietsroutes die door het grensgebied slingeren.

Het ene magische meer na het andere verschijnt. Glinsterend in de zon, of donker kleurend, onder grijze wolken. De Kingfisher Trail slingert langs het water rond de plaats Enniskillen in het graafschap Fermanagh. Vlak? Ho maar. De landelijke wegen gaan continu op en neer. ‘Wat had je verwacht?’ appt mijn Ierse partner Fergal vanuit Nederland. ‘Je fietst door het grensgebied. Heuvels dus.’ 

Ierland was eeuwenlang een kolonie van Engeland. Na jaren van onenigheid kreeg het land in 1922 de status van vrijstaat, een tussenstap naar de in 1948 uitgeroepen Republiek. Voorwaarde was dat Noord-Ierland onderdeel van het Verenigd Koninkrijk zou blijven. Bij het bepalen van de grens speelde geografie een grote rol. Dat is de reden waarom we zo vaak langs rivieren en meren fietsen. 

Bruine bordjes met een ijsvogel leiden de weg over de Kingfisher Trail: 480 km lang. Het is de oudste langeafstandsfietsroute van Ierland, die twaalf keer de grens passeert. De bewegwijzering wil nog wel eens ontbreken; je gps komt dus goed van pas. Andere fietsers komen we niet tegen. Het voelt een beetje bizar. Het landschap is waanzinnig mooi. Wild. Speels. Sierlijk. Ruw. Schapen grazen in de weilanden, met heide, hoog gras, gele brem en plukjes struiken. 

Automobilisten zijn er weinig. Tijdens het groeten matigen ze de snelheid en nemen ze zoveel mogelijk afstand. Naast elkaar fietsen is niet zo handig, omdat het smal kan zijn. En: niet te vergeten links te rijden! Soms gaat de route een stukje over een hoofdweg. Daar kan het druk zijn, maar je zit meteen weer op een plattelandsweg, waar je alleen hoeft op te passen voor de paar gaten in het asfalt. 

Guinness & Gaelic 

Bij het meer Lough Avehy - zo’n acht kilometer ten westen van het grensstadje Pettigo - fietsen we langs een oude douanepost uit 1930, netjes groen geschilderd. Door de hoge ligging had de beambte goed zicht op het platteland van de graafschappen Fermanagh (Noord-Ierland) en Donegal (Ierland), waar veel smokkel was. Tully, customs & excise patrol station lees ik op het bordje. Eronder: Tullach, Custaim agus Mál Stáshon Patrol. Da’s Gaelic, de oorspronkelijk taal van de Ieren. 

In het dorp Boho gaan de volgende dag de instrumenten uit onze fietstassen. Pauls neef en nicht wonen hier en hebben een muzieksessie voor ons geregeld in The Linnet Inn - een witte kroeg met rieten dak. Hun dochters spelen mee op de accordeon en thin whistle (metalen fluitje), samen met de muziekleraar. Ze zetten het lokale liedje The Linnet of Boho in. Het haardvuur knettert, de locals lachen aan de bar. 

Bareigenaar Dessie McKenzie is begrafenisondernemer, en runt de naastgelegen supermarkt. Tussen het tappen van de pinten Guinness krijgt hij een telefoontje binnen voor de reparatie van iemands auto, na een botsing met een hert. ‘Nee, ik repareer geen auto’s, maar ben een soort woordvoerder voor het dorp,’ legt Dessie lachend uit. ‘Vrij gebruikelijk hier. De uitbater van een dorpskroeg kan ook zomaar een politicus of veilingmeester zijn.’ 

Protestantse plantages 

De dagen later fietsen we langs heidevelden, bossen, meren en grotten naar twee landgoederen: Florence Court en Crom Estate. Vanaf de zestiende eeuw begonnen Schotse en Engelse heren in het noorden van Ierland plantages. Ze namen de landbouwgrond van Ierse boeren in beslag en gaven die aan protestantse kolonisten uit Engeland, Schotland en Wales. Als weerstand tegen de katholieke bewoners, die steeds vaker in opstand kwamen. 

Beide landgoederen worden nu beheerd door de National Trust. Je kunt rondfietsen door de enorme parken, met landhuizen en kastelen. Vogeltjes zingen in de bomen, koeien grazen, een haas rent weg. Crom Estate heeft zelfs kampeerplekken voor de tent. Wij slapen in de glamping pods, in de oude stallen. Direct tegenover het meer Lough Erne. Zwanen dobberen in het water, twee vissers komen in een bootje voorbij. 

Weer maken we muziek. Paul zingt een liedje dat hij net heeft geschreven, over Boho.  

By faith I chanced to wander 

Along your borderland 

From the Freedom Bridge 

By Derry’s walls 

To Narrow Water Strand 

But ne’er a place I’ve seen so fair 

Or spot so grand to go 

As to where the linnets softly sing 

In the shady groves of Boho 

 

(Toevallig begon ik te dwalen 

Door je grensgebied 

Van de Vrijheidsbrug 

Bij Derry’s Stadsmuren 

Naar Narrow Water Strand 

Maar nooit zag ik een plek zo mooi 

Een plek die zo fijn is om naartoe te gaan 

Als waar de kneu’s zachtjes zingen 

In de schaduwrijke bosjes van Boho) 

Lees aflevering 1 van deze reeks

 

Jessica de Korte (37) is een freelance journalist, fotograaf en vlogger, die zich richt op fietsen, reizen, natuur en chronische pijn. Ze woont in Nederland, maar Ierland is haar tweede thuisland. Volg haar op www.jessicadekorte.nl