E-biken in de Condroz

8 minuten leestijd

Twee dagen fietsen tussen Ciney en Marche-en-Famenne, op de grens van Condroz en Ardennen. Over een stuk RAVel en Walloniës eerste fietsknooppunten. Met een e-bike moet dat lukken. De zon hadden we altijd mee.

reportage
  • Fietsen

Gelukzakken zijn we. Stralend weertje op het marktplein van Ciney en twee degelijke Gazelles voor de balie van de toeristische dienst. Verstelbaar stuur, rechts een draaiknop voor de zeven naafversnellingen, links de knoppen voor onze pedaalassistent. Een snelheidsmeter en twee knopjes: eco/boost. Ik heb meteen zin in die laatste. ‘Beter niet de hele rit’, krijgen we te horen. ‘Je hebt een flink eind te trappen en wil het risico niet lopen de laatste kilometers met een lege batterij te fietsen.’

 

Vorstelijk spoor

Bon, we halen de fietsen van hun infuus, kijken op de kaart en trappen na wat zoeken over de RAVel 126 richting Havelange. Ooit stond hier een koninklijk station.

De von Saksen-Coburgs stapten hier in de begindagen van het spoor van de trein uit Brussel, onderweg naar hun domein in Ciergnon.

We rijden vlak, tussen buitenwijken, toevallig groen en het kleine Hamois tot bij het Château de Pickheim. Daar de N97 over om de glooiende vrijheid in te duiken, langs velden, bossen en schaduwrijke bomenrijen in één ruk naar Flostoy.

De Gazelles doen het goed. Eerst hebben we als beginnelingen niet het gevoel bergop beter te presteren, maar de snelheidsmeter bewijst het tegendeel.

Misschien toch iets minder doorduwen, we komen er zo ook wel. Bergaf zoek ik in zevende de limieten van de e-bike op. Achtenveertig, moet ik nu een helm op?

‘Mag het iets minder’, wil Greet. ‘Dit is voor mij vakantie, ja?’ En dus bol ik op zijn janboerenfluitjes verder, slingerend over de weg, kaarsrecht in het zadel, vingertoppen aan het stuur. Tijd om rond te kijken. Naar die grijze vierkantshoeven en landhuizen in een zee van groen. Akkers en weiden, bossen en boomgaarden.

Om tegen de middag te stranden in het lieflijke Ossogne. Niet meer dan een paar stille straten met een snelle beek er dwars doorheen en op die beek een watermolen in natuursteen, de Moulin Verlaine, in de schaduw van een kerktoren.

Dorpser kan een dorp niet zijn. Het is er zo kalm dat we op de brede brug over de Ossognebeek picknicken. Ongestoord, met zicht op eenden, een kat, wat mussen en duiven. Pijlsnel schiet een ijsvogel voorbij. Pittig biotoopje, denk ik dan. En zo relaxed.

 

Havelange slaat tegen door de verkeersdrukte.

We kijken uit naar Havelange, maar dat slaat tegen. Trek een verkeersader door een kleine gemeente en alle leven is weg. Alle rust ook. Dus trappen we met tegenzin een stukje langs de N983 om snel rechts veel smallere paadjes op te rijden en vroeger dan verwacht in Jeneffe te arriveren. Om uit te bollen fietsen we nog naar Porcheresse. Greet laat weten dat het schermpje van haar batterij knippert. Bijna leeg, al na goed dertig kilometer? Mijn accu geeft geen sjoege, nog bijna vol.

Tweede oogst

Als we aanbellen bij Le Regain is Jacqueline Hubert om boodschappen geweest en heeft ze ons bedje al gespreid. De fietsen krijgen vers voer in de garage, wij installeren ons in Le Nid en komen de krakende trap af voor een glas maitrank, een koel aperitief van witte wijn met lievevrouwebedstro.

Tien jaar geleden ruilde Jacqueline Namen voor het afgelegen Jeneffe. Ze had jaren voor een reisbureau gewerkt, maar in plaats van mensen de wereld in te sturen, haalt ze de wereld nu in huis.

‘Daarom heb ik dit huis ook zo genoemd: een regain is een tweede oogst of naoogst aan het eind van een goede zomer’, lacht ze. ‘En ik sta ook graag in de keuken. Ik heb een moestuin, kweek zelf kruiden en werk zo veel als mogelijk met streekproducten. Weet je, als je gasten iets lekkers voorzet wordt het gauw gezellig. Mij doet het ook plezier om mensen met stress te zien komen en weer met een ontspannen lach te zien vertrekken.’

Ze serveert varkenshaasje met champignons bij aardappelpuree met basilicum en een dot courgettepuree. Ze koos er een rode landwijn uit de streek van de Gers bij. Als dessert proeven we huisbereide pruimentaart met gemalen amandelen en een scheutje rum.

Bij de koffie vraag ik haar of gezinnen welkom zijn. ‘Natuurlijk’, zegt ze. ‘Het huis is groot genoeg en we hebben een hele grote tuin om in te spelen. Er is plaats voor tien en ik ben zelf ook oma. Dus heb ik ook spullen voor de kleintjes.’

Voor het slapengaan inspecteer ik nog even de batterijen. Vreemd, mijn fiets is alweer startklaar, die van Greet blijft bijladen.

 

Knooppunten

Vroeg in de ochtend is het nog handschoenfris als we van onze route afwijken en voorbij Bois-et-Borsu naar het Château de Vervoz fietsen. Uitgerekend daar en dan komt een kleine kudde Schotse zwartkopschapen op ons toegelopen en stormt een vrouw wijdbeens en met gespreide armen het kasteel uit, gevolgd door een Ierse herdershond.

78 is ze, de barones de Tornaco, en ondanks de edelstenen en robijnen aan polsen en vingers niet te beroerd om haar schaapjes op het droge te krijgen.

‘Eigenlijk zijn ze van mijn man’, zegt ze buiten adem als ze de kudde veilig achter het hek heeft.

‘Hij is sentimenteel, weet je. Het hele domein heeft hij geërfd en dus zijn we maar hier komen wonen. Hij wil het zo graag bewaren, ook al kost het handen vol geld. Pas op, het is hier fantastisch wonen met zicht op de meren en die mooie Sint-Hubertuskapel voor de deur. Het hoort er allemaal bij. Vorige zomer waren hier nog filmopnames voor La Promesse, de film van Patrice Lecompte naar de roman van Stefan Zweig. Beetje zwaarmoedige liefdesgeschiedenis, maar veel schoon volk in onze tuin.’

We laten de nobele schapenhoedster en jagen onze eigen pastorale dromen na over Walloniës eerste netwerk van fietsknooppunten, genummerd lijstje aan het stuur.

Nog even en de Ardennen komen eraan. Komt de powerknop ons aanvankelijk bergop aardig van pas, in Chardeneux moeten we over een onbegrijpelijk steil stuk grint en keien.

Greet moet van de trappers, ik weiger en gooi mijn gezel in eerste. Stompend, sleurend aan het stuur moet en zal ik bovengeraken. Mijn voorwiel komt van de grond, ik vloek en kraak. Boven zit ik stikkapot.

‘Schoonheidsfoutje in de route’, roep ik Greet toe als ze bekaf nadert. ‘Ja, santé mijn ratje’, hijgt ze. ‘Weet je wat dit ding weegt als je moet duwen?’ Ik wil er niet aan denken.

Girlpower

We herpakken onszelf en de ecoknop, trappen verder tot het toeristische Durbuy. De Waalse routebordjes zijn wat kleiner dan de Vlaamse, maar wie uitkijkt vindt probleemloos de weg.

Het is nog geen hoogseizoen en daardoor gelukkig niet te druk. Zo is dat heerlijke, op de Ourthe gelegen Durbuy op zijn best. We nestelen ons op een terras met zon voor de lunch. Tot weinig later een paar volle autocars ons op de vlucht doen slaan. En weer volgt tandengeknars.

E-biken met een lege batterij? Dat is zwaar.

Op een lange, steile helling wordt het ook mij te veel en weet ik meteen wat zo’n e-bike weegt. Greet heeft er genoeg van en mikt haar tweewieler woest de gracht in. Ze heeft vast ergens een knop girlpower gevonden.

Drie kilometer verder weten we wat er loos is. Haar batterij is leeg. Weer vloeken en een fietswissel later knalt ze voor me uit richting Hotton. ‘Ik hou een tafeltje vrij op een terras’, roept ze achterom.

 

Vals plat

‘Wat vind je nu van zo’n elektrische fiets’, vraag ik daar. Ze stroopt haar mouwen op, sluit de ogen en steekt haar kin vooruit in de zon. ‘Nu gaat het lekker’, klinkt het droog. ‘Nee, echt. Wees eens serieus.’

Ze trekt één oog open en kijkt me alwetend aan: ‘Met mijn mountainbike had ik het ook gekund. Maar dit is prima. Zo lang je stroom hebt en het niet te steil wordt. (Lange stilte). Al lijkt het me wel een ideale oplossing voor fietsers die het wat moeilijker krijgen en toch nog willen bewegen.

Misschien wil ik er ooit eentje. Over een jaar of tien. Nee, vijftien. Gaan we?’ En ze fietst van me weg in ecostand. Bergop over kilometers vals plat, zomaar naar Marche-en- Famenne. Girlpower.

E-biking in België

Pasar gaf in 2014 'E-biking in België' uit, een box met vijftig lusvormige routes, speciaal uitgezocht voor een verkenning met de elektrische fiets. De routes zijn tussen 35 en 55 km lang, allemaal volgen ze rustige paden. Elke route heeft een plooikaart die in je fietstas past. Een apart boekje geeft tips bij de aankoop van een e-bike en de voorbereiding van je uitstapjes. Meer info over de box vind je hier: www.pasar.be/ledenvoordeel/fietsen.

Tekst Chris Van Minnebruggen - Foto's Chris Van Minnebruggen en Le Regain/GF

Dit artikel is verschenen in mei 2014.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer