Fietsen door de Eifel

In de Eifel te gaan fietsen, daar zijn wel wat goede redenen voor: de regio ligt maar een steenworp verwijderd van België, biedt veel afwisseling én heeft een prachtig fietsnetwerk. Ken je de Eifel-Höhen-Route al?

2

Geruisloos glijdt een stel kajakkers over het gladde oppervlak van de Rursee, die tussen de bomen glinstert. In een inham dobberen eenden en waterhoentjes. Aan de overkant van het stuwmeer tekenen zich de bossen van het nationaal park Eifel af. Een paar tellen later is het uitzicht verdwenen, maar het volgende doorkijkje laat niet lang op zich wachten. Zo rollen we kilometerslang, heuvel op, heuvel af, door lichte beukenbossen langs de oevers van de Rursee. Een mooiere start voor een fietstocht op de Eifel-Höhen-Route kan je je niet voorstellen.

De 203 kilometer lange fietsronde is een van de mooiste en veelzijdigste routes van de Eifel. En een van de stevigste. In tegenstelling tot andere routes, die vaak valleien volgen of zijn aangelegd in de bedding van stilgelegde spoorwegen, leidt de Eifel-Höhen-Route, zoals de naam al zegt, dwars over de hoogten van de Eifel. Toch willen we de tocht met de kids, negen en tien jaar oud, doen. Ondanks het pittige parcours zijn ze allebei meteen laaiend enthousiast om – voor het eerst – met een e-bike op pad te gaan.

Kronkelende slang

De Rursee, die als een kolossale slang tussen de beukenbossen kronkelt, is het op een na grootste stuwmeer van Duitsland. De Roer, die normaal door een diep ingesneden dal stroomt, zit hier gevangen achter een 77 meter hoge stuwdam, die vele taken vervult. Hij regelt de waterstand van de Roer en bant het overstromingsgevaar. Het stuwmeer fungeert bovendien als drinkwaterreservoir voor Aken en voedt een waterkrachtcentrale. Ook voor het toerisme speelt de Rursee een grote rol. Op verschillende plaatsen langs de oevers kan je vandaag zwemmen, varen of peddelsurfen.

Tussen Einruhr en Monschau fietsen we door het ongerepte dal van de Roer, die hier frank en vrij haar weg mag gaan. Of toch bijna... ‘Kijk, een beverdam!’, roept Maikel uit en wijst op een ruwe muur van takken, waarachter het riviertje is opgestuwd tot een grote plas. Vlakbij liggen een paar berken, geveld door de forse tanden van het knaagdier. Daarbij is de aanwezigheid van de ingenieuze bouwmeesters allesbehalve vanzelfsprekend. In de 18de eeuw was de bever in het Roerdal uitgeroeid. Pas sinds de herintroductie in de jaren 1980 breidden de bevers zich weer uit. Intussen telt de Roerpopulatie weer ruim 400 dieren.

Patriciërshuizen en mesthopen

De Roer voert ons recht naar Monschau. In het vakwerkstadje is het geratel van de weefgetouwen al lang verstomd, maar toch wekt alles de indruk alsof de lakenmakers er nog steeds de plak zwaaien, zoals in de 18de eeuw, toen stoffen uit Montjoie, zoals Monschau toen heette, in heel Europa in trek waren.

Samen met Jörg, een lokale vriend, slenteren we door steegjes met hoge villa’s en scheve vakwerkhuizen, steken de Roer over via smalle bruggetjes met bloembakken en snuiven de sfeer op van lang vervlogen dagen. Vaak zijn het details die veel zeggen over het leven van toen. Bijvoorbeeld de katrollen. ‘De wol werd vroeger op zolder opgeslagen’, verraadt Jörg. ‘Net als de turf, waarmee werd gestookt.’ Hij blijft staan voor een zware, met nagels beslagen deur. ‘Zo’n boven- en benedendeur vond je in vele huizen’, legt hij uit. ‘Zo viel daglicht naar binnen, zonder dat kippen, varkens en andere beesten naar binnen konden glippen. Rondstruinend vee en mesthopen hoorden net zo bij het straatbeeld als patriciërshuizen van lakenfabrikanten’, gaat hij verder, met een knipoog naar zijn kleine toehoorders.

Dan troont hij ons mee naar het ‘rode huis’, een pand met een opvallend hoge, roze gevel. We slenteren langs eetkamers met fraai beschilderd linnen behang en slaapkamers met hemelbedden, vergapen ons aan de enorme vrijstaande rococotrap, neuzen rond in het bureau van Johann H. Scheibler en verwachten ieder moment dat de welgestelde lakenkoopman die hier ooit woonde, zo weer naar binnen zal komen wandelen.

Zijn opulente huis vormt een schril contrast met de huizen van de voormalige arbeiderswijk. Die zijn kleiner en eenvoudiger. Uitkragingen zorgden voor wat extra woonruimte. Maar ook dat was vaak niet genoeg. ‘Uit plaatsgebrek bleef er voor kinderrijke gezinnen vaak niets anders over dan zuigelingen in een mand aan het plafond te hangen, doceert Jörg.

Arenden voor Reagan

Met tegenzin verlaten we Monschau en volgen verder het Roerdal. De slanke tweelingtorens van de Kirche Sankt Lambertus wijzen de weg naar Kalterherberg. In de volksmond wordt die kerk de Kaffeedom genoemd, een verwijzing naar de ooit zo florerende koffiesmokkel. Zoals de naam doet vermoeden, krijgt het dorp altijd als eerste af te rekenen met het gure weer van de Hoge Venen. Ter bescherming richtten de bewoners daarom metershoge beukenhagen op. Sinds de 18de eeuw bepalen ze het aanzien van de dorpen op de ruige hoogten van het Monschauer Heckenland. Vele hagen groeiden uit tot echte kunstwerken, met ‘deuren’ en ‘ramen’ die het licht doorlaten naar de achterliggende huizen.

Langs de oevers van de Oleftalsperre, nog een stuwmeer, rijden we verder naar het Greifvogelstation & Wildfreigehege Hellenthal. In het dierenpark leven lynxen, everzwijnen en andere Eifelbewoners. In de aanpalende valkerij vinden regelmatig roofvogelshows plaats, waarbij arenden, haviken en uilen hun vaardigheden tentoonspreiden. Een witkopzeearend scheert rakelings over onze hoofden, terwijl witruggieren zonder schroom plaats nemen tussen de verbaasde toeschouwers. Allemaal tot groot jolijt van de kids, die de apenstreken van de gieren wel kunnen smaken. Valkenier Karl Fischer wordt ernstig wanneer hij het heeft over een andere rol van de valkerij: het kweken van met uitsterven bedreigde roofvogels. De steenarend die op zijn arm hokt, is in Hellenthal geboren. Sinds 1980 worden ook met succes witkopzeearenden gekweekt – een wereldwijde primeur. Twee exemplaren van het Amerikaanse wapendier werden zelfs in de jaren 1980 door voormalig bondskanselier Helmut Schmidt aan de toenmalige Amerikaanse president Ronald Reagan geschonken bij zijn eerste bezoek aan de Bondsrepubliek Duitsland.

Auch, mijn accu…

Het landschap wisselt nu voortdurend. Door de dichte naaldbossen van de Dahlemer Binz fietsen we naar Dahlem, dan verder over de kalksteenheuvels van het natuurreservaat Lampertstal, bekend om zijn orchideeën en hoge jeneverbesstruiken. Bij Ahrhütte duiken we omlaag naar het Ahrdal. Veel tijd om op adem te komen heb je niet, want in plaats van rustig door het dal te kronkelen, doet de Eifel-Höhen-Route zijn naam eer aan en schiet meteen weer de hoogte. Toch wel handig, zo’n e-bike, bedenk ik nog, wanneer plots… Had ik mijn accu fatsoenlijk geladen, dan was die nu niet leeg! De ‘handige’ e-bike wordt plots een log vehikel, dat ik amper in beweging krijg. Een paar tellen later komt zoon Maikel fluitend voorbijgesneld. In zijn kielzog volgt Kim, zijn jongere zus. Zij neuriet een liedje van een populaire band waar ik de pest aan heb. Ten slotte volgt mama, heel relaxed. Mijn ego krijgt een forse deuk…

Blankenheim ontvangt ons met een stoere burcht en nauwe steegjes met kinderkopjes en witgekalkte vakwerkhuizen. Op de Zuckerberg blijven we geboeid staan voor het smalste huis van de stad: het is amper twee meter breed. Een eind verderop wenkt de stenen brugheilige Johannes Nepomuk naar de bron van de Ahr, die doodleuk opborrelt in de kelder van een vakwerkhuis.

Drama in Nettersheim

Van Blankenheim-Wald zoeven we door het Urftdal omlaag naar Nettersheim, een stukje waar je benen even rust krijgen. In Nettersheim ontmoeten we Andreas ‘Recky’ Reck. In een vroeger leven was hij muziekproducent in Bonn, vandaag verwent hij zijn gasten in de ‘Freistaat Eifel’ met heerlijke Eifeler gerechten, liefst klaargemaakt met alleen lokale ingrediënten. ‘De forellen komen uit Mechernich, de kaas uit Glaadt, het konijn uit Flamersheim’, zegt hij. ‘De wijnen komen van de Ahr en de Moezel.’ Het interieur van het restaurant oogt gloednieuw en dat is geen toeval. Het noodweer dat op 14 juli 2021 de Ardennen teisterde, hield ook in de Eifel lelijk huis. In Nettersheim woedde de Urft. In hun poging een en ander te redden, werden Recky en zijn schoonvader, een brandweerman, door het snel wassende water gegrepen. Recky kon zichzelf redden, zijn schoonvader niet: ‘Hij verdronk voor mijn ogen in de kolkende stroom.’

Straffe jongens, die Romeinen

De woorden van Recky zinderen nog na, wanneer we Nettersheim uit rijden. Op weg naar het noorden verschijnen de Romeinen ten tonele. In Kallmuth stuiten we op een bronreservoir, in Vussem op enkele bogen van een aquaduct, in Breitenbenden op resten van een ondergrondse leiding… Stuk voor stuk overblijfselen van het ‘Romeins kanaal’ of Eifelaquaduct, een enorme waterleiding aangelegd om de Romeinse metropool Colonia Claudia Ara Agrippinensium (het huidige Keulen) van drinkwater te voorzien. Het 95 kilometer lange Eifelaquaduct was het grootste Romeinse bouwwerk ten noorden van de Alpen. Dagelijks leverde het 20.000 kubieke meter water aan de Rijnmetropool. Middeleeuwse boeren die bij het ploegen op resten van de mysterieuze constructie stuitten, schrokken zich een aap. Ze gingen ervan uit dat die het werk van de duivel moest zijn. Maar de geleerden wisten wel beter: in de Gesta Treverorum, een bundel verhalen over de Trevieren uit de 11de eeuw, lezen we dat de bewuste leiding niets anders was dan een wijnleiding, aangelegd om Keulen van moezelwijn uit Trier te voorzien. Ha!

Vanaf Breitenbenden maken we een ommetje naar Bad Münstereifel. Ook hier bracht de lakennijverheid ooit welstand. Net als Nettersheim werd de stad echter zwaar geteisterd door de watersnood van 2021. Boosdoener was hier de Erft. Terwijl we vanaf de wallen over de oude binnenstad uitkijken, lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Een wandeling door de straatjes langs de Erft toont een heel ander beeld. Groot is het contrast tussen al gerestaureerde panden en andere, die nog in de steigers staan. Een groot deel van de stad bleef gelukkig gespaard, daaronder de vier stadspoorten en het Romanisches Haus (1167), het oudste stenen huis in het westen van Duitsland. De mooie Schwanen-Apotheke, die van 1806 tot 1994 in het bezit was van dezelfde familie, wordt nog gerestaureerd, maar zou ergens in de loop van dit jaar heropend worden.

Trouwen onder de grond

Door vruchtbaar akkerland rijden we naar het LVR-Freilichtmuseum in Kommern, het ‘Bokrijk’ van het Rijnland. Vakwerkboerderijen en schuren, molens, werkplaatsen, een schooltje, alles bijeen rond 80 gebouwen, tekenen er een boeiend beeld van het dorpsleven van weleer. Op straat scharrelen kippen, op de wei knorren varkens, boven ons hoofd kleppert een stel ooievaars. Uit het bakhuis waait de geur van versgebakken brood. In de buurtwinkel wachten kleurrijke snoepjes in grote glazen potten op jonge kopers. De verhalen van de boerin Anna, de geleerde Johann Nepomuk en de muizenvallenventster Regine boeien jong en oud.

Voordat we de laatste kilometers naar Heimbach aftrappen, stoppen we nog bij het Bergbaumuseum in Mechernich. ‘In de late 19de eeuw werkten hier 4.000 mensen in de mijnbouw’, steekt gids Jakob Baumann van wal, terwijl we een helm op ons hoofd geplant krijgen. Vervolgens dalen we af in de Grube Günnersdorf, 40 meter diep. Voor ons ligt een tocht van 1,5 kilometer, langs geologische breuken, donkergroene malachietkristallen, oude werktuigen en verlaten mijnwagentjes. ‘Na de Tweede Wereldoorlog was de mijnbouw door de lage loodprijzen niet langer rendabel. In 1957 ging de mijn dicht’, legt de gepensioneerde mijnwerker uit. In de oorlog diende een deel van de mijn als schuilkelder. Er was zelfs een lazaret met een operatiekamer. Met enige verbazing betreden we de Großer Abbau, een enorme zaal, die aan een kerkschip herinnert. 19 meter hoog, 51 meter lang. ‘Tot 150 mijnwerkers waren hier gelijktijdig met moker, slangboor en schop in de weer’, zegt Jakob en wijst op de bleke zandsteenwanden, bezaaid met donkere vlekken: loodertsconcreties. ‘Nog altijd steekt een massa looderts in de grond’, verzekert hij, ‘waarschijnlijk zo’n vijf procent van de wereldreserves.’

Op de terugweg valt mijn oog op een bordje aan de ingang van een zijgang. Daarop lees ik: ‘bureau van de burgerlijke stand van Mechernich’. ‘Nee, dat is geen grap’, verzekert Jakob. ‘Wie dat wil, kan hier, diep onder de grond, in het huwelijksbootje stappen. Geïnteresseerd?’

Wat wil je weten over de EIFEL-HÖHEN-ROUTE?

De Eifel-Höhen-Route is een 203 km lange tocht met soms pittige hoogteverschillen (in totaal 2.300 m klimmen en dalen). Wordt het een stel stramme kuiten of… een e-bike? Je kan de tocht rijden met een mountainbike of toerfiets. Een racefiets is niet zo handig, want delen van het traject zijn niet verhard. De route is gemarkeerd met een eigen logo: een gele letter ‘e’ en gele fiets op een groene achtergrond. Heel wat fietsers delen het traject in vier etappes op. Als je onderweg een en ander wil bekijken, heb je meer tijd nodig. Leuk met kids: het Greifvogelstation & Freiwildgehege Hellenthal (dierenpark en roofvogelshows), het LVR-Freilichtmuseum Kommern (openluchtmuseum) en het Bergbaumuseum Metternich (bezoekersmijn).

 

3x fietsen met de kids in de Eifel

Maare-Mosel-Radweg

Deze route, in de bedding van een voormalige spoorweg, verbindt de Vulkaaneifel met de Moezel. En het mooiste: tussen Daun en Bernkastel gaat het meestal bergaf. Een 11 km lang deelstuk is zelfs als ‘kinderfietsroute’ aangegeven. Highlights zijn de spectaculaire viaducten, tunnels en maren. Terug gaat het met de fietsbus!

www.eifel.info/nl/a-maren-moezel-fietspad

RurUfer-Radweg

Deze grensoverschrijdende route volgt de Roer, van de bron in de Hoge Venen (B) tot de monding in Roermond (NL). Bijzonder mooi is het traject Monschau–Düren, waar de rivier door een nauw dal stroomt. Duur: 3-4 dagen.

www.rurufer-radweg.de

Vulkanpark-Radweg

‘Vulkanius’ toont de weg van Mayen (Oost-Eifel) naar Andernach, 200 m lager aan de Rijn. Door de nabije spoorweg kun je de tocht op vele plaatsen onderbreken. Niet te missen: het Duitse Vulkaanmuseum in Mendig en de Geysir Andernach, de hoogste koudwatergeiser ter wereld.

• www.eifel.info/nl/a-vulkaanpark-fietspad

 

Deel je ervaring

Contact

Adres en contactgegevens

Over Pasar

Onze organisatie en onze missie

Ontdek de Pasar-afdeling in jouw buurt

Pasar heeft 290 afdelingen; wij zijn dus altijd dicht bij jou in de buurt!

Pasar is er voor jou

Ontdek onze ledenvoordelen

  • Op vakantie met het gezin of in groep? Overnachten in hotels, vakantiewoningen of op camping? Als lid krijg je exclusieve Pasar-kortingen.
  • Fan van fietsen of wandelen, in België of het buitenland? Als lid heb je toegang tot alle wandel- en fietsroutes uitgeschreven en getest door Pasar.
  • Reisinspiratie thuis en onderweg dankzij onze magazines (Pasar, Campertijd, de Kampeergids en de Kampeerwijzer), ook beschikbaar op tablet.
  • Bespaar op je verzekering! We bieden je voordeeltarieven op verzekeringen voor camper en caravan.
  • Gratis of met korting deelnemen aan activiteiten van de Pasar-afdeling in je buurt maar ook de Pasar-kampeerclubs, gps- en elektrische fiets-afdelingen.
Twee vrouwen lezen een kaart op een stadsplein
Vertel ons wie je bent en ontdek een lidmaatschap op maat van jouw interesses!