Citytrip naar Lokeren

9 minuten leestijd

Lokeren heeft zijn toeristisch aanbod pas opgefrist. Een mooie aanleiding om de meest onderschatte stad van Oost-Vlaanderen te bezoeken. Ontdek de intrigerende geschiedenis van de haarsnijderij, vaar met een huurboot op de Durme en kom tot rust in de groene stadsrand. Laat ze in Gent en Dendermonde maar praten, ze zijn jaloers op hun bijzondere buur.

 

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Dendermonde heeft zijn gerechtshof; Sint-Niklaas zijn shoppingcentra; en Gent, tja, dat is een andere categorie dan het provincienest dat Lokeren volgens de Oost-Vlaamse hoofdstedelingen is.

‘Maar wij hebben wel een geweldige voetbalploeg’, zal tijdens ons bezoek een jonge Lokerenaar terecht opwerpen. Sporting Lokeren legt de klassieke topploegen inderdaad al enkele jaren het vuur aan de schenen, iets wat het krasselende AA Gent meer dan de ogen uitsteekt.

Goed, een mens leeft van brood en spelen, maar een toerist van toch iets meer. En dus zwaaien wij op de Markt eerst de deur van Toerisme Lokeren open en wandelen er dan weer met een dagvullend programma buiten.

 

Kleine stadskern

We steken het marktplein over naar de Sint-Laurentiuskerk. Haar peperbustoren is het meest in het oog springende baken van Lokeren. De markt is erg uitgestrekt. Ruimte die gelukkig niet alleen aan parking wordt besteed, maar ook aan een fontein met banken en wat groen van platanen.

Gezelliger is het pleintje achter de kerk met zijn oude kroegen, een terras en helaas ook een storende parking. De Torenstraat is te smal voor auto’s.

In de steeg torsen kleine huizen schouder aan schouder het gewicht van vele eeuwen. Een natuurwinkel, een bruine kroeg (De Donkere Wolk), een eethuis (De Klare Hemel) en nog wat kleine middenstanders hebben de straat ingepalmd en verfraaid met bloembakken en gevelversieringen.

Vergeet vooral niet achterom te kijken: aan het eind van deze fotogenieke steeg rijst de peperbus van de Sint-Laurentiuskerk op. Lokeren was nooit een middeleeuwse stad, maar hier wekt ze wel de illusie dat ooit geweest te zijn. Het ontbreken van de stadstitel maakte trouwens nauwelijks een verschil. In 1555 kreeg Lokeren van Keizer Karel marktrechten. De vlas- en landbouwmarkt van Lokeren verwierf grote faam, wat in Dendermonde en Gent voor zure oprispingen zorgde.

In een tijd waarin het sociaal-economisch overlegmodel nog moest uitgevonden worden, koos men voor meer praktische oplossingen. Platbranden bijvoorbeeld. In 1584 waren Gentenaren en Dendermondenaren het voor één keer eens: ze staken samen de houten gebouwen rond de Lokerse markt in de fik. Hadden er toen al kranten bestaan, dan hadden ze vast ‘Oost-Vlaanderen op rand van burgeroorlog’ gekopt.

 

Rivier op de dool

Bij de Grote Kaai staan we bij de Durme. Dat is de rivier die bij Tielrode in de Schelde stroomt. Of dat ooit deed.

Het verhaal van de Durme is er immers één van een blij kind dat op de dool raakte en uiteindelijk zijn opgewekte karakter verloor.

De bron van de rivier lag oorspronkelijk ver weg in de buurt van Beernem. De Durme stroomde ten noorden van Gent verder naar Lokeren.

Bij de aanleg van het kanaal Gent-Terneuzen werd de bovenloop echter plompweg afgesneden.

Daardoor verkleinde het debiet, begon de benedenloop te verzanden en nam het aantal overstromingen toe.

In de jaren vijftig kwam zelfs de stadskern van Lokeren blank te staan, waarop men de rivier afdamde ter hoogte van de stad.

De benedenloop richting Schelde zou enkel nog onderhevig zijn aan de getijden van de Schelde. Stroomopwaarts van de afdamming werd de Durme een regenrivier. Ze stroomde nu in omgekeerde richting naar het kanaal Gent-Terneuzen!

 

Haarsnijden, een vak

Drastisch, vinden wij, maar de Lokeraars lijken het best te vinden. Bij de afdamming, aan de noordzijde van de Markt, is een nieuw terras aangelegd dat afloopt naar het water. De stad heeft zich zo weer naar de rivier gekeerd.

Moeders met kinderwagens staan wat te keuvelen, tieners spelen met hun smartphones, een jongen wacht op zijn vriendinnetje. En de Drie Hazen zagen dat het goed was.

Het inox kunstwerk van Luc De Backer oogt strak en modern, maar verwijst naar een teloorgegane nijverheid waarvan Lokeren het wereldcentrum was: de haarsnijderij.

De wát? Het snijden van haren van konijnen en hazen was een voorbereidende industrie voor het maken van vilten hoeden. Dat leer ik in het Stadsmuseum, dat aan de overzijde van de straat onderdak vond in een fraai gerestaureerd negentiende-eeuws gebouw. Het moet een hondenstiel geweest zijn, al dat villen en snijden.

Hazen gaven het beste haar voor vilten hoeden. De sleutelwoorden op de tentoonstelling zijn vuil, stank en ongezond. Tussen de wereldoorlogen kende de industrie haar hoogtepunt met vier grote fabrieken en tientallen kleine huisateliers. Honderden Lokeraars werkten toen als haarsnijder.

Vandaag is alle haarsnijwerk verdwenen. Wat overblijft zijn vervuilde gronden en ongezonde ex-werknemers. Kwik en andere schadelijke goedjes werden in het productieproces immers kwistig gebruikt.

Schipper op de Durme

Terug naar de Durme en de kleine passantenhaven. Daar wacht een motorboot waarin we een eind op de rivier gaan varen. Sturen doen we zelf. De sleutel kregen we mee bij het toerismekantoor. ‘Gewoon de motor aanzetten. Iedereen is er zo mee weg.’ Sinds vorig jaar kunnen groepen tot twaalf personen zo’n bootje huren. Wie liever niet zelf het stuurwiel bedient, kan ’s zomers inschepen op de Jan Plezier.

Dat is de naam van de plezierboot die dagelijks pendelt tussen Lokeren en domein Puyenbroeck. Wij nemen dus zelf het roer in handen en dobberen aan een gezapig tempo de stad uit. Meteen varen we door het groen. In de oude Durmemeersen bouwden de Lokerse industriëlen in de negentiende eeuw prachtige villa’s in grote parken.

 

Park ter Bueken is een openbaar park geworden. Een reiger staat stokstijf op een meerpaal en vliegt dan een eind voor ons uit.

Verderop woont er zelfs een ooievaarsfamilie. Speciaal voor hen werd er een hoge paal met een nest opgezet in de meersen.

De Durme kronkelt tussen het groen. Wilgen hangen soms tot halfweg de vaargeul over het water.

Maar op een rivier die langs beide kanten werd afgedamd, wordt het nooit druk. Tegenliggers zijn zeldzaam. Boven de oever steekt het kerkje van Daknam boven het maaiveld uit. We beginnen ons stilaan figurant in een Vlaams boerenepos te voelen.

De witgekalkte muur rond het kerkje scheidt het kerkhof van de hooilanden. Een paard schuurt zich tegen een eenzame kerselaar. Links ervan een kleine tros huizen.

Elk moment verwacht ik dat de Witte en zijn sakkerse vrienden, achtervolgd door een kwaaie pastoor, in hun blote ukkie de Durme in zullen springen. Of was dat ergens anders?

Op de buiten in Daknam

De Daknambrug schudt de schipper in ons weer wakker. Bij de aanlegsteiger moeten we onze sloep zo goed en zo kwaad als het kan aanleggen.

Langs een moestuin en de fraaie art-nouveauwoning Mijn Droom wandelen we naar het dorpsplein van Daknam.

De Onze-Lieve-Vrouwkerk toont nog veel restanten van haar oorspronkelijke romaanse bouwstijl – erg oud dus.

Helemaal uniek is de overdekte pui bij de ingang van het kerkhof. Hier werden belangrijke berichten aan de bevolking afgeroepen.

Nog bijzonder is het houtsnijwerk dat aan de buitenzijde van de koormuur het vagevuur voorstelt.

Een verblijf in dat voorgeborchte van de hel lijkt erg pijnlijk met al die vlammen en is absoluut te mijden. Gelukkig ligt de kerkingang om de hoek.

Ook voor wie honger heeft, is in Daknam de redding nabij. Het dorpsplein telt een handvol eethuizen met terras onder de bomen. We nestelen ons bij brasserie Julocke en zoeken er in het menu naar dat ene gerecht dat je niet mag missen in Lokeren: de paardenworst. Ik denk zo’n rijkelijk in boter gebakken worst geserveerd te krijgen, maar krijg in de plaats een kom tomatensaus waarin stukjes worst pruttelen.

‘Zo serveren we in Lokeren onze paardenworst’, zegt de chef. ‘Gestoofde ui, selder en look overgieten we met tomatenpuree en kruiden we goed af. De worsten braden we eerst lichtjes en laten we dan meepruttelen in de pot. Paardenvlees is vrij droog. Zo houd je het sappig.’ Met een bord frieten smaakt het heerlijk. Zelfs in sommige Lokerse frituren zou je de paardenworst kunnen proeven.

Bekvechtende watervogels

De voorliefde voor paardenvlees toont ook het armoedige verleden van de stad. Bij de Durme was er een paardenslachterij.

Met het mindere vlees bereidden de inwoners de worsten. Paardenvlees was dus gewoon goedkoop, zeker in vergelijking met rundvlees.

‘Ik heb oude Lokeraars nog horen vertellen hoe de paarden met de trein in Lokeren aankwamen en dan door de Stationsstraat over de Durmebrug naar het slachthuis werden geleid’, vertelt onze gids.

Wij sluiten onze dag af met een wandeling langs de Durmedijk. Na twintig minuten bereiken we de uitgestrekte vijvers van het Molsbroek.

Honderden watervogels zijn druk in de weer.

Vóór de zon aan de horizon verdwijnt, moeten ze blijkbaar nog een en ander regelen. Het is eigenlijk een hectisch schouwspel, maar als je het van op de dijk bekijkt als wandelaar, dan werkt het juist heel ontspannend.

Straks, als de zon helemaal onder is, houden ook de vogels op met bekvechten. In een landschap zoals dit komt zelfs het grootste woelwater vroeg of laat tot rust.

Lokeren aan de wereldtop

KSC Lokeren kan voorlopig slechts dromen van de Champions League, maar de Lokerse kunstgalerijen staan al aan de wereldtop. Stap bijvoorbeeld Galerij De Vuyst in de Kerkstraat binnen (de toegang is gratis) en je mond valt open van verbazing. Via een werk van Roger Raveel wandelen we langs een Karel Appel en enkele stukken van Alexander Calder naar een zaaltje met vooral werk van de Latemse school. Het zijn allemaal stukken die voor minstens tienduizenden euro verkocht of geveild worden.

‘Galerij De Vuyst gaat dan ook voor de absolute topwerken. We hebben er hier meer dan tweeduizend en hebben klanten in 82 landen’, zegt de secretaris van de galerij. Ook de site van de galerij zelf is bijzonder. De verschillende zalen vormden vroeger een beluik, een steegje dat naar een binnenplaats leidde met een handvol kleine woningen.

Info: Galerij De Vuyst, kerkstraat 22 – 54, 9160 Lokeren, www.de-vuyst.com.

Tekst Gunter Hauspie - Foto’s Dieter Telemans

Dit artikel is verschenen in juni 2014.

 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer