Citytrip naar Manchester

10 minuten leestijd

Manchester werd vroeger Cottonopolis genoemd: zó belangrijk was de katoenindustrie voor de ontwikkeling van de stad. Maar die grauwe industriestad van honderd jaar geleden is nu een trendy bestemming. Moderne architectuur, verbazingwekkende musea, gezellige pubs en luxueuze shoppingcentra: een cocktail die nooit verveelt

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Dat industriële verleden van Manchester in Noord-Engeland overvalt je nog steeds als je met de auto de stad binnenrijdt: grauwe industriële wijken, gure straten met vuile pakhuizen, het perfecte decor voor een of andere Britse misdaadserie.

Hoe dichter bij het stadscentrum, hoe meer de pakhuizen gerenoveerd zijn en verbouwd tot kantoren, flats, winkels en restaurants. Een streepje zon doet vermoeden dat die citytrip naar Manchester nog wel zal meevallen. Een understatement. Je zal zien: naar die stad wil je nog terug!

 

Alles op wandelafstand

Deze tip is geld waard: parkeer je auto in een van de parkeergarages net buiten het centrum, dat scheelt een serieuze slok op een borrel. Neem bijvoorbeeld de parkeertoren in Tariff Street: veel goedkoper en maar tien minuten stappen van het stadscentrum. Als je dan ook nog eens een nacht hebt geboekt in het fameuze Britannia Hotel in Portland Street, krijg je een gunsttarief.

Ook andere hotels hebben dergelijke deals. Dat Britannia Hotel moet je echt gezien hebben – er logeren dan weer niet per se: nogal uitgeleefd, als je het mij vraagt. Het hotel is gevestigd in het monumentale pakhuis S&J Watts uit 1856.

Binnen krijg je een idee van de grandeur van weleer. Loop gerust tot in de lobby voor een blik op de monumentale smeedijzeren trappen en de luchters waarvan je blij bent dat jij die niet hoeft schoon te maken.

Hier werden hele scènes opgenomen van de beroemde Titanic-film A Night to Remember (1958) – en wij die dachten dat die echt aan boord van een schip was gedraaid.

Het leuke aan Manchester is dat je vanuit een strategisch gekozen locatie zowat de hele stad te voet kan doen. Een toeristische attractie in het stadscentrum is nooit verder weg dan twintig minuten.

Op de website van Visit Manchester kan je een stadsplannetje downloaden en in het bezoekerscentrum in Portland Street kan je op een aanraakstadsplan nog even je route bepalen.

 

De geschiedenis van het voetbal

Er staan wat lelijke gebouwen in Manchester: het gevolg van een ongelukkige bouwpolitiek die tot de jaren zeventig ook het uitzicht in andere Britse steden behoorlijk heeft verpest. Compleet negeren die boel, er zijn genoeg mooie dingen te zien. In het noorden van het stadscentrum, vlakbij Victoria Station (voor wie met de trein is gekomen), zijn dat bijvoorbeeld de kathedraal met de wijdste middenbeuk van heel Groot-Brittannië, het National Football Museum en Chetham’s Library.

Het National Football Museum huisde tot enkele jaren geleden in Preston in Lancashire: in the middle of nowhere, en dus kwam er geen hond kijken. Sinds het in een futuristische glazen constructie in Cathedral Gardens zit, zijn de bezoekersaantallen de hoogte ingeschoten. Je hoeft niet van voetbal te houden om dit een leuk museum te vinden.

Of misschien toch een beetje: je leert hier waar voetbal vandaan komt en krijgt veel historische stukken te zien: van oude voetbaltruitjes - met het zweet van Pelé, David Beckham, George Best of Eric Cantona er nog in - over leren wedstrijdballen tot tientallen FA- en andere cups.

Veel leuke weetjes, veel dingen om zelf te doen en ook aandacht voor minder vrolijke voetbalaangelegenheden: de vliegtuigramp in 1958 in München waarbij acht spelers van Manchester United om het leven kwamen, de rampen van Bradford en de Heizel (1985), en die van Hillsborough (1989).

En dan zijn er nog de stadions van Manchester United en Manchester City (van ‘onze’ Vincent Kompany).

Je kan ze allebei bezoeken, dat van Man U heeft bovendien ook een uit de kluiten gewassen museum.

Naast de deur van het National Football Museum staat The Printworks, een overdekte galerij met restaurants en dancings in de gebouwen waar vroeger de krant The Guardian werd gedrukt – vandaar de naam.

Maar dé topattractie in de noordelijkste hoek van de stad is zonder enige twijfel de vijftiende-eeuwse bibliotheek van Chetham’s School of Music, een muziekschool waar alleen de meest getalenteerde kinderen worden toegelaten.

Stil zijn en je ogen de kost geven, meer hoef je hier niet te doen.

Victoriaanse winkelgalerijen

Manchester heeft enkele van de fijnste shoppingcentra van het land. Het grootste is Arndale, aan dé winkelstraat van de stad: Market Street. Arndale doet misschien nog in een andere context een belletje rinkelen.

In 1996 legde het IRA er een bom van liefst anderhalve ton. Omdat voor de aanslag gewaarschuwd was, vielen er slechts een paar gewonden. Maar het shoppingcenter ging plat en moest compleet heropgebouwd worden.

In Cathedral Street, op een steenworp van de noordelijke ingang van Arndale, zit een vestiging van Harvey Nichols, het luxewarenhuis waar onder meer David en Posh Beckham kind aan huis zijn. Naast de deur is het gezellig iets drinken in de pubs The Old Wellington en Sinclair’s Oyster Bar. In december moet je in deze buurt zijn voor een van de grootste kerstmarkten van Engeland.

Je vindt in Manchester ook Victoriaanse winkelgalerijen, waar de een naartoe gaat om te shoppen, de ander om foto’s te maken. Een van die galerijen – ze lijkt wel een gigantische glazen vogelkooi – is Barton Arcade tussen Dean Street en St. James’s Square. Maar zo te zien scheelt daar iets, want ondanks het schitterende decor staat ruim de helft van de winkels er leeg.

Een (industrieel) pand dat helemaal niet leegstaat, is dat van Afflecks in Church Street. Hier vind je een gezellige bazaar waarin zo’n tachtig indiewinkeltjes hun waar - vooral kleren - aan de man brengen: een hotspot voor jongeren, ook door de muziek die ze daar door de luidsprekers jagen. We zakken zuidelijker, voor een blik op het majestueuze stadhuis aan Princess Street, helemaal gebouwd met katoengeld, en voor een bezoek aan een van de mooiste bibliotheken van het land: de neogotische John Rylands Library.

Die bibliotheek aan Deansgate maakt deel uit van Manchester University en werd gebouwd door Enriqueta Rylands ter nagedachtenis aan haar man, de ondernemer en filantroop John Rylands (1801-1888). Het publiek mag niet tussen de boeken, wel in de leeszaal. Maar dat is al indrukwekkend genoeg.

 

Made in Manchester

Twee musea doen het industriële verleden van Manchester uit de doeken. Het grootste is het Museum of Science & Industry, kortweg mosi, aan Liverpool Road. Om er te komen loop je van John Rylands Library gewoon Deansgate af. Leuker is binnendoor, over het trendy Hardman Square waar op mooie dagen iedereen luncht op het gras, en via St. John’s Gardens.

Mosi is een gi-gan-tisch museum met hallen vol industriële wonderen, een echt treinstation (het oudste ter wereld), een spinnerij, een afdeling over de (afval) waterhuishouding van Manchester en, aan de overkant van de straat, een loods vol auto’s en vliegtuigen. In de eerste zaal die je aandoet, maak je kennis met The Baby, een computer uit 1948 die zo groot is dat hij je huis niet in kan. George, de gids, legt uit dat de iPad van vandaag tienduizend keer sneller is.

Manchester zou de moderne wereld uitgevonden hebben volgens dit museum.

Eén afdeling in mosi doet je mond echt openvallen: How Manchester invented the Modern World, over Mancunians (zo heten de inwoners van Manchester) die de wereld hebben uitgevonden. Of toch zo goed als.

Enkele voorbeelden? Wie vond de waterdichte jas uit? Charles Macintosh. De steunkous? Tilak Dias. Polyester? De textielfabriek Calico Printers’ Association. Blauwsel? William Perkin. Weven en spinnen: het werd in Manchester op punt gesteld.

Katoen, viscose, pvc, nylon, acrylvezels: ze kennen er hier alles van. Dat Cottonopolis ook een niet te onderschatten sociaal verhaal is, wordt knap duidelijk gemaakt in het People’s History Museum aan de oever van de rivier de Irwell.

Een museum van de sociale strijd, met onderwerpen als loon naar werken, vakbonden, vrouwenrechten, stemrecht, huisvesting en betogingen. Je spoelt het allemaal door met een flinke pint (of iets anders) in Dukes 92, een bar in het negentien de-eeuwse industriële Castlefield, in het uiterste zuiden van het stadscentrum.

De bar ligt tussen het Rochdale Canal en het Bridgewater Canal, met zicht op kanaal en spoorwegbruggen en in de hoogte een viaduct met het drukke kruispunt van de A57 en de A56. Een ongewone, maar interessante locatie. Daarna wandel je langs het Rochdale Canal terug het stadscentrum in. Onderweg kom je voorbij de concertzaal Bridge water Hall. Misschien vooraf even kijken wie daar tijdens je bezoek aan Manchester op het podium staat?

Van grauw naar wauw

Er is één stuk Manchester dat je moet gezien hebben en dat buiten het makkelijk te bereiken stadscentrum ligt: Salford Quays. Salford ligt aan het Manchester Ship Canal dat Manchester met Liverpool verbindt. De havenbuurt daar is het voorbije decennium uitgegroeid tot een hypermoderne buurt met toeristische attracties, restaurants en bars, cinema’s, theaters en andere uitgaansmogelijkheden. Het is daar dat je het stadion van Manchester United vindt en waar de omroepen BBC en ITV hun MediaCityUK hebben gebouwd - weg van het moeilijk toegankelijke Londen.

Aan de ene kant van het kanaal staat The Lowry: een shoppingcenter, theater en museum genoemd naar kunstenaar Laurence Stephen Lowry (1887-1976). Lowry studeerde in Manchester en werd bekend met zijn schilderijen van het industriële Noordwest-Engeland. In The Lowry hangen tientallen van zijn schilderijen, een must see.

Neem daarna de voetgangersbrug naar de andere kant van het kanaal voor een bezoek aan een gebouw dat je al van ver hebt gezien. Het Imperial War Museum North huist in een opvallend ontwerp van de Amerikaanse architect Daniel Libeskind, die ook het nieuwe WTC-gebouw in New York tekende. Het museum is een pendant van het gelijknamige museum in Londen. Binnen is alles (de vloer, de muren, de plafonds) scheef, en dat was ook Libeskinds bedoeling: hij wilde de chaos van de oorlog voelbaar maken. I

WM North is een state of the art museum waarin de komende jaren veel aandacht wordt besteed aan de Eerste Wereldoorlog. Er loopt momenteel een deelexpositie gewijd aan Edith Cavell, de Britse verpleegster die in 1915 in Brussel door de Duitsers werd geëxecuteerd. Om het halfuur gaan in het museum de lichten uit voor een klank- en lichtspel  dat wordt afgeraden voor hartpatiënten of mensen met claustrofobie.

En dan: aan tafel!

Eindig je dag in een van de vele restaurants en bars in The Gay Village of in het trendy Northern Quarter. Op het stadsplannetje dat je kan downloaden op de site van Visit Manchester staan die helder aangeduid. Wie ’s middags alleen een stukje wortelcake heeft gegeten in de heerlijke tearoom Propertea naast de kathedraal, mag zich ’s avonds eens laten gaan. Jamie’s Italian in King Street, jawel, van Jamie Oliver, is een prima Italiaans restaurant, net als Don Giovanni’s in Oxford Street.

Maar dé ontdekking van deze trip is Evuna in Thomas Street, een tapasbar waar het zo lekker en gezellig is dat je er voor middernacht niet wegraakt. By the way: ze hebben ook een vestiging in Deansgate. En voor wie toch China Town eens wil proberen: in de restaurants New Hong Kong en New Emperor, allebei in George Street, komt de eend bij wijze van spreken nog echt uit Peking.

Tekst & foto’s Dirk Musschoot (en Pixabay)

Dit artikel is verschenen in december 2014.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer