Thüringen: braadworst

12 minuten leestijd

‘Een leven zonder braadworst is zeker mogelijk, maar volstrekt zinloos.’ In de Duitse deelstaat Thüringen wordt niet gelachen met braadworst. In het land van Luther, Goethe en Bach is een perfect gegrilde braadworst het nec plus ultra voor wie op zoek is naar culinaire streekproducten. We wandelen van Erfurt tot  Arnstadt, bijten in een worst, drinken een slok pils, luisteren naar stoere- mannenverhalen en buigen deemoedig het hoofd voor zoveel geschiedenis.
 

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Een eind ten oosten van de voormalige grens tussen West- en Oost-Duitsland trekken we onze wandelschoenenaan. Stappen doen we vandaag ‘van bier tot braadworst.’ Dat is de naam van een wandellus die vertrekt en aankomt in Arnstadt, een gemeente van amper 24.000 inwoners maar wereldberoemd bij Bachkenners omdat Johann Sebastian Bach hier – amper 18 jaar oud – zijn eerste opdracht als organist en cantor had. Jong en onstuimig, straatvechter en plantrekker: de componist beleefde hier een bewogen periode. Hij zou hier ooit een fagottist tijdens een repetitie voor rot hebben uitgescholden. Die trommelde wat maten op, die na de repetitie Bach opwachtten en vakkundig in elkaar timmerden. Maar we laten zijn kerk – de Neue Kirche heet nu de Bachkirche – letterlijk links liggen, strelen de voeten en handen van zijn standbeeld – hij ziet er toch zo lief uit, mijnheer – en trekken met stevige tred naar de Arnstadt Stadtbrauerei.

Bier en worst, dat is als yin en yang.

Meester-brouwer Michael Schenck toont ons trots zijn koperen ketels, waar hij zo’n 900 hectoliter per jaar brouwt: een helder, een donker en een weizen, allemaal 5,1% alcohol sterk. Laat je niet verrassen door dat weizen: het is een tarwebier, maar het bevat minder hop dan ons Belgische witbier. Hier in Arnstadt wordt al 600 jaar bier gebrouwen. ‘De Arnstadter Urstoff is een helder bier met duidelijke hopsmaak. Het is dé ideale partner voor je braadworst.’ Waarom moet je bij braadworst pils drinken, vragen we aarzelend. Schenck: ‘Dacht je limonade te drinken?’ Voor hem past er niks anders bij een braadworst dan een pint. ‘Het is historisch altijd al zo geweest. Bier en worst, dat is als yin en yang.’ Het lijkt alsof we naar het bestaan van de zon gevraagd hebben, en we spoelen onze onwetendheid door met een helder bier.

Benedictijnse braadworst

De pint is op, dus willen we de alcohol eruit stappen. De wandeling Van bier tot braadworst loodst ons door een wijd uitgestrekt stuk groen tussen Arnstadt en Holzhausen: een traject van zo’n 16 kilometer door het natuurreservaat Inselsberg-Drei Gleichen. We lopen het centrum van Arnstadt uit en houden even halt bij de overblijfselen van het benedictijnenklooster. Na de reformatie in de zestiende eeuw verloor dat katholieke Sint-Walburgaklooster snel aan belang, maar voordien speelde het een niet te onderschatten rol in de geschiedenis van de braadworst.

Pardon? Wat hebben nonnen met braadworsten te zien? De toenmalige proost van de benedictinessen, Johann von Siebeleben, noteerde in 1404 nauwkeurig de inkopen die hij deed om worsten te maken: voor één Groschen (grofweg een duit) kocht hij darmen voor braadworst voor zijn kloosterzusters. Dat boodschappenlijstje – toonbeeld van zorgvuldige boekhouding – geldt vandaag als de oudste schriftelijke neerslag van de braadworst en geeft Thüringen in één klap de status van braadworstbakermat. Na de reformatie liepen de katholieken weg uit Arnstadt en kwam het klooster leeg te staan. Het documentje ligt nu in het braadworstmuseum van Holzhausen, en daar brengt de wandeling ons heen.

De hemel trekt open, en het uitzicht doet dat ook: het dorpje verdwijnt achter ons en we lopen langs velden en akkers. Dit lijkt een stuk plompverloren Duitsland, een regio waar velen voorbijrijden zonder er acht op te slaan. Jammer. We genieten van de vergezichten die zoveel vredigheid uitstralen. Hier en daar geven toeristische bordjes extra uitleg. Via QR-codes leren we meer over worst, bier en de lokale hoppekweek, de omliggende natuur, de hoog boven de hoofden uittorenende Wachsenburg en de hele regio. Thüringen telde ontzettend veel kastelen en kloosters, maar is nu vooral een groene deelstaat. Economisch is ze ook belangrijk, met fabrieken van onder andere Lufthansa en Rolls Royce. Toeristisch dus wat minder bekend, en dat heeft zijn voordeel: we komen erg weinig wandelaars tegen op ons traject.

Uit de hand gelopen grap

Mijmerend lopen we langs de goed aangeduide paadjes tot in Holzhausen: een dorpje van niks dat zijn hele bestaan en belang te danken heeft aan hetinitiatief van Thomas Mäuer, de oprichter en baas van het Deutsche Bratwurstmuseum. ‘Met worst lach je niet’, laat hij ons meteen weten als hij ons door zijn museum rondleidt. Braadworst is een ernstig onderwerp. Maar toch zit hij tjokvol anekdotes en grapjes. ‘Luther kocht in Erfurt ooit een braadworst op de markt en liep weg zonder hem te betalen. Het was diezelfde strenge theoloog die zei: “Uit een angstige aars komt geen vrolijke scheet”.’

Een echte braadworst bevat alleen varkensvlees van schouder en buik, geen ingewanden, en is vers van kwaliteit.

Mäuer geeft ons de essentials van de braadworst mee: ‘Een echte braadworst houdt zich aan het Reinheitsgebot van 1432: alleen varkensvlees van schouder en buik, geen ingewanden, vers van kwaliteit. Dat vlees, met maximaal 20% vet (een stuk magerder dan de meeste andere braadworsten die we kennen, meteen de mythe ontkracht als zou de braadworst een vettige bedoening zijn), wordt gemalen en krijgt per regio een licht verschillende kruidenmix mee. De Thüringer braadworst weegt 100 tot 120 gram en meet 15 tot 20 centimeter. Dat is zo door de EU vastgelegd.’

Het museum trekt jaarlijks 55.000 bezoekers, ook al begon het ooit als een uit de hand gelopen grap. Mäuer: ‘We dronken te veel pinten op café en beslisten toen om een museum aan onze favoriete worst te wijden. Nooit gedacht dat er nu bussen vol toeristen ons dorp zouden binnenrijden.’ Het braadworstmuseum biedt vandaag een leuk overzicht van de geschiedenis en de internationale expansie van de Thüringer braadworst.

Worst als filosofie

Maar dat is niet alles: in het museum kan je ook je tanden zetten in een echte Thüringer braadworst, en als je wil, kan je die zelfs zélf klaarmaken. Keukenchef Holger trekt ons een witte schort aan, en helpt ons onze allereerste eigen braadworst te maken. Eigen worst eerst! Gezwind versnijden we stukken vlees, halen we het resultaat tweemaal door de vleesmolen, voegen we zout, peper, nootmuskaat, citroensap, wat melk, suiker, komijn en knoflookessentie toe. We spoelen een flinterdunne varkensdarm (die tot negen meter lang kan zijn) en vullen die met de goed geknede vleesmassa. We proberen het vlees onder net voldoende druk in de darm te persen. Mäuer neemt ons mee naar zijn biergarten, waar ondertussen een rist Duitse bejaarden van hun eerste braadworst van de dag aan het genieten zijn. De dikbuikige buschauffeur waggelt ondertussen heen en weer langs de biertuin: voor hem zit er deze keer géén pint in. 

 

Het Braadworstmuseum lijkt op een grote grap, toch nemen de locals hun braadworst meer dan ernstig.

‘Het is belangrijk’, zegt de braadworstgoeroe, ‘dat je de worst nooit in een pan bakt, maar altijd grilt boven wat houtskool. In de vijftiende eeuw hadden we veel hout en dat was de makkelijkste brandstof. Als je je hand twee tot drie seconden op tien centimeter boven de kool kan houden, is de temperatuur ideaal. Zorg ervoor dat de worst goed droog is. En prik er nooit in. Bak hem zo’n acht minuten.’ De hele operatie duurt net wat langer dan wanneer je een worst achteloos in de pan kiepert.

Maar Mäuer zegt: ‘De weg is het doel.’ Worst als filosofie: in Thüringer dagelijkse kost. Onze eigen worsten gaan dus boven het vuur, en zelf gaan we op een schommelstoel onder een parasol zitten. We zien hoe het Braadworstmuseum op een grote grap lijkt. Humor is alomtegenwoordig, ook al nemen de locals hun braadworst meer dan ernstig. Onze eigen worst belandt finaal in een broodje. Maar ook dát is geen sinecure. Mäuer: ‘Snijd het broodje doormidden. Doe dat dwars, en nooit van boven naar beneden. Want zo kunnen we ons onderscheiden van de katholieke manier van brood snijden. Een braadworst moet je op protestantse wijze eten.’

Twee liter wijn per dag

Er gaat tot slot nog een portie Born-mosterd op, zodat het plaatje helemaal klopt. Met de nodige voorzichtigheid bijten we in onze 100% zelfgemaakte Thüringer Bratwurst. Lekkerder dan we durfden te denken, stellen we vast. Mäuer lacht: ‘Een doorsnee Thüringer eet 88 worsten per jaar. De gemiddelde Duitser haalt maar 25. Maar we moeten ook toegeven dat de inwoners van Thüringen de dikste Duitsers zijn, met de laagste levensverwachting.’ We genieten, maar doen dat op strenge, pure, zuivere wijze. Vanuit de hemel kijkt Luther goedkeurend toe.

Hoe zal het met onze eigen Body Mass Index zijn, vragen we ons af. Dus lopen we met plezier én ter compensatie het tweede deel van de worstenwandeling, dat ons terugbrengt naar Arnstadt. We leren dat ‘Brat’ in ‘Bratwurst’ niks te maken heeft met ‘braden’, maar alles met het oude Duitse woord ‘Brat’: dat is vetloos vlees dicht bij de spieren. Brat is het fijnste vlees, en daarmee maak je dus de echte braadworst. We drinken een laatste pint in de Stadtbrauerei en keren dan terug naar Erfurt.

Gids Matthias Gose – hij ziet er met zijn zwarte hoed uit als een combinatie van Faust en Bach – leidt ons door het kleine hoofdstadje van Thüringen. De stad ademt geschiedenis. Niet alleen woonden hier de ouders van Johann Sebastian Bach, ook Goethe kwam vaak naar Erfurt. Als tiener, maar ook als volwassene verbleef hij vaak en graag in de intellectuele stad. Hij nodigde er kunstenaars, schrijvers en academici uit om te praten. Zo werd Johann Pachelbel (de beroemde barokcomponist, wereldbekend voor zijn Canon in D) hier organist.

‘Goethe kwam natuurlijk ook naar Erfurt om te drinken’, voegt Gose er meteen aan toe. ‘Want zijn wijnhandelaar woonde hier. Goethe was goed geoefend. Hij dronk gemiddeld twee liter wijn per dag.’ In 1808 ontmoette de schrijver-dichter-filosoof-wetenschapper-minister hier zelfs Napoleon.

We lopen tot aan de Krämerbrücke: een oude stenen brug uit 1315 over de Gera die is volgebouwd met knus uitziende vakbouwhuisjes. Aan de achterkant lopen we over hobbelige kasseistenen langs boetiekjes, souvenirwinkels en ander fraais. Bij Eiskrämer – what’s in a name – houden we halt. Dit is het kleine chocolade-imperium van Dirk Fromberger. ‘Of dacht je nu echt dat je bij ons alleen maar worst kon eten? Wij gebruiken cacao uit Vietnam en maken er originele pralines en chocolade mee.’ Met graagte proeven we de ‘praline van de week’: sinaas en advocaat.

Mosterd met chocolade

We slenteren verder en nemen het stadje in ons op. Er hangt een moeilijk te beschrijven protestants sfeertje: open en vriendelijk, maar toch ook wat teruggetrokken en gereserveerd. Grenzeloos exuberant zal je de locals niet meteen zien doen, denken we, terwijl we de trappen op de Domplatz oplopen. Om het met de Nederlandse dichter Gerrit Achterberg te zeggen: ‘De godsdienst hangt hier zwaar aan de hanenbalken.’Op de Domplaats zelfs tweemaal: de Dom St. Marien én de St. Severikirche staan hier broederlijk naast elkaar, als dubbel katholiek statement in een voor de rest sterk gereformeerd stuk Duitsland. De binnenkant van beide kerken blijft voor katholieke kerken opvallend sober: katholieke bouwwerken in de schaduw van het lutheranisme. Een soberheid die hier wel gesmaakt wordt. We merken het als we ’s avonds in het ietwat upscale restaurant Pier 37 een moderne, meer gastronomische variant van de braadworst bestellen – in een korst van bladerdeeg – en zowaar een tweede glas rode wijn bestellen. Luther kijkt bezorgd toe als we tomeloos van de Merlot genieten. 

De kleine mosterdwinkel van Born brengt ons terug met de voeten op de grond. Met mosterdzaadjes uit de eigen regio maakt baas Frank Gerhardt hier al generaties lang de beste mosterd van Duitsland. ‘Mosterd hoort bij worst zoals mayonaise bij friet hoort’, leert hij ons, terwijl hij een resem aan smaakvarianten laat proeven. Er bestaat zelfs mosterd met chocolade. ‘Maar het allerbelangrijkste is dat de mosterd niet te sterk mag zijn, zodat hij de braadworst niet overtroeft. Mosterd ondersteunt de worst, en niet omgekeerd.’

We proeven een laatste keer van de beroemde braadworst in Faustfood, de donkere kroeg-annexrestaurant met de grappige naam: eten uit het vuistje, maar ook een verwijzing naar Faust als een van de bekendste werken van Goethe. Faustfood heeft – natuurlijk – een obligate biergarten als dé plaats waar je de worst-in-het-broodje naar binnen kan spelen, maar er wordt ook binnen gegrild. We schuiven aan de Wurstenstrasse aan, de lange toog waar we uit verschillende bereidingen kunnen kiezen. Voor amper 2 euro nemen we 20 centimeter streekproduct, in een correct gesneden broodje, mét de juiste mosterd op smaak gebracht. In 2015 werd in heel Duitsland anderhalf miljoen ton braadworst gegeten. Je zou voor minder een extra pint bestellen, protestant of niet.

 

Tekst Aart De Zitter – Foto’s Thomas De Boever

Dit artikel is verschenen in maart 2017.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer