Pasar actief: packraften

6 minuten leestijd

Deze lente wordt avontuurlijk! Want vier maanden lang gaan wij op zoek naar alternatieve manieren om steden of natuur te (her)ontdekken. Deze maand gaat reporter Bart Claes packraften op de Maas: varen in een opblaasbaar bootje, maar dan wel eentje op maat van echte avonturiers.

reportage
  • Kamp
Een packraft is makkelijk in gebruik en past gewoon in je rugzak.

Een lokale kajakverhuurder kijkt ons vragend aan als we onze rugzakken aan de oevers van de Maas in het dorpje Uikhoven in het gras planten. ‘Wat doen jullie daar?’ Als we antwoorden dat we de rivier gaan bevaren, vraagt hij schamper: ‘Zonder boot?’. Die boot zit nog in de rugzak. Een pakketje van amper 2,5 kilo. Mijn begeleider is Willem Vandoorne, volbloed avonturier. Hij trok wekenlang into the wild door Nieuw-Zeeland, Noorwegen en zelfs Groenland.

Zijn packraft – een bootje in een rugzak, dus – kwam goed van pas om fjorden over te steken en rivieren af te varen. ‘Maak je eerst helemaal instapklaar’, raadt Willem aan. ‘Je wil vooral niet dat je opgeblazen raft het water invliegt terwijl je je nog aan het kleden bent.’ Een short en T-shirt volstaan bij warm weer. Een regenjas en regenbroek zijn geen luxe als je het wat droog wil houden.

Luchtje scheppen

De boot opblazen doe ik met een even eenvoudig als ingenieus systeem: met een grote zak vang ik lucht en die knijp ik door het ventiel naar binnen. Vijf of zes keer lucht scheppen is genoeg. En dan volgt mijn eerste uitdaging: zonder een nat pak in het bootje geraken. De kunst is om je achterwerk in een vlotte beweging op de juiste plaats te mikken. Gelukkig, het lukt. De lichte raft blijkt enorm wendbaar. Veel plaats krijg ik niet. Met het dekzeil erover voelt het alsof ik in een cocon zit.

De rugzak die stoer op de ‘voorsteven’ is gebonden, zorgt voor een gevoel van avontuur. Alsof ik de Amazone aan het verkennen ben. De stroming is sterk genoeg en ook zonder peddelen gaat het vooruit. Maar elk zuchtje wind zorgt voor weerwerk. Een eenzame reiger schrikt op en vliegt laag over onze hoofden. Plots doemt er een andere vreemde vogel op: een duiker staat in het midden van de rivier te wachten op zijn compagnons. ‘We duiken naar de restanten van een verdwenen kasteel’, vertelt hij. ‘Op een diepte van zeven tot acht meter zwem je tussen de oude kasteelmuren. Je kan de schoorsteenmantel zelfs zien.’

 

Net de Niagara

Na de middagpauze klinkt er gedonder in de verte. De Maas zakt er een meter de diepte in. Nu ja, diepte… Een hindernisje van niets als je veilig op de oever staat, maar in het vederlichte bootje lijkt het wel de Niagara-waterval. Willem geeft richtlijnen. ‘Kies de plek waar het wateroppervlak het langst vlak blijft’, geeft hij als tip. ‘En als je kantelt, probeer dan niet rechtop te staan in het water. Blijf laag en zwem rustig naar de kant.’ Als je kantelt. Alsof dat geruststellend klinkt.

De adrenaline begint te pompen als ik naar het schuimende wit toevaar, het bootje klotst en davert, maar het glijdt zonder te kantelen het wilde water door. Jihaa! En ook een tweede waterval kom ik door zonder kopje onder te gaan. Ter hoogte van het dorpje Vucht zit het avontuur erop. Eerst het bootje wat laten drogen in de zon terwijl we onze natte spullen inruilen voor droge kledij. Dan de lucht uit de raft laten, oprollen en inpakken. Met de boot in de rugzak stappen we naar het dorp. Handig, een vaartuig dat je overal kan meenemen.

Met dank aan Willem Vandoorne van Off-Trail, de eerste Europese aanbieder van begeleide packrafttochten. Je kan bij hem ook een packraft met alle bijbehorende materiaal - peddels, reddingsvest … - huren. Voor een weekend betaal je 70 euro.

www.off-trail.be

Is packraften iets voor mij?

Ideaal als je houdt van…

… avontuurlijke tochten door de wildernis. Waarbij je dagenlang onderweg bent met niets anders dan een rugzak. En in die rugzak past dan een packraft om rivieren, meren en fjorden over te steken. Maar je kan een packraft ook gewoon gebruiken als alternatief voor een kajak of kano. Je hebt geen aanhangwagen nodig. Je boot kan zelfs mee op het vliegtuig. Praktisch als je op vakantie graag rivieren bedwingt.

Niet doen als… … je bang bent van water. De kans is klein dat je kopje onder gaat, tenzij je echt wild water opzoekt. Maar nat word je gegarandeerd. En het bootje is zo licht en wendbaar, dat je elke beweging van het water voelt.

Waar kan je packraften? Op elke rivier waar je kan kanoën of kajakken, kan je ook packraften. In ons land zijn de Maas en de Semois geknipte rivieren voor wie het eens wil proberen. Combineer het met een trektocht, want dat je de boot gewoon kan opbergen in je rugzak, is net de sterkte van een packraft. Ben je niet bang van een uitdaging? Dan moet je naar de Amblève. Echte avonturiers kiezen voor de Verdon in Frankrijk of de Hinterrhein in Zwitserland, of trekken naar Noorwegen waar de fjorden dankzij een packraft geen hindernis meer vormen.

Wat heb je nodig? Een packraft, dat spreekt voor zich. Maar ook een demonteerbare peddel, een reddingsvest en een spatzeil dat je boot vanbinnen droog houdt. Deze basisuitrusting weegt al snel vier tot vijf kilo. Je kledij hangt af van het weer, maar zorg steeds dat je warm genoeg gekleed bent. Je zit vaak gewoon stil in je packraft en dan koel je af. Denk dus aan isolerende kledij onder je waterdichte buitenlaag. In wilder en kouder water is een drysuit ideaal. Ook waterdichte handschoenen komen van pas. Vergeet je set droge reservekledij niet. Die hou je droog in een waterdichte zak of twee vuilniszakken die je in tegengestelde richting in elkaar schuift. Aan je voeten doe je neopreen sokken of surflaarsjes, ze houden je voeten warm en beschermen ze tegen keien onder water

 

Dick Griffith legde de basis van de packraft toen hij met een opblaasboot door Mexico trok.

De eerste echte packraft

Opblaasbare boten uit rubber of plastic bestaan al decennialang. De eerste stevige exemplaren werden vlak na de Tweede Wereldoorlog door het Amerikaanse leger gebruikt. Het waren logge en zware gevallen, helemaal niet geschikt om ermee op je rug de wildernis in te trekken. Het was een zekere Dick Griffith die de basis legde voor de eerste echte packraft. Deze avonturier uit Alaska gebruikte in 1952 een opblaasboot van de Amerikaanse luchtmacht om de Copper Canyon in Mexico door te trekken.

Toen hij in 1982 - hij was toen 56 - deelnam aan de avonturen race Alaska Mountain Wilderness Classic, zette hij de andere deelnemers te kijk toen hij uit zijn rugzak een opblaasbare raft haalde om de rivieren mee over te steken. Rond die tijd ontstonden de eerste commerciële packrafts van de merken Sherpa, Curtis en American Safety. Maar pas de afgelopen jaren is de packraft helemaal doorgebroken, ook in Europa. Eén van de trendsetters is het Amerikaanse familiebedrijf Alpacka Raft. Ontwerpster Sheri Tingey ontwikkelde een lichtgewicht boot voor haar zoon Thor die deelnam aan een avontuurlijke trek door het Brooksgebergte in Alaska. Nog steeds is Alpacka Raft een referentie voor andere moderne packrafts.

Tekst Bart Claes - Foto’s Siska Vandecasteele

Dit artikel is verschenen in mei 2016.

 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer