Elba: heel eiland te voet

11 minuten leestijd

Elba is misschien wel het bekendste onbekende eiland van Europa: iedereen kent het, maar niemand weet het liggen. Inderdaad, Napoleon is er nog geweest. Op een steenworp van de Toscaanse kust in Italië is het kleine eiland een verrassende bestemming voor een gevarieerde wandelvakantie. Sinds enkele jaren loopt het wandelpad Grande Traversata Elbana helemaal van oost naar west: de ideale rode draad om het eiland te ontdekken.

reportage
  • Wandelen

Behendig slalomt Catarina door het schouderhoge dichte struikgewas. Aan de eeltige bladeren hangen nog dikke regendruppels. Het is de laatste dag dat de levanter vanuit het oosten natte wolken over het eiland blaast. ‘Atronca macchia!’, roept ze enthousiast naar ons. Of letterlijk: breek het struikgewas, en loop naast de weg. Als we haar hebben bijgebeend heeft ze een hand vol corbezzolo’s geplukt. Pruimige bessen met knarsende pitjes die tussen je tanden blijven zitten. ‘Morgen schijnt de zon’, zegt ze optimistisch terwijl ze met de rug van haar hand natte haarslierten uit haar gezicht wrijft. Een betere gids hadden we niet kunnen wensen voor onze Grande Traversata Elbana, of GTE.

Een betere gids hadden we niet kunnen wensen voor onze Grande Traversata Elbana, of GTE. Iedereen kent Elba als het ballingseiland van Napoleon. Hoewel hij er nog geen jaar verbleef heeft hij duidelijk zijn keizerlijke voetafdruk achtergelaten. Straatnamen, gebouwen, infrastructuur, gerechten en zelfs de vlag van Elba is door Napoleon ontworpen: een simpele rode streep met drie gouden werkbijen die de mijnwerkers, de vissers en de boeren symboliseren. Het feit dat tweehonderd jaar later de vlag nog steeds het eiland vertegenwoordigt, toont hoe hij voor de inwoners geen indringer was.

Napoleon had in mei 1814 zelf voor Elba gekozen, en niet alleen omdat zijn schoonbroers Italianen waren. Hij wist dat het eiland hem gastvrij zou ontvangen en hij hield van het landschap. Hij ging wonen in een prachtig herenhuis in het hogere stadsgedeelte van het hoofdstadje Portoferraio. Toch waren zijn ambities sterker dan de rust van het eiland ver weg van het strijdtoneel, en op 26 februari 1815 ontsnapte hij terug naar Parijs – de beruchte vol de l’Aigle – om dan honderd dagen later in Waterloo definitief verslagen te worden.
 

Vroeger graftombe, nu oprit

De GTE is een wandelpad van ongeveer 70 kilometer dat loopt van oost naar west. Vóór 1996 kon je op Elba wandelen langs een netwerk van ezelspaadjes die kriskras door elkaar liepen. Nu is er voor één pad gekozen om de natuur te beschermen, maar ook in de hoop dat meer wandelaars naar het Italiaanse eiland zullen komen. Het hele traject zou te stappen zijn in drie dagen, maar dat lijkt ons toch wat té gehaast als je ook nog wil genieten van de rest van het eiland.

In Cavo hebben we de kust verlaten en zijn we de rood-wit-rood-markeringen van de GTE beginnen te volgen. Traag klimmen we door de dichte struiken naar boven. Een eerste stop is de enorme graftombe Mausoleo Tonietti. Het bouwwerk doet denken aan een azteekse tempel en moet de Tonietti-familie herdenken. Die familie kocht koopvaardijschepen aan, waardoor het ijzererts van Elba over het hele Middellandse Zeegebied kon worden verspreid. Zo zette de familie Elba op de economische kaart.

De Italiaanse overheid beschermd niet alle monumenten en dat is eraan te zien.

We kunnen onze nieuwsgierigheid niet bedwingen en gaan een kijkje nemen. Als we door de open deur naar binnen stappen, sist Catarina tussen haar tanden: ‘Het is ook altijd hetzelfde met die Italianen. De overheid beschermt deze monumenten niet en kijk nu wat er nog overblijft.’ Het marmer en arduin dat de hele binnenkant van het mausoleum versierde, is weggehaald door de locals voor hun terrassen en opritten. Een smalle wenteltrap loopt symmetrisch als het binnenwerk van een schelp naar boven.

Op handen en voeten kruipen we over het oude smeedwerk. Boven zien we voor de eerste keer wat ons nog te wachten staat. Het pad slingert verder richting Monte Grosso, een donkergroene bult met hier en daar vlekken roestbruine aarde als sproeten op het landschap. De kustlijn is grillig geworden door de Middellandse Zee die onophoudelijk het eiland teistert. Beneden ons laten de ferry’s naar het Toscaanse vasteland lange schuimige sporen na in de zee. 

Gestoorde geiten

De volgende dag komt de voorspelling van onze gids uit. de wind is gedraaid en het is prachtig weer. Doelloos blijft de maan nog een hele tijd doorzichtig aan de blauwe hemel hangen. Vandaag begint onze tocht aan de Monte Strega, de berg van de heksen. Het krioelde hier vroeger van de heksen en de verbannen vrouwen, vertelt Catarina mysterieus. Hier zie je het volledige GTE-traject. van de beboste heuvels van Cavo in het oosten tot het hoogste punt van Elba, de Monte Capanne in het westen. Nonchalant rondgestrooid liggen dorpjes over het landschap verspreid. Waar je ook kijkt, zie je de zee.

 

Hoewel mei en juni de beste maanden zijn om het eiland te bezoeken, doet de najaarszon ons ook nu serieus zweten. Het pad kronkelt verder langs oude dennen en wilde jasmijn. Porto Azzurro krult zich als een drakenrug voor ons uit en loopt helemaal schuin naar beneden om dan kopje onder te gaan in de Middellandse Zee.

Doorheen de geur van hars en tijm ruiken we plots een penetrante muskusgeur. Zo’n tien wilde geiten staan te balanceren op de steile rotswand. Hun lange sikken wapperen in de wind. Zelfs wanneer ze ons uiteindelijk opmerken, dalen ze maar met tegenzin af. ‘Ze hadden hier zo laat op het jaar waarschijnlijk geen wandelaars meer verwacht’, legt Catarina uit. ‘Tijdens het hoogseizoen trekken de beesten zich terug naar het westelijke gedeelte van het eiland; daar in de bergen komen minder toeristen.

Een andere dimensie

Niemand weet hoe Elba eruitzag toen het miljoenen jaren geleden losscheurde van het afrikaanse continent en noordwaarts dobberde. al sinds de komst van de Etrusken in de vijfde eeuw voor Christus is er in het eiland gegraven en gewroet op zoek naar ijzererts. Sindsdien zijn steeds meer bergen afgekloven door de romeinen, de Spanjaarden, de britten, de Fransen, ... de geschiedenis van Elba is onlosmakelijk verbonden met ijzer. Tot in het begin van de jaren tachtig de laatste mijn werd gesloten. Nu moet het Italiaanse eiland het vooral van het toerisme hebben.

We rijden naar het meest zuidwestelijke punt van het eiland. Voor ons ligt Monte Calamita, de magnetische berg. Volgens de romeinse legende was het magnetisme van de berg zo sterk dat het de nagels uit de boeg van schepen kon trekken, waardoor die zonken. Vandaag moet een zendmast de boten waarschuwen om hun kompas hier niet te vertrouwen.

Ook onze rode kompasnaald wijst schaamteloos naar Monte Calamita. aan het begin van de twintigste eeuw kocht de steenrijke chocolademagnaat Theodor Tobler – onder invloed van zijn antroposofische vriend rudolf Steiner, die zocht naar de verbinding tussen mens en kosmos – 150 hectare rond de berg op. Uit schrik dat de berg zou verdwijnen door mijnbouw. Volgens hem was het magnetisme van de Calamita immers een portaal naar een andere dimensie.

De mijnwerkers op Elba mochten enkel stoppen als de sirene loeide en ze konden het daglicht niet meer verdragen.

De mijn die er in 1928 dan toch gekomen is, lijkt van de ene op de andere dag verlaten. ‘Ze hebben letterlijk alles laten vallen en de mijnwerkers zijn nooit meer teruggekeerd’, legt Catarina uit terwijl één voor één de tl-lampen aanfloepen in de lange mijnschacht. We stappen binnen in de enorme magneet. De gangen lopen van zuid naar noord, mee met de aders vol ijzererts die naar het magnetische noorden groeien. We ontdekken een heel ondergronds netwerk aan gangen en kamers waar mijnwerkers dag in dag uit grote brokken steen vol ijzererts in mijnkarren kieperden.

‘Een hondenleven’, verzekert onze gids. ‘Ze mochten enkel stoppen als de sirene loeide. Zo wisten de omliggende dorpen ook steeds hoe laat het was.’ Door de lange werkdagen in de donkere gangen werden alle werkers fotofobisch, ze moesten ondergronds lunchen om hun ogen tegen het felle licht te beschermen. Pas in het schemerdonker gingen ze terug naar huis.

Knipperend met onze ogen komen we terug naar buiten. De oude transportband tekent zich als een dinosaurusskelet af tegen de lucht. Het is mooi en lelijk tegelijk. Op sommige plekken heeft de erosie het gewonnen van het roestbruine metaal en gaat het enorme beest door de knieën.
 

Zwijn en tonijn

De GTE is vooral een goede rode draad om het eiland te ontdekken. Reken daarom op een paar dagen extra en verlaat hier en daar het pad om meer van het eiland te verkennen. Zo buigen wij aan de voet van de Monte Castello linksaf richting Porto Azzurro. Beneden moet een Spaans kerkje verscholen liggen met een beeltenis van Madonna di Monserrato, een zwarte Madonna.

Na een halfuurtje schuifelen zien we het monasterio knus leunen tegen de bergflank. Langs de lage okergele muurtjes en de geknakte agaveplanten wandelen we naar de ingang. De poort is jammer genoeg op slot, maar door het sleutelgat kunnen we nog net de zwarte Madonna zien. Onder het rieten afdakje rusten we nog even uit en gaan dan verder op stap. Lunchen doen we deze keer in het middeleeuwse Capoliveri. Tot de jaren tachtig populair bij artiesten en schrijvers.

Vissen was vroeger moeilijker: de beste zwemmer van het dorp lokte de tonijnen in het net.

Elba is een zelfvoorzienend eiland zonder een noemenswaardig exportproduct. Wat je hier op je bord krijgt, komt meestal van eigen bodem. Naast tal van variaties op wild everzwijn – waarop hier naar believen geschoten mag worden – draait de keuken voornamelijk rond visgerechten, met de palamita, een lokale tonijnvariant, op kop.

Honderden jaren geleden een heldhaftig karwei, zo’n beestje vangen, legt onze gids uit. ‘Wanneer er een school tonijnen werd gespot, moest de beste zwemmer van het dorp het water in. Zo snel hij kon ging hij dan aan de kop van de school zwemmen zodat de vissen hem gingen volgen. Zodra de tonijnen de netten waren binnengelokt, moest hij snel het water uit of hij zou verpletterd worden door honderden paniekerige vissen.’

De rauwe palamita die we met olijfolie, ruw zeezout en een heerlijk glas witte wijn voorgeschoteld krijgen op het terras van Moderna di Matteo, is wellicht minder heroïsch uit het water gehaald, maar nog steeds even lekker, verzekert Matteo ons.

Enkele jaren geleden bouwde hij een oude slagerij om tot trattoria: een ideale plek om te lunchen en te genieten van lokale specialiteiten. Zeker niet vergeten om een rode dessertwijn van de Aleatico-druif met een chocoladekoekje te bestellen. Om het met de woorden van Matteo te zeggen: ‘Hemels!’

Klauteren over keien

De laatste etappe van de Grande Traversata Elbana is zonder twijfel de mooiste. We laten het vlakke, middelste deel van Elba achter en maken ons klaar om wat hoogtelijnen te overwinnen: het eindpunt van de GTE is voor ons immers de hoogste top van Elba, de Monte Capanne, met toch een bescheiden 1.019 meter.

Langs rosse varens en op een tapijt van bruine dennennaalden wandelen we over het Vlinderpad verder naar het westen. Het zonlicht scheert diffuus door de kruinen van de kleine eiken en glinstert in de Middellandse Zee. Hier en daar hangen kleine plukjes wolken aan de hemel. Voor ons torent uit het groene struikgewas de granieten kop van de Monte Capanne.

Er zijn twee routes om de top te bereiken. De gemakkelijke, die een lange bocht langs de flank maakt en langzaam stijgt, en een meer avontuurlijke route die over de kam van Le Calanche recht naar boven wijst. Als de helden die we zijn kiezen we voor de tweede optie.

We klauteren over enorme granieten zwerfkeien in alle vormen en maten, trekken ons aan de stalen kabels naar boven, bedenken dat wanneer het zou regenen deze route levensgevaarlijk is, en kijken vol verrukking uit over het hele eiland als we met een laatste zucht de top bereiken. Wat een prachtig zicht!

 

Catarina wijst ons al de verschillende eilanden aan die we in de Middellandse Zee kunnen zien liggen. Monte Cristo en Corsica hadden we goed geraden.

Net onder de top – waar ook het kabelbaantje uit de jaren zestig aankomt – picknicken we uitgebreid met lokale producten. Het smaakt ons zo goed dat het ons zelfs niet kan schelen dat er een romige mist opstijgt uit de zee en de hele Monte Capanne inpakt in een fris deken.

Waar we een hele dag over gewandeld hebben, dat doen we met het kabelbaantje in een kwartiertje naar beneden. Langs de pittoreske kustweg rijden we naar het eindpunt van de GTE en stoppen voorbij Marciana Marina.

Mussen wippen tjilpend op vanuit de lage struiken. We gaan liggen op het warme, oeroude graniet en kijken naar het water dat soepel over de rotsen krult.

Aan de horizon tekenen zich steeds duidelijker de Corsicaanse bergketens af. Een zeilbootje trekt traag voorbij, waardoor het plaatje helemaal klopt.

‘Ik ken genoeg mensen die Elba proberen te verlaten’, vertelt Catarina, ‘maar iedereen komt altijd terug omdat ze dit soort momenten niet kunnen missen.’ Dan draait ze zich plots om en voegt er proestend aan toe: ‘Of het is gewoon het magnetisme van Monte Calamita dat hen telkens terug naar Elba trekt!’

Tekst Teun De Voeght – Foto’s Dieter Telemans

Dit artikel is verschenen in oktober 2016.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer