Basics voor beginnende vogelspotters

Mijn vogelkennis groeit met de jaren. Vroeger wist ik het verschil niet tussen een mus en een mees, maar intussen zie ik in één oogopslag of dat vogeltje een pimpelmees of een koolmees is. Toch kan het altijd beter en dus schreef ik me in voor een vogelwandeling, georganiseerd door CC De Biekorf en onder leiding van Vlaanderens beroemdste spotter: Begijn le Bleu.

1. De ochtendstond heeft goud in de mond

Zondagochtend, half acht. Aan het getsjilp te horen zijn wij niet eens de vroegste vogels. Integendeel: in het vogelwereldje is het eigenlijk al laat. Maar ik heb een geheim wapen: Begijn le Bleu is mijn gids voor vandaag! Onder zijn deskundige begeleiding stap ik, samen met zo’n twintig andere natuurliefhebbers, een toertje door het groene Wiestermeersch in Wieze. Geen enkele vogel ontsnapt aan zijn (en dus onze) aandacht…

2. Geduld is een schone deugd

Een ijsvogel is wat Begijn een commercieel vogeltje noemt. Met zijn blauw-oranje vederkleed is hij een streling voor het oog, áls hij zich laat zien. De week ervoor werd hij gespot aan het Neerhof, een historische hoeve, en dus houden wij daar halt. Met ingehouden adem wachten we. E en wachten we. En wachten we. Zonder resultaat. De tip om eens alleen terug te keren hou ik in mijn achterhoofd. Het is één van mijn favoriete wandelgebieden en de kans op een tête-à-tête met een ijsvogel maakt het alleen maar aantrekkelijker. I’ll be back!

3. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert

Hoe lyrisch Begijn le Bleu ook is over de sexy ijsvogel, even enthousiast vertelt hij over het verschil tussen de holenduif en de houtduif. Daarnaast worden kauwen geroemd om hun zelfbewustzijn en mezen geprezen voor hun sociale intelligentie. Nee, vogelspotten is geen afvinkwedstrijd, maar wel een passie voor elke gevederde vriend die zich laat zien of horen. Of dat nu een simpele mus is of een stoere sperwer.

4. Horen, (zien) en zwijgen

Het lijstje is lang en ongetwijfeld onvolledig: dankzij Begijns ervaren oor luister ik naar de melodieën van de grasmus, zanglijster, tjiftjaf, vink, Cetti’s zanger, zwartkop, koolmees, pimpelmees, specht, gaai en spreeuw. De vogels die ik met het blote oog zie, kan ik echter op één hand tellen. Op een reiger en curieuze pimpelmees na moet ik heel veel moeite doen om op een veld verderop kauwen van spreeuwen te onderscheiden. Bovendien helpt het niet dat we met een grote bende zijn: er is altijd wel iemand die op een tak trapt op een cruciaal moment.

5. Oefening baart kunst

Het valt op hoe weinig Begijn door zijn verrekijker tuurt. Wel spitst hij voortdurend zijn oren, zo kan hij determineren welke vogels die hij hoort. Hier zijn jaren van training aan voorafgegaan, zoveel is duidelijk. Een tip van de man zelf: neem er de tijd voor, en gebruik de apps Vogels van Nederland en België en Merlin als hulpmiddel tijdens je spotavonturen. Ik vlieg er alvast in!

Begijns favoriete vogelspotgebieden

1. De Doelpolder waar je dankzij het open landschap gemakkelijk broedvogels kan bespieden.

2. Natuurgebied Den Teut, een allegaartje van bos, heide, vennen en zelfs duinen waar de gekraagde roodstaart, grauwe vliegenvanger en boomvalk zich thuis voelen.

3. Een stad zoals Antwerpen: misschien verrassend, maar in verstedelijkt gebied vallen heel veel vogels te zien, zoals de slechtvalk, gierzwaluw, boomklever, blauwe reiger, putter…

 

Lus De Ridder is auteur van De kleine wandelgids 1 & 2 en blogster, wandelt liefst van al door de natuur & dicht bij huis en inspireert graag met haar instagramaccount staycation.belgium