Veilig op reis met de caravan

Neem steeds zo weinig mogelijk, maar toch voldoende materiaal mee op reis, om de  kampeercombinatie zeker niet te overladen.

  • Zorg voor een goede horizontale wegligging van de combinatie. Dit is evenwel afhankelijk van de kogelhoogte. Zo voorkom je dat de wagen omhoog of omlaag wordt geduwd bij het plotse remmen. - - Laad het zwaarste materiaal zo laag en zo dicht mogelijk bij of boven de wielas. Zeer licht materiaal kan eventueel in de bovenkastjes.
  • Jerrycans doe je best halfvol.
  • Alle kasten, ramen en dakramen goed sluiten. Schotelantennes en andere uitstekende voorwerpen goed vastzetten.
  • Leg het materiaal in de kampeerinstallatie goed vast zodat het niet kan rondslingeren (gevaar voor beschadigingen).
  • Plaats de tafels in bedstand als de fabrikant dit voorschrijft.

Een correcte kogeldruk
Hou bij het bepalen van het gewicht op de bol (kogeldruk) rekening met de voorschriften van de fabrikant van het trekkend voertuig én van de aanhangwagen. Hou je dan aan het laagst aanbevolen gewicht.
Zijn er geen voorschriften, dan dien je ervoor te zorgen dat je minimum 50 kg en maximum 75 kg kogeldruk verkrijgt volgens de grootte van de caravan. Als richtlijn wordt aangenomen dat de kogeldruk 5 à 10% dient te bedragen van de beladen caravan, met een maximum van 75 kg.  

Volgens de opbouwlengte van de caravan bekom je volgende richtwaarden:

  • 40 à 50 kg kogeldruk voor een opbouwlengte van 3–3,5m
  • 50 à 60 kg kogeldruk voor een opbouwlengte van 3,5–4 m
  • 60 à 70 kg kogeldruk voor een opbouwlengte van 4 m en meer.
  • oor een kampeeraanhangwagen neem je als richtwaarde 30 à 40 kg.

Dit is belangrijk voor de bestuurbaarheid en de rijstabiliteit van de combinatie. Gebruik eventueel een kogeldrukmeter.

Let erop het voertuig niet te overladen;  een gelijke belading van rechter- en linkerwiel en een correcte kogeldruk zijn steeds nodig  voor de veiligheid. In noodsituaties heb je dan meer kans op een goede afloop want je kan de gedragingen van de combinatie beter onder controle kunt houden. Meet steeds de kogeldruk bij het laden van de caravan. Na enkele reizen weet je perfect waar wat thuishoort voor een goede belading. Controleer ook bij een volgende caravanweging of de links-rechts gewichtsverhouding overeenstemt.

Let op: meet de kogeldruk niet onder het neuswiel (een foutieve waarde), de kogeldruk dient gemeten te worden onder de bolkop.

Een te hoge kogeldruk zal de achterasophanging van het trekkend voertuig overbelasten. Bij oneffenheden op het wegdek zullen de vering en de schokdempers volledig worden ingedrukt zodat de as tegen de aanslagrubbers van het chassis slaat. Deze toestand is moordend voor het chassis, de vering, schokdempers, wiellagers en rubberen silentblokken. De auto wordt slechter bestuurbaar, omdat het hefboomeffect de neus van het voertuig omhoog heft, terwijl de grip en de stuurrichting nadelig beïnvloed worden door een verschuiving van het zwaartepunt naar achteren.

Een te lage kogeldruk zal de achterophanging van het trekkend voertuig teveel ontlasten. Dit betekent dat de grip op het wegdek vermindert, waardoor de bestuurbaarheid en de richtingsstabiliteit afnemen. Je krijgt ook het onprettig gevoel dat de caravan de auto stuurt. De uitgeveerde stand van de achterasophanging kan niet meer gecompenseerd worden door meer kofferbelasting omdat door het hefboomeffect de sterk opwaartse krachten vergroot worden. Dit kan niet alleen voor een onprettig gevoel zorgen, maar ook nare gevolgen hebben. Meestal zullen de krachten van zijwind, inhalende voertuigen en/of tegenliggers altijd slingerneigingen tot gevolg hebben.

Onjuiste kogeldruk compenseer je nooit door het plaatsen van stabilisatoren daar deze de steeds sterker wordende krachten in functie van de snelheid niet kunnen opvangen.

De oplooprem

Wanneer de auto remt, wil de caravan deze nog verder duwen. De schuifbeweging in de dissel zorgt ervoor dat de caravan begint te remmen. M.a.w. het bewegend deel van de oplooprem wordt ingedrukt.
Wanneer je de caravan wilt afhaken, zal je best eerst een weinig vooruit rijden opdat het bewegend deel van de oplooprem zich terug in de ontspannen positie zet en je de caravan gemakkelijk kunt afhaken. Je hebt dan geen tegendruk meer.

Achteruitrijden met de caravan dient traag te gebeuren en met de nodige omzichtigheid opdat de terugrij-automaat zich niet kan vastzetten zodat de wielen van de caravan niet blokkeren. Bij de oudere systemen is er nog een pal welke kan ingeschakeld worden opdat het bewegend deel niet zou kunnen ingedrukt worden tijdens het achteruitrijden. Dit vraagt hulp van een tweede persoon bij het inschakelen van de pal. Bij onvoorzichtigheid is dit gevaarlijk. Alvorens de caravan af te haken, dien je   een weinig (enkele cm) vooruit te rijden, opdat de pal zich terug zou kunnen loszetten.

Aandachtspunten bij het aanhaken:

  • Trekhaak goed in de koppeling.
  • Handrembreekkabel NOOIT rond de kogel, maar aan de speciale beugels.
  • Als je caravan uitgerust is met een slingerbedwinger, mag er NOOIT vet aan de bol gedaan worden.  Oppassen daarom ook bij het winterkamperen als je geholpen wordt door een tractor van de camping.
  • Controleer de verlichting van de aanhanger vóór het vertrek.