3 vragen aan Christophe Deblaere, auteur van het boek Back to the map

Christophe Deblaere is geograaf en fervent wandelaar. Twee jaar geleden besloot hij zijn ervaringen te delen en begon hij met wandelpunt.be. De website geeft tips voor materiaal en techniek, beschrijft routes in binnen- en buitenland en leert je te navigeren. Voor wie zich verder wil verdiepen in kaart en kompas, heeft hij nu ook een boek geschreven.  

1.      Waarom terug naar kaart en kompas als er zoveel technologie is om ons te helpen navigeren? 

‘Ook van digitale hulpmiddelen is een kaart de basis, dus als je een papieren kaart kan lezen, kan je ook beter werken met een gps. Er zijn ook mensen die er niet van houden met elektronica te wandelen en zelfs hun telefoon thuis laten. En België heeft een van de beste topografische kaarten ter wereld. Door een namiddag de kaart te bestuderen kan je heel veel leren over het landschap.’ 

2.      Hoeveel tijd heb je nodig om het onder de knie te krijgen? 

‘Het eerste hoofdstuk telt vijf bladzijden en een oefening die drie uur duurt. Dat is genoeg om de basis te begrijpen. Je hebt ook enkel een topografische kaart van je eigen buurt nodig en een heel simpel kompas. De andere hoofdstukken laten je stap voor stap nog beter kaartlezen.’ 

3.      Welke plekken in eigen land raad je aan om te gaan oefenen? 

‘In het Zoniënwoud zijn er heel veel paden en heel weinig wegaanduidingen, dat is natuurlijk ideaal. Maar eigenlijk kan je gewoon in je eigen buurt blijven. Na elk hoofdstuk staan oefeningen. Soms kan je die met potlood en papier maken vanuit je luie zetel, voor andere oefeningen moet je je wandelschoenen aantrekken. Je kan het boek puur utilitair gebruiken, maar het ook zien als een werk- en speelboek waarmee je je eigen buurt beter leert kennen.’