Veelzijdig koken met de Dutch oven

Een originele maaltijd op tafel zetten als je gaat kamperen is niet altijd eenvoudig. Mag het allemaal een beetje trager, kies dan voor koken boven een knetterend kampvuur: gezellig én lekker.

Tekst en foto’s Kelly Mortelmans

Wat is er eigenlijk ‘Dutch’ aan zo’n vuurpot? Abraham Darby, een Engelsman die in de 18e eeuw naar Nederland kwam, ontdekte er de kunst van het ijzer gieten. Gietijzer was een goedkoper alternatief voor brons en Darby nam er een patent op: zijn ‘Dutch oven’ werd geboren.  

Potten uit gietijzer, zoals die van Petromax, Qvist en Burnhard zijn robuust en hittebestendig, bieden een goede warmteopslag en verdelen de warmte gelijkmatig. Minpuntje: gietijzer is zwaar. Heel zwaar. GSI ontwierp daarom een exemplaar in geanodiseerd aluminium, die weegt minder dan de helft van zijn gietijzeren broertje. Aluminium heeft een hogere thermische geleidbaarheid en de eerste keer dat we koken in de GSI is ons stoofpotje dan ook aangebrand. Gelukkig leren we snel bij. Na de keuze van het materiaal, maken vooral persoonlijke voorkeuren het verschil. Zo kan het diepe deksel bij Petromax mét pootjes ook omgekeerd gebruikt worden als pan en door de opening past gemakkelijk een thermometer. Dezelfde opties heeft ook de kleinere JOHN!, die er nog een handige schenktuit aan toevoegt. De Wolf van Qvist waarmee we al enkele jaren koken, heeft deze leuke extraatjes niet. Alle vier hebben ze een opstaande dekselrand, wat het makkelijk maakt om er kolen op te leggen.  

Seasoning & inbranden 

Gietijzer is poreus. Voor je aan het koken gaat is het belangrijk om die poriën te vullen met olie. Doe je dat niet, dan gaat je oven roesten. In vaktermen wordt dit seasoning genoemd. Alle drie de gietijzeren ovens zijn preseasoned. De volgende stap is het inbranden, waardoor er een patina wordt gevormd dat niet alleen tegen roest beschermt maar ook fungeert als antiaanbaklaag. Bij het aluminium exemplaar is dit alles uiteraard niet nodig. 

Leer je oven kennen 

Elk recept dat je bereidt in een oven, kan ook in een Dutch oven. Je kan je pot op een gasbarbecue gebruiken, maar een open vuur is een stuk gezelliger. Dat vereist wat oefening. Ons brood is de eerste keer zwart onderaan en ook in onze stoofpot dobberen nog harde stukjes. Afhankelijk van de grootte en het materiaal van je pot en de brandstof waarmee je stookt (briketten of hout) geldt een andere gaartijd. Sommige gerechten vereisen meer onderwarmte dan bovenwarmte of omgekeerd, het vraagt dus allemaal wat fingerspitzengefühl.  

Do’s & don’ts 

Gebruik vuurvaste handschoenen en een deksellichter. Maak de oven onmiddellijk na gebruik schoon met een schraper en heet water. Gebruik hierbij nooit detergent. Laat de oven nooit te snel afkoelen en laat hem niet leeg boven een warmtebron staan. Is de oven aangebrand, gebruik dan een staalborstel en brand hem opnieuw in. Zet de pot nooit in de vaatwasser en berg hem niet nat op. Zet het deksel op een kiertje bij het opbergen, zo wordt de olie niet ranzig. 

 

Belangrijk bij je aankoop 

Formaat 

Sommige producenten drukken de maat van hun Dutch oven uit in Qt, anderen in Ft en nog anderen in liter. Qt staat voor quart of a gallon, ongeveer 950 ml. Petromax uit de maat in ‘Ft’, wat staat voor Feuertopf. Het getal erachter staat voor het aantal porties dat je in de pot kan bereiden. De meest verkochte maat is 6 of 9 qt: goed voor een gezinsmaaltijd. Kies bij twijfel voor het grotere exemplaar, roeren is dan makkelijker. 

Pootjes 

Heeft je Dutch oven pootjes, dan kan je hem rechtstreeks tussen de kolen of in het vuur zetten en komt er voldoende zuurstof onder. Hierbij moet je wel opletten dat het vuur niet te heet is. Voordeel van deze manier van koken is dat je geen driepikkel of ander ophangsysteem nodig hebt. Nadeel is dat deze potten moeilijk te gebruiken zijn in de gewone keuken. Potten met een gladde bodem kan je ook gebruiken op een gewoon fornuis.  

Gepubliceerd op donderdag, januari 14, 2021 door Kelly Mortelmans

Delen