Landenfiche Duitsland

Update april 2023

Duitsland heeft een rijke geschiedenis en een indrukwekkende natuur. Cultuur en natuur zijn in balans en zelfs industriële gebieden als het Ruhrgebied hebben een mooie groene kant. En voor de kampeer- en camperliefhebber zijn er de meer dan 150 aantrekkelijke themaroutes, waarvan de Wijnroute veruit de bekendste is.

Kamperen in Duitsland

De kwaliteit van Duitse campings is over het algemeen zeer goed, maar in het oostelijk deel van Duitsland zijn er nog campings met voorzieningen van geringe kwaliteit.
Wildkamperen in de vrije natuur is niet toegestaan, maar misschien is een ‘Naturcampingplatzeen fijn alternatief. Dat is een milieuvriendelijke camping met aandacht voor natuur en rust.
Overnachten met de camper aan de straat en op reguliere parkeerplaatsen, ook langs snelwegen, is toegestaan voor maximaal 24 uur.

Reis- en voertuigdocumenten

  • Een geldig paspoort of een geldige identiteitskaart, geen visum.
  • Minderjarige kinderen hebben een eigen identiteitsbewijs (Kids-ID) nodig en minderjarigen reizend zonder hun ouders of voogd hebben het best een toestemmingsformulier (in Duits en Nederlands) bij zich, alhoewel dit niet echt verplicht is. 
  • Belgisch rijbewijs bestuurder(s).
  • Een B-sticker op het voertuig is niet vereist, de landcode op de kentekenplaat is voldoende. Heeft de kentekenplaat geen landcode (aanhangwagen, fietsendrager, oude nummerplaat), dan moet wel een B-sticker aangebracht worden.
  • Indien het voertuig niet op eigen naam staat, bijvoorbeeld een leaseauto, laat dan door de eigenaar een machtiging opstellen en ondertekenen, bij voorkeur in meerdere talen.
  • Verzekering en groene kaart: zowel voertuig als caravan/aanhangwagen +750 kg MTM moeten desgevallend verzekerd zijn, de groene kaart telt als bewijs.

 

Verkeersregels

Enkele belangrijke verkeersregels, die soms (licht) afwijken van de Belgische:

  • Duitsland kent een rijbewijs met strafpunten: elke gebruiker van Duitse wegen, ook met een buitenlands rijbewijs, kan strafpunten toebedeeld krijgen. Als een plafondwaarde wordt bereikt, kan dat leiden tot een tijdelijk rijverbod (Fahrverbot) in Duitsland.
  • Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0.5 promille, maar voor bestuurders die minder dan twee jaar het rijbewijs hebben of jonger zijn dan 21 jaar, geldt een absoluut alcoholverbod.
  • Kinderzitje, zitverhoger of gehomologeerd insnoersysteem voor kinderen is verplicht tot 1,50 meter lengte, of 12 jaar.
  • In principe is er voor personenauto’s geen snelheidslimiet op Duitse snelwegen, tenzij een verkeersbord anders aangeeft.
  • De weekend-rijverboden voor zwaar vervoer en voor voertuigen die een aanhangwagen trekken zijn nooit van toepassing op privéritten voor sportieve of recreatieve doeleinden. De rijverboden gelden dus niet voor bijvoorbeeld een camper of een bestelwagen met een caravan of vouwwagen erachter.
  • Een voldoende veilige afstand houden t.o.v. je voorligger is in Duitsland zeer belangrijk, en wordt door de politie streng gecontroleerd. Voor het berekenen van de juiste minimumafstand in meter tussen jouw auto en de auto voor je, deel je de snelheid waarmee je rijdt door twee (men noemt dit de ‘halber Tacho’). Dus als je bijvoorbeeld 100 km/h rijdt, moet je ten minste 50 meter afstand houden. Omgerekend in tijd is dat, ongeacht de snelheid, een tussenafstand van 2 seconden. Bij gladheid, slecht zicht of een slecht wegdek moet je een nog grotere afstand bewaren ten opzichte van de auto voor je.
  • Veilig inhalen van fietsers: als automobilist of motorrijder moet je bij het inhalen van een fietser, voetganger of iemand op een elektrische step binnen de bebouwde kom een zijdelingse afstand van minstens 1,50 m en buiten de bebouwde kom een zijdelingse afstand van minstens 2 m aanhouden. Deze afstanden gelden ook als een fietser zich op een fietspad bevindt.
     
  • Voorrang: in Duitsland wordt niet met haaientanden, maar met een dikke onderbroken streep aangegeven dat je voorrang moet verlenen aan bestuurders op de andere weg.
  • Op bergwegen heeft stijgend verkeer voorrang op dalend verkeer, maar op smalle bergwegen wordt verwacht dat het voertuig dat het gemakkelijkst kan uitwijken of terugrijden, voorrang verleent.
  • Verkeer op de rotonde heeft voorrang (zie borden).
    Opgelet: sommige rotondes zijn zo ingericht dat je niet van rijstrook moet/kan wisselen. Je moet voor het oprijden van de rotonde meteen de juiste rijstrook kiezen ifv welke richting je op de rotonde uit wil.
  • In het geval van file op auto(snel)wegen en andere wegen met minstens 2 rijstroken in de rijrichting moet je, buiten de bebouwde kom, steeds een centrale doorgang voor de hulpdiensten (zgn. ‘rettungsgasse’) vrijlaten tussen de rijstroken.
  • Een bus die zijn knipperlichten gebruikt, mag je pas voorbijrijden wanneer hij volledig stilstaat, en dat moet stapvoets. Ook als je zo’n bus uit de andere richting voorbijrijdt, moet je stapvoets rijden.
  • Bussen die binnen of buiten de bebouwde kom met linkerrichtingaanwijzer ingeschakeld hun parkeerplek verlaten, hebben voorrang.
  • Er bestaan speciale fietsstraten (Fahrradstrassen) waar alleen fietsers mogen rijden, tenzij een aanvullend onderbord iets anders aangeeft, zoals bvb. Kfz-Verkehr frei (gemotoriseerd verkeer toegestaan) of Anlieger frei (bewoners toegestaan).
    Net als in België mogen die andere voertuigen de fietsers echter niet inhalen of hinderen en mogen ze bovendien niet sneller rijden dan 30 km/h.
    Dergelijke straten worden aangeduid met een wit vierkant bord met daarin een blauwe cirkel met een witte fiets met daaronder de tekst Fahrradstraße.
     
  • Een inhaalverbod voor vrachtwagens geldt ook voor campers met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg.
  • Motorrijders mogen tijdens files niet tussen de auto’s inhalen.
  • Het is verboden op de linkerrijstrook te rijden met blijvend je linkerrichtingaanwijzer aan. Dit wordt beschouwd als agressief gedrag, net zoals knipperen met je grootlichten om vrije doorgang af te dwingen.
  • Op snelwegen met drie of meer rijstroken mag de linker rijstrook alleen gebruikt worden door voertuigen die minimaal 100 km/u kunnen en mogen rijden, dus o.a. geen personenwagens met caravan.
     
  • In een beschermd natuurgebied (groene driehoek met tekening van een dier) is het verboden om te parkeren.
  • Een rood rechthoekig bord betekent dat je de standlichten van je geparkeerde auto moet inschakelen.
  • Langs een witte zigzaglijn aan de rand van de rijbaan mag je niet parkeren of stilstaan.
     
  • Ritsen is verplicht waar twee rijstroken samenkomen; dit betekent dat de auto op de invoegende ristrook langzaam doorrijdt tot het einde van zijn rijstrook en daar pas invoegt. De auto's die al op de doorgaand rijstrook zijn moeten ter hoogte van de versmalling om beurten een voertuig laten invoegen.


Rijden in winterse situaties van sneeuw en smeltende sneeuw, gladheid door ijs of rijp

  • Winterbanden op alle wielen van het trekkend voertuig (dus niet op aanhangwagen of caravan) zijn dan verplicht, evenals voldoende ruitensproeiervloeistof bijhebben. 
    De banden moeten voorzien zijn van een sneeuwvloksymbool en 3 bergtoppen, maar ook banden met alleen de aanduiding M+S die vóór 1 januari 2018 zijn gefabriceerd, worden tot 30 sept 2024 nog als winterband aanvaard.
    Als je in winterse omstandigheden zonder winterbanden rijdt, riskeer je een boete, maar als je bovendien een verkeersopstopping veroorzaakt omdat de zomerbanden onvoldoende grip hebben op het wegdek, kan de boete hoger zijn. En als je bij winterse omstandigheden op zomerbanden rijdt en een ongeval veroorzaakt, kan dat worden beschouwd als grove nalatigheid.
    De maximumsnelheid van de winterbanden kan lager zijn dan van de gewone banden, en die staat met een lettercode op de zijkant van de band vermeld. Als deze maximumsnelheid van de winterbanden lager is dan die van de auto, moet op het dashboard binnen het blikveld van de bestuurder een sticker aangebracht worden met daarop de maximumsnelheid van de banden.
  • Sneeuwkettingen (in metaal, maar evengoed toegelaten zijn deze in kunststof of zgn sneeuwsokken) kunnen door een bord worden verplicht; de maximumsnelheid is dan 50 km/h. 


Bij panne of pech

  • Stop op een veilige plek, het liefst in de berm of op de vluchtstrook, zo ver mogelijk naar rechts.
  • Zet je alarmlichten aan en plaats de gevarendriehoek (verplicht) op 200 m (autosnelweg), 100 m (gewone weg) of 50 m (bebouwde kom) achter je voertuig. Duitse voertuigen met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg moeten in het donker of bij slecht zicht ook een draagbaar geel knipperlicht op het dak plaatsen.
  • Doe een veiligheidshesje aan, ook je passagiers. In Duitsland is het gebruik van zo’n hesje niet verplicht, maar wel sterk aangeraden. In Duitse auto's moet minstens één veiligheidshesje aanwezig zijn.
     

Bijzondere regels voor caravans en aanhangers

  • Je moet twee wielkeggen meenemen voor een caravan of aanhangwagen van meer dan 750 kg MTM.
  • Een auto met een caravan of aanhanger mag op autosnelwegen met drie of meer rijstroken in één richting niet op de meest linkse rijstrook rijden, tenzij dat noodzakelijk is om links af te slaan.
  • Speciale borden kunnen de toegang voor voertuigen met caravan of aanhanger verbieden of voorbehouden.
  • Tempo 100-ontheffing: om met auto en caravan maximaal 100 km/u te mogen rijden i.p.v. de verplichte 80 heb je een ‘tempo 100-ontheffing’ nodig, die je verkrijgt na een speciale keuring van je caravan (of aanhangwagen). Zie www.dekra.be/nl/tempo100/
    Tijdens de rit a 100 km/u moet je wel nog steeds aan de voorwaarden van de ontheffing voldoen; de max. ouderdom van de banden bvb mag maximaal 6 jaar zijn; de politie durft dat controleren.
     

Verplicht/verboden in de auto

  • Gevarendriehoek, veiligheidshesje en verbanddoos (met daarin, sedert 2022, mistens 2 mondmaskers - ook in niet-coronatijden!). 
  • Auto’s met caravan of aanhanger: minstens 2 wielkeggen verplicht aan boord.
  • Het gebruiken van apparatuur met signalering voor vaste flitspalen of trajectcontroles (zoals navigatieapparatuur, telefoons, tablets) is verboden. De functie voor flitspaalsignalering moet op deze apparaten worden verwijderd. Uiteraard mag ook een tool die de mobiele controles aangeeft en radardetectieapparatuur niet.
  • Een gsm in de hand houden tijdens het rijden, maar ook bij het stilstaan voor rood of in de file, is streng verboden.



Snelheidsregels

Snelheidsbeperkingen
algemene regels

Binnen bebouwde kom (*)

Buiten bebouwde kom

Wegen met gescheiden rijbanen en 4 rijstroken

Autosnelwegen

Personenauto's, bestelauto's, campers, toegestane maximummassa < 3.500 kg 

50

100

130 (richtsnelheid, geen maximum!)

130
(richtsnelheid, geen maximum!)

moto's 50 100 130
(richtsnelheid, geen maximum!)
130
(richtsnelheid, geen maximum!)

Campers > 3.500 kg < 7500 kg htm

Campers ≥ 7500 kg htm

50

50

80

60

100

60

100

80

Personen-/bestelauto's, toegestane maximummassa < 3500 kg met aanhangwagen/caravan

50

80

80 (uitgez. tempo 100-ontheffing)

80
(uitgez. tempo 100-ontheffing)

Bij mist, sneeuwval of zware regen met 50 m of minder zicht is de maximumsnelheid overal 50 km/h.
(*) In steeds meer steden worden snelheidsbeperkingen tot 30 km/u (soms 40 km/u) ingevoerd. Let op de borden.

De verkeersborden lijken sterk op de Belgische.
Let wel:
Als een verkeersbord met een maximumsnelheid een onderbord heeft waarop Werktags met een tijdsperiode wordt vermeld, geldt deze maximumsnelheid ook op zaterdagen (Werktags betekent van maandag tot en met zaterdag).
Als een maximumsnelheid niet in het weekend geldt, vermeldt het onderbord Mo-Fr.
Het begin van de bebouwde kom (max. 50 km/u) is een geel bord met de plaatsnaam.
Een rond blauw bord met een witte snelheidsaanduiding (bijvoorbeeld 30) geeft een verplichte minimumsnelheid aan.

Praktisch ter plaatse


Douanebepalingen:
Er zijn beperkingen in de toegestane hoeveelheden alcohol en tabak die je als toerist mag invoeren, zie IATA
Bij terugkeer in België: zie de brochure Wijs op Reis van FOD FInanciën.


Tol in Duitsland
De wegen in Duitsland zijn tolvrij, m.u.v. voertuigen zwaarder dan 7.500 kg MTM, zij moeten op snelwegen wel tol betalen. Deze tol wordt geheven met behulp van een elektronische tolbadge. Voor meer informatie: toll-collect.de. Zware campers zijn echter vrijgesteld van deze tolheffing. 

Voor de Herrentunnel in Lübeck en de Warnowtunnel in Rostock moet tol betaald worden. Zie voor informatie en tarieven: herrentunnel.de en warnowtunnel.de.
 

Milieustickers & Milieuzones

In veel Duitse steden en in bijna het gehele Ruhrgebied heb je een zogenaamde Umweltsticker of Umweltplakette nodig, verplicht voor alle voertuigen (ook elektrische!) die de milieuzone willen binnenrijden. De zones zijn dan aangeduid met borden 'Umweltzone'.
Dat geldt echter nooit op doorgaande wegen of ringwegen, ook niet in het Ruhrgebied.
Auto’s met een Europese gehandicaptenkaart zijn vrijgesteld, net als oldtimers (in Duitsland: auto's ouder dan 30 jaar). Leg in dat geval een kopie van je inschrijvingsbewijs als oldtimer achter je voorruit.

Er zijn twee categorieën stickers: groene en gele. De kleur die wordt toegekend hangt af van de uitstoot van je auto. Ook dieselauto’s met een retroroetfilter - dit is een achteraf ingebouwde roetfilter - kunnen nog in aanmerking komen voor een milieuvignet. Neem in dat geval extra de factuur van je roetfilterplaatsing bij de hand voor het typegoedkeuringsnummer als je een milieusticker wil kopen.
Een groene sticker is vereist voor toegang tot de zone. De vroegere rode stickers worden nergens nog toegelaten, de gele enkel nog in Neu-Ulm.
Je kleeft de sticker rechtsonder aan de binnenkant van je voorruit.
Waar er milieuzones zijn ontdekt je op deze officiële site. Ook de website Milieustickervoorduitsland.be helpt je aardig op weg.

Waar en hoe aankopen?
Let op, er zijn sites die de stickers aanbieden voor 31,95 euro of meer! In de webshop van VAB koop je ze aan 15 euro voor leden, 20 euro voor niet-leden: webshop.vab.be/nl/vignetten.; ook bij milieustickervoorduitsland.be kun je eenvoudig en vlot de sticker kopen aan een scherpe prijs. 
In Duitsland zelf zijn ze te koop bij garages, gemeenten en TÜV-keuringsstations. Voor aankoop van de sticker is het kentekenbewijs van je auto nodig. Aan de hand van de gegevens (oa bouwjaar, htm, soort motor) wordt automatisch bepaald welke sticker je kan krijgen.


Zones met dieselverbod

Naast de milieuzones mogen de steden ook verdergaande maatregelen nemen tegen dieselvoertuigen. Steden kunnen zelf bepalen welke de minimaal vereiste euro-emissienorm is en welke voertuigen - bijvoorbeeld alleen vrachtwagens (Duits: LKW, Lastkraftwagen) - geweerd worden. Deze regelingen zijn dus niet uniform, ze verschillen van stad tot stad.
Een dieselverbod geldt ook voor buitenlandse voertuigen en de milieusticker is in die zones nooit van toepassing.
De milieuclassificatie (emissienorm of euronorm) van je voertuig vind je op je inschrijvingsbewijs, je voertuigdocumenten of is op te vragen bij je garage. 
In sommige steden worden ook sterk vervuilende benzinevoertuigen geweerd in de zone waar een dieselverbod geldt.
Zoals de regelingen stad per stad verschillen zullen ook de eventuele vrijstellingen stad per stad verschillen; vaak worden bvb gehandicapten vrijgesteld. Zie de voorwaarden op de website van de betreffende gemeente. Ook de wijze van handhaving van het verbod verschilt per stad. Meestal worden steekproefsgewijs voertuigdocumenten gecontroleerd.
Steden met dieselverbod-zones worden ter plaatse steeds aangegeven met een verbodsbord en onderbord.
Hier zie je deze 'Lokale Durchfahrtsverbote/-beschränkungen' per stad. 
Het Duitse Umweltbundesamt actualiseert deze site, maar is afhankelijk van de informatie die door de plaatselijke overheden wordt verstrekt. Het kan dus voorkomen dat nog niet alle zones erop vermeld zijn.
Tot nu toe hebben 4 steden een dieselverbod in enkele straten/wijken ingesteld: Hamburg, Darmstadt, Stuttgart & München.
Wellicht zullen nog steden volgen maar concrete plannen zijn nog niet bekend.
Informeer je vooraf of blijf in geval van twijfel uit de zone. 


Pechhulp

Op de autosnelweg kan je via de praatpaal gratis de ‘Strassenwachthilfe’ oproepen.
Bij panne elders bel je de hulpdienst van ADAC op +49  89 20 20 4000 of ACE Pannenhilfe op tel. +49 711 530 34 35 36.
Een voertuig met pech langs de snelweg mag je niet zelf repareren, je moet je laten helpen of wegslepen door de pechdienst. 
Een bestuurder mag dus bijvoorbeeld ook geen lamp vervangen of een band verwisselen. Het voertuig moet te allen tijde worden weggesleept naar een veilige plek.

Bij een ongeval met aanzienlijke schade of lichamelijk letsel, moet je het alarmnummer 112 (ziekenwagen en brandweer) of 110 (politie) bellen. 
Bij een aanrijding met beperkte blikschade volstaat het uitwisselen van gegevens.
Als je echter als buitenlander betrokken bent bij een dergelijke aanrijding, wordt aangeraden altijd de politie te bellen op nummer 110.


Tanken in Duitsland

  • Benzine E5, Euro 95 loodvrij met max 5% ethanol (Super 95, Super E5, Super 95 E5, Super 95 Oktan, Super bleifrei, Superbenzin of E5 Eurosuper) is goed verkrijgbaar, alsook loodvrije Superplus 98 met octaangetal 98 en met max 5% ethanol (Super Plus 98/98 Oktan).
  • Benzine E10 (Super 95 E10/Super E10) met octaangetal 95 en maximaal 10% bio-ethanol wordt naast E5 (Super) op grote schaal verkocht. Bekijk vooraf of je auto op E10 benzine kan rijden op www.petrolfed.be/nl/veelgestelde-vragen/95-e10-gebruiken; indien niet tank je het best Super 95/Super E5.
  • Diesel B7 met max. 7% biodiesel is goed verkrijgbaar.
  • LPG (Autogas/Flüssiggas) is goed verkrijgbaar en wordt langs de weg aangegeven met borden. Zie mylpg.eu voor een overzicht. Je hebt een standaardaansluiting met een Europanippel (acme) nodig.
  • Aardgas (CNG/ Erdgas) is redelijk verkrijgbaar, zie cngeurope.com.
  • Elektriciteit: de laadpunten bevinden zich het meest in en rond de steden, langs snelwegen en in het midden en westen van het land.
    Het netwerk van openbare laadpunten is nog niet volledig dekkend en het reizen met een elektrische auto vergt dus planning en voorbereiding. Zie chargemap.com of openchargemap.org.

Brandstofprijzen

De brandstofprijzen aan de pomp kunnen schommelen: tussen 20 en 22 uur zijn de prijzen vaak het laagst, terwijl ze later op de avond en 's nachts tussen 23 en 8 uur meestal het hoogst zijn.
Over het algemeen zijn de brandstofprijzen bij tankstations die iets verder van de Autobahn liggen, aanzienlijk lager dan de prijzen bij tankstations direct aan de Autobahn zelf. 
Bij een Autohof, dit is een wegrestaurant met tankstation en grote parkeerplaats voor vrachtwagenchauffeurs, gelegen langs een afrit van de Autobahn, kan meestal goedkoper worden getankt dan bij een gewoon tankstation of een Raststätte, dit is een wegrestaurant direct langs de Autobahn. Volg de borden met 'Autohof' langs de Autobahn.
De prijs van brandstof verschilt soms ook aanzienlijk per aanbieder. Kijk voor tankstations met de laagste prijzen in de buurt of in een bepaalde plaats op bijvoorbeeld clever-tanken.de of gebruik de app clever-tanken.de. Ook bij Adac vind je een zoekfunctie voor het vinden van de goedkopere tankstations in de buurt. 
Omdat de Duitse overheid de transparantie van brandstofprijzen voor verbruikers wil bevorderen, vind je op bundeskartellamt.de een lijst van goedgekeurde websites waarop je brandstofprijzen kan vergelijken.

Noodnummers

  • algemeen alarmnummer 112, voor brandweer en ziekenwagen
  • 110: alarmnummer voor politie
  • pechverhelping ADAC +49  89 20 20 4000 of ACE Pannenhilfe +49 711 530 34 35 36.


Gezondheid & Noodsituaties

Het niveau van de gezondheidszorg is erg goed, maar ze kan duur zijn.
Je sluit het best een goede reisverzekering af. Houd er rekening mee dat soms contant moet worden betaald voor je medische zorg. Neem bij hospitalisatie of specialistische zorg daarom direct contact op met de alarmcentrale van je mutualiteit.
Neem steeds voor jezelf en je reisgenoten een Europese ziekteverzekeringskaart (EZVK) mee op reis. Je kan ze aanvragen bij je ziekenfonds. Op deze EZVK staat ook het telefoonnummer van de alarmcentrale van je mutualiteit.
Met deze kaart heb je recht op noodzakelijke medische zorg bij ziekte of een ongeval tijdens je verblijf en weten ziekenhuizen, huisartsen, apothekers en andere zorgverleners dat hun rekening betaald wordt door je mutualiteit. Soms is het daardoor niet nodig om geld voor te schieten.

In geval van ernstige nood (ongeval, arrestatie, sterfgeval, …) én wanneer je geen andere hulplijnen beschikbaar hebt kan je contact opnemen met het Belgisch Ministerie van Buitenlandse Zaken, telefoonnummer: +32 (0)2 501 81 11. Je kan ook vooraf je buitenlandse reis melden bij travellersonline.diplomatie.be om in geval van plaatselijke problemen vlot bijstand van de Belgische overheid te krijgen.
Voor informatie en eventuele ondersteuning ter plekke kan je ook terecht bij de Belgische Ambassade in Duitsland, Jägerstrasse 52-53, 10117 Berlijn, T: +49 30 206 420 of T: +49 173 954 88 81 - Noodnummer buiten de openingsuren.
Email: Berlin@diplobel.fed.be; website: België in Duitsland | Ambassade en Consulaten van België in Duitsland (belgium.be)
Alle contactgegevens van onze ambassades en consulaten in het buitenland, alsook die van de ambassades en consulaten in Brussel vind je op diplomatie.belgium.be.

Neem speciale geneesmiddelen in ruim voldoende mate mee (in de originele verpakking), en maak zelf een reisapotheek met reguliere geneesmiddelen.
Reizigers die geneesmiddelen gebruiken die onder de Opiumwet vallen (zoals bepaalde slaapmiddelen, ADHD-middelen en sterke pijnstillers), moeten voor deze geneesmiddelen een zogenaamde Schengenverklaring bij zich hebben. Reizen met deze geneesmiddelen zonder verklaring is strafbaar. Op http://www.travellikeapro.be/mag-mijn-medicatie-zomaar-mee-op-reis/ lees je welke geneesmiddelen onder de Opiumwet vallen en hoe de verklaring kan worden aangevraagd. Deze verklaring is 30 dagen geldig na de opgegeven ingangsdatum. Vraag de verklaring minimaal 2 weken voor vertrek aan.

Andere gezondheidsadviezen:
Let op teken/tekenbeten bij het wandelen of kamperen in de natuur, want deze kunnen de ziekte van Lyme overbrengen.
In Duitsland komt ook tekenencefalitis voor, dat is een hersenontsteking veroorzaakt door een virus dat kan worden overgebracht door teken. Van april tot november zijn de teken het actiefst en is het risico om deze ziekten op te lopen het grootst. Tekenbeten vermijden is dus van groot belang.
Je kan je tegen die encefalitis laten vaccineren, wat wordt aangeraden bij langer verblijf in de natuur.
Omdat encefalitis ook kan worden overgedragen via rauwe melk van koeien, schapen of geiten, wordt geadviseerd geen producten te gebruiken die zijn gemaakt van rauwe melk, zoals sommige kazen bvb. 


Je huisdier in Duitsland:

  • Duitsland is een hondvriendelijk land. Op de meeste campings is een hond welkom, maar hij moet aangelijnd blijven.
  • In het hoogseizoen mag de hond niet op het strand. Er zijn echter veel speciale hondenstranden die duidelijk worden aangegeven. Ook bij de meren in Duitsland gelden vaak dezelfde regels.
  • In alle restaurants mag een hond mee naar binnen, tenzij anders aangegeven.
  • In de bossen mag je hond vrij rondrennen. Pas wel op voor jagers.
  • Een hond of kat heeft een EU-dierenpaspoort nodig, verkrijgbaar bij de dierenarts. Dit paspoort bevat naast een beschrijving van het dier, de naam en het adres van de eigenaar, het registratienummer van de chip en het bewijs van inenting tegen rabiës. Er is ook ruimte in het paspoort voor een gezondheidsverklaring en andere behandelingen of inentingen.
  • Honden en katten moeten ten minste 21 dagen voor de reis ingeënt zijn tegen hondsdolheid (rabiës). De geldigheidsduur is afhankelijk van de richtlijnen van de fabrikant van het vaccin (1-3 jaar). Let op: de chip moet ten laatste de dag van de inenting tegen rabiës zijn ingebracht.
  • Er zijn in Duitsland geen verplichte aanvullende behandelingen nodig, en honden en katten hoeven niet in quarantaine.In Duitsland geldt geen algemeen verbod voor bepaalde hondenrassen, maar sommige rassen of kruisingen ermee mogen niet langer dan 4 weken op vakantie in Duitsland verblijven: pitbullterriër, American Staffordshire terriër, Staffordshire bulterriër, bulterriër. En sommige deelstaten hanteren een eigen, aanvullende lijst verboden hondenrassen, zie www.zoll.de.
    Honden die zwaarder zijn dan 20 kg en een schofthoogte hebben van meer dan 40 cm moeten altijd aangelijnd zijn. Je moet een muilkorf bij je hebben. 
    De regels over de aanlijn- of muilkorfplicht kunnen per deelstaat verschillen. Meer informatie vind je op www.anwalt.org  (zoek op 'maulkorbpflicht').​
  • Jonge dieren: alle pups en kittens die meegenomen worden naar Duitsland moeten ingeënt zijn tegen rabiës. Doordat deze vaccinatie pas kan vanaf de leeftijd van 12 weken en de wettelijke wachttijd na vaccinatie 21 dagen is, mogen dieren jonger dan 15 weken niet ingevoerd worden.  
  • In Duitsland moet het huisdier op een veilige manier vastgezet zijn in de auto. Dat betekent: een kooi, bench, gordel of speciaal dierenzitje. De kooi of bench moet stevig verankerd worden, liefst dwars op de rijrichting. Bij dierenwinkels zijn autogordels voor dieren te koop: een tuigje met een riem die je in de bestaande gesp van een autogordel klikt. Het dier heeft nog wel genoeg bewegingsruimte om van houding te veranderen. Voor honden en katten tot 10 kilogram zijn er dierenzitjes te koop die zo hoog zijn dat de dieren naar buiten kunnen kijken. De zitjes worden bevestigd aan de gordel of de isofix-beugels voor kinderzitjes. Combineer dit met een veilig tuigje en de hond kan niet gelanceerd worden; laat je dier goed aan dit zitje wennen.  

Alle info over met je dier op reis: www.licg.nl/vakantie-dier-gaat-mee/

 

Terug naar het overzicht van de landenfiches



Let op! Pasar stelde deze informatie met de meeste zorg samen vanuit diverse bronnen en is niet aansprakelijk voor enige onvolledigheid of onjuistheid, evenmin als voor de gevolgen daarvan. Bronnen: EU, VAB, TOURING, AUTOGIDS, ANWB, ADAC, NKC, ACSI, diverse toeristische diensten