In de Baai van de Somme

Dit is een verhaal over rust. Leegte, maar dan schone leegte. Geen leegte zoals in eenzaamheid of gemis. Nee, leegte in de betekenis van ‘rust’. Ook op de fiets. De zalige leegte die je voelt als je net gewonnen hebt van de wind. Een leegte die je vermoeide beenspieren gelukkig maakt, na het krachtig stampen tegen de elementen. Leegte en vissers. En boeren. En Victor Hugo, die komt ook langs, om de leegte te vullen.

Tekst en foto’s Thomas De Boever

2

Ik geef het toe: dit was niet meteen de meest opbeurende inleiding voor een verhaal over fietsen. En toch: de schoonheid van leegte en rust hebben we gevonden aan de Somme, deze eens van bloed doordrenkte rivier, die wonderlijk meandert in de richting van het kanaal, met een hinterland dat niks te maken heeft met de vreselijke drukte van deze hedendaagse wereld. Toch niet in de koudere seizoenen… In de zomer is het hier anders. Dan heerst de drukte. En het eindeloze getater van de vele toeristen. Die zijn er nu niet. Op sommige plaatsen is er zelfs niemand. Da’s niet altijd even gemakkelijk voor een reisjournalist. Niemand om mee te praten. De rijen huizen op de dijk, allemaal met de rolluiken potdicht. Wonderlijk mooi. De hele zee voor mij alleen. Prima zo.

We arriveren op een vrijdagavond, later dan gepland, voortgestuwd door de wind. Ons verblijf is in het Hôtel Restaurant du Cap-Hornu. Het ligt idyllisch aan de rand van Saint-Valery-sur-Somme. Nog voordat we uitstappen, worden we in de auto al omarmd door de stilte en de rustgevende duisternis van deze regio. De wind jaagt een ziltige regen voort, een subtiele herinnering aan de nabijheid van de zee, op slechts honderd meter afstand.

 

Dag 1: Van Cap-Hornu naar Ault & terug

De volgende ochtend lijkt de wind de regen grotendeels te hebben verdreven. We beginnen onze eerste dag met een tocht die ons langs de kustlijn naar Ault leidt, het verste punt van onze reis. Eerst stoppen we bij Cap-Hornu, waar ons hotel naar vernoemd werd. Hier genieten we van het uitzicht op de Baai van de Somme, vaak omschreven als een van de mooiste baaien ter wereld. Aan de overkant ligt Le Crotoy, waar we overmorgen naartoe gaan. Onze tocht start bij knooppunt 13, aan de rand van Saint-Valery-sur-Somme. Tegen de wind in trappen we naar onze eerste stop in Le Hourdel, een smal gehucht in Cayeux-sur-Mer. We hopen er zeehonden te spotten. Gedreven door deze verwachting trappen we stevig door op het fietspad langs knooppunten 40 en 41, tot aan de vuurtoren bij knooppunt 43. Dit pad is grotendeels gescheiden van de weg, een verwende ervaring voor fietsers in deze regio. We parkeren onze fietsen bij de vuurtoren en wandelen de duinen in. Helaas horen we geen geblaf; de zee duwt de Somme te ver landinwaarts, waardoor er geen zandbanken zijn die als rustplaats voor de zeehonden kunnen dienen. Je hebt geluk nodig om ze te spotten… Vogelliefhebbers? Die hebben hier altijd geluk, want het wemelt van de vliegende dieren. Dit is echt een vogelreservaat.

Met Victor Hugo

De kracht van de zee en het wisselen van de getijden die hier zo sterk zijn, doet me een eerste keer denken aan Victor Hugo. De Franse schrijver bezocht de streek rond Saint-Valery-sur-Somme meerdere keren. Hij dacht er diep na over de relatie tussen mens en natuur en de weerspiegeling van het verleden in het hedendaagse landschap. Deze reizen waren voor hem een rijke bron van inspiratie voor zijn literaire werk. Ik begrijp de man wel. Als je hier staat, word je bijna vanzelf ingetogen. Zeker in dit seizoen. Fietsen en wandelen zonder de geur van zonnebrandolie, hier en nu, is een totaal andere ervaring,

We vervolgen onze weg langs het strand, passeren overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog en voelen af en toe het zeewater in ons gezicht. Zo dicht rijden we tegen de branding aan… De route biedt een prachtig uitzicht en een gevoel van rust, met maar weinig andere wandelaars in de buurt. Ook zij lijken soms te verdwalen. Stenen en strandzand knarsen onder onze wielen, terwijl de dijk van het verlaten Cayeux-sur-Mer snel onder ons doorrolt. In deze badplaats lijkt de Belgische betonkust ver weg. Echte hoogbouw ontbreekt. De houten promenade van Cayeux-sur-Mer en de 400 strandcabines zijn het paradepaardje van de badplaats, in de zomer toch. Ze dateren uit de tijd van het 'zeebaden', eind 19de eeuw, in de Belle Epoque. Het strandtoerisme kwam hier in zwang rond deze periode. Dankzij nieuwe uitvindingen zoals de trein, daalden Parijzenaars af naar deze plek om van de zee te genieten. De bloeitijd van kunst en cultuur aan het einde van de 19e eeuw heeft overal zijn sporen achtergelaten, maar het is met name de bouwstijl die de levendigheid van deze periode benadrukt.

Het land in

Vanaf knooppunt 45, aan het einde van de dijk, rolt de route landinwaarts. Aan onze rechterkant speelt de zee verder met de duinen. We gaan iets dieper de poldergrond in, waar de kleuren veranderen van overwegend blauw en grijs naar bruin en groen. Boeren nemen het over van vissers. De akkers zien er, zelfs nu in de winter, vruchtbaar en gezond uit. Het parcours is zacht glooiend, nergens echt vlak. Maar wees gerust, je hoeft geen ervaren klimmer te zijn om hier te genieten. De polderlandschappen zijn eindeloos. Al is de benaming 'polderlandschap' technisch gezien niet correct. Niet alles is hier ingepolderd, aangezien sommige akkers te hoog liggen. We passeren enkele campings, een vuurtoren en nog meer Belle Epoque huizen. Die paar huizen gaan snel over in een stadje waar het kronkelend omhoog en omlaag gaat. Je moet hier wel in de remmen om te kijken, te ruiken en te genieten. De bleke rotsachtige formaties die opduiken achter Ault, het stadje waar we nu zijn, lijken dramatische grilligheden te vormen langs de zee. Het winterweer benadrukt deze confrontatie nog meer. We zoeken verder door de doodse straten en vinden een restaurant dat open is. De zaak zit bomvol. Ik had het kunnen weten. Fransen verstoppen zich het liefst in restaurants. Ook hier is de zee in al haar glorie aanwezig, maar dan op het bord. Oesters, schaaldieren, vis en natuurlijk wijn. Neptunus in Frankrijk, zo voelt het.

De zeelucht schudt ons weer wakker. Na deze maaltijd moeten we nog even op de tanden bijten en tegen de wind in stampen. Ons keerpunt ligt niet zo ver meer, enkele kilometers voorbij Ault, aan het Bois de Cise. Het lijkt wel het Knokke van deze streek. Grote huizen, opnieuw uit de Belle Epoque, staan er tussen de loofbossen. We keren om en nemen de wind mee in de rug; het keerpunt van deze lus ligt op 30 km van de start. De lus neemt ons nu dieper het binnenland in. We fietsen meer op de weg, niet op een fietspad gescheiden van de straat. Dat was deze ochtend fijn: zelden moesten we de baan delen met autoverkeer. Maar ach, ook nu valt het mee; het binnenland is qua verkeer zeer rustig. Alleen een eenzame tractor verspert af en toe de baan. Maar de boer is rustig en vriendelijk. Is het de zeelucht? Hij laat ons vlot passeren. De kuststrook is bezaaid met kleine dorpen en gehuchten. Het lijkt alsof de tijd er heeft stilgestaan.

 Terug naar de middeleeuwen

Fietsen in deze streek is zalig, maar ook een wandeling door Saint-Valery-sur-Somme is een must voor elke bezoeker. Die wind in de rug bracht ons sneller dan verwacht naar deze middeleeuwse stad. Ze is vernoemd naar Valery van Leuconay, een monnik die in de 7e eeuw in dit gebied leefde en wiens relieken bewaard worden in de lokale kerk. De geschiedenis van dit kuststadje gaat ver terug in de tijd. De stad heeft verschillende middeleeuwse monumenten, waaronder de kerk van Saint-Valery, die oorspronkelijk uit de 12e eeuw dateert, en de overblijfselen van middeleeuwse stadswallen. En natuurlijk laat hier ook de Belle Époque haar sporen achter.

Victor Hugo bezocht Maritiem Picardië, de naam van de streek waarin Saint-Valery-sur-Somme ligt, meerdere keren en vond daar inspiratie voor zijn gedicht Océano Nox. Hij werd bijzonder geïnspireerd door de historische en natuurlijke elementen van de regio, zoals de ‘door noordenwind en de maan getekende oude gevel van de kerk van Saint-Vulfran in Abbeville’. Ook de imposante kliffen van Ault en Saint-Valery-sur-Somme maakten diepe indruk op hem en hielpen de rijke thematiek van zijn poëzie vorm te geven. Overal waar je kijkt, of het nu in de kern of het oude stadsdeel van Saint-Valery is of aan de kliffen en stranden in de buurt, begrijp je wat deze man moet hebben gevoeld. Het spelen van de krachten van de zee laat geen twijfel bestaan. Zij is de baas.In tegenstelling tot de wat sombere Victor, voelen wij geen melancholie. Integendeel, we genieten volop!

Dag 2: Vallei van de Somme

De volgende ochtend verplaatsen we ons richting Abbeville, een kleine verplaatsing met de auto. Zo’n 25 km landinwaarts. We parkeren bij het station en gaan op zoek naar ‘Le Chemin du Halage’, een jaagpad of weg langs een kanaal of rivier, oorspronkelijk gebruikt voor het trekken van schepen. We moeten dus op zoek naar de Somme, want dat is de rivier waar het hier om gaat. Als we wegfietsen van het station, richting de Somme en het centrum van de stad, valt meteen de gotische kerk op, bekend als de Collégiale Saint-Vulfran d'Abbeville. Deze stad heeft een rijke geschiedenis, dat kunnen we zien aan de grootsheid van dit religieuze gebouw.

Reizen door de tijd

We starten bij knooppunt 8 met optellen en gaan door tot nummer 15, waarbij we steeds de Somme volgen. We fietsen hier een deel van de Véloroute Vallée de Somme, een 125 kilometer lang fietspad dat de Baai van de Somme verbindt met Abbeville, doorloopt tot Amiens en eindigt in Péronne. Vandaag zullen we slechts 25 km fietsen, heen en terug, met een kleine lus aan het einde. De weg doet me denken aan de Vlaamse fietspaden langs bijvoorbeeld de Leie. Het landschap zelf vertoont gelijkenissen, maar is hier wat meer verlaten. Dit is echt rustig fietsen, waarbij je het tempo van de stroom volgt… tegen de stroom in. Langs de weg zijn een aantal pareltjes te vinden, zoals de ruïne van het 13de-eeuwse kasteel van Eaucourt-sur-Somme. In de zomer worden hier activiteiten georganiseerd, maar nu zijn er alleen de raven die voor een schouwspel zorgen. Het stuk dat wij volgen, rechts van de rivier als je stroomopwaarts fietst, heeft bijna geen bebouwing. Regelmatig wordt deze onbebouwde kant verbonden met een brug naar de bewoonde wereld, een wereld met kleine dorpen, gezegend door Maria. We bollen verder en genieten van de natuur. We laveren door het Marais de Long en Longpré-les-Corps-Saints, een moerasgebied bekend om zijn grote plassen en vele vogelsoorten. Het blijft vreemd hoe een landschap zo kan veranderen, zo dicht bij de zee. Het einde van deze tocht voert ons naar een stukje technologische geschiedenis. De Centrale Hydro-électrique de Long, geopend in 1903, is nog steeds functioneel en is een symbool voor het glorieuze verleden van het dorp Long. Deze historische waterkrachtcentrale werd in de loop van de tijd is omgebouwd tot een museum en illustreert hoe de gemeenschap heeft geprofiteerd van lokale natuurlijke hulpbronnen. Bezoekers kunnen de centrale bezichtigen en meer leren over de geschiedenis en de werking ervan, althans dat is wat er beloofd wordt. Maar nu, in de winter, is het bijzonder stil. We keren terug naar Abbeville langs dezelfde weg. Niet erg. Deze natuurpracht kan twee keer worden aanschouwd zonder te vervelen.

Moe, maar tevreden

Terug bij het station van Abbeville gaan we met de auto over de Somme richting Fort-Mahon-Plage, waar we de nacht zullen doorbrengen in Hôtel Restaurant La Terrasse. We genieten van het avondeten in dit charmante restaurant. De sfeer en uitstraling van dit hotel hebben de tand des tijds doorstaan. Tot onze verrassing zijn we niet de enige gasten in de eetzaal; een ander koppel zit ook aan tafel. Het eten wordt met uiterst enthousiasme geserveerd. Opnieuw staat de zee centraal op ons bord. Hier is kreeft de koning en wij zijn vermoeide, maar tevreden gasten.

Dag 3: Fort-Mahon-Plage naar Le Crotoy

De vermoeide maar charmante indruk die het hotel op ons naliet, blijkt door te wegen in de rest van Fort-Mahon-Plage. De toeristen van de Belle Époque kozen na de Tweede Wereldoorlog voor andere, warmere badplaatsen en dat deed de tijd hier stilstaan. De opwarming van de aarde brengt nu langzaam een verschuiving in de keuzes van toeristen terug naar koelere plekken teweeg. Dat creëert nieuwe kansen voor het toerisme in deze streek.

We fietsen de stad uit. De eerste kilometers van deze lus zijn eerder teleurstellend. Mooi aangelegde fietspaden, dat wel, maar de charme van de omgeving zie je niet meteen, al is die er wel. Na het passeren van een golfbaan, een groot vakantiepark en enkele wijken, komen we vanaf knooppunt 47 in een aantrekkelijker stuk natuur terecht, dat duidelijk door boerenhanden is gevormd en gekoesterd. Van hieruit tot aan Le Crotoy maakt het landschap, dat steeds speelser wordt, het aanvankelijk teleurstellende begin van onze rit ruimschoots goed.

Feels like home

We voelen ons thuis, want deze natuurpracht zou net zo goed in Vlaanderen kunnen liggen. De te fietsen gedeeltes zijn heerlijk vlak, niet zo vermoeiend zoals op de eerste dag. De overvloedige regen heeft zijn sporen nagelaten. De zon breekt door en toont ons een wijds en bijna onbebouwd stuk Frankrijk. Het eindpunt ligt vandaag aan de tegenovergestelde kant van Saint-Valery-sur-Somme. Le Crotoy, aan de westelijke oever van de baai, staat bekend om zijn uitgestrekte zandstranden en levendige kustsfeer. Het is een favoriete bestemming voor strandliefhebbers en watersporters. De stad heeft een ontspannen en moderne uitstraling, met fijne restaurants, bars en winkels langs de kustlijn. Terwijl Le Crotoy moderniteit en strandplezier belichaamt, staat Saint-Valery-sur-Somme voor geschiedenis en authenticiteit. Het is maar hoe je het verkiest. Historie kom je ook op de terugweg tegen. In de namiddag komen we langs Rue, een tegenwoordig rustig provinciestadje, dat in de 13e eeuw een bruisend centrum was, vooral beroemd om de Abdij van Saint-Pierre, een indrukwekkend gotisch kloostercomplex uit die tijd. Tegenwoordig is de imposante kerk, die er nog steeds staat, een blikvanger. Deze kerk valt op door haar unieke architectuur en is rijkelijk gedecoreerd met schitterende glas-in-loodramen en verfijnde beeldhouwwerken. Maar ons treft deze middag, achter de monding van de Somme, vooral weer de natuurpracht en de stilte die hier heerst. Aarzel niet, ondanks de scherpe winterkou, de gestage regenval en de onstuimige zee. Durf je in dit betoverende landschap te wagen, zelfs in de winter. Trotseer de kou, de regen en de zilte zeewind, spring op je fiets en laat je lach de winterse somberheid verdrijven. Denk aan de woorden van Victor Hugo: 'De lach is de zon die de winter van het gezicht verdrijft.’

Trekt het, om zelf te gaan fietsen in de baai van de Somme? Praktische info en fijne adresjes vind je in de handige reiswijzer via www.pasar.be

De Sommebaai in 5 fietsroutes

  1. Du Cap-Hornu naar Ault

    Net geen 30 km langs de kust, met de ruisende zee op de achtergrond.

    Knooppunten: 13-40-41-43-44-45-58-37-38-59-60-61- 66
     

  2. Van Ault naar Du Cap-Hornu

    De terugtocht is net iets langer, 32 km, met een tussenstop in Valéry-sur-Somme.

    Knooppunten: 66-61-60- 59-38-37-56-55-54-53-80-82-32-37-28-27-39-51-50-52-12
     

  3. Abbeville-Long

    Een rit van 27 km door de vallei van de Somme, om eindigen in het charmante stadje Long met het kasteel, de oude – nog werkende! - hdydro-elektrische centrale en het sluishuis, waar je de sterke stroming van de zee kan zien.

    Knooppunten: 8-9-10-11-12-13-14-74-71-88-73-88-71-15-14
     

  4. Fort-Mahon-Plage naar Crotoy

    Via het Vélomaritime knooppuntennetwerk kan je de noordelijke kant van de Sommebaai ontdekken, van Fort-Mahon-Plage naar Crotoy, een rit van bijna 23 km.

    Knooppunten: 39-45-42-47-48-54-56-55-60-61-79-84-83-81
     

  5. Crotoy naar Fort-Mahon-Plage

    Over de terugrit naar Fort-Mahon-Plage doe je langer. Die 34,4 kilometers nemen je mee door een stukje Franse geschiedenis, met de oude kapellen, een belfort én het museum van de broers Caudran, pionniers uit de tijd van de eerste vliegtuigen.

    Knooppunten: 81-83-84-77-76-75-71-70-69-63-53-52-51-49-46-18-19-45-39

10 x Victor Marie Hugo

  1. Franse schrijver, geboren in 1802, vooral bekend om Les Misérables en Notre-Dame de Paris. Het verhaal van Quasimodo en Esmeralda werd in 1996 door Disney verfilmd als De bultenaar van de Notre-Dame.
  2. Dat laatste boek heeft eigenlijk  de Parijse kathedraal als hoofdpersonage, Victor Hugo schreef het om de kathedraal te redden van verval.
  3. Les Misérables is een van de langste verhalen uit de literatuur: 365 hoofdstukken en 1900 pagina’s lang… En is ondertussen de langstlopende musical in het Londense West-End.
  4. In 1822 trouwde hij met zijn jeugdliefde Adèle Foucher, maar dat hield hem niet tegen om er een hele reeks minnaressen op na te houden. Hij had een stevige reputatie als rokkenjager.
  5. Zijn allereerste verhaal Han d’Islande werd gepubliceerd in 1823.
  6. Victor Hugo was niet alleen een schrijver en dichter, maar kon ook fantastisch tekenen. In de loop van zijn leven maakte hij meer dan 4000 tekeningen in zijn kenmerkende zwart-witte stijl, gedetailleerde illustraties vaak.
  7. Zijn vader was een Napoleontische generaal, hij had twee broers: Abel en Eugène.
  8. De Franse schrijver leefde 15 jaar in ballingschap, van 1855 tot 1870, onder het bewind van Napoleon III. Een deel daarvan bracht hij in Brussel door, toen een cosmopolitisch toevluchtsoord voor kunstenaars en radicale denkers.
  9. Victor Hugo schreef in zijn blootje, dat hielp volgens hem om een writers block te voorkomen. Hij mocht van zichzelf pas zijn kleren weer aantrekken als hij genoeg geschreven had voor die dag.
  10. Zijn tachtigste verjaardag werd gevierd door heel Frankrijk, hij stierf als nationale held op 22 mei 1885 in Parijs.

 

Deel je ervaring

Contact

Adres en contactgegevens

Over Pasar

Onze organisatie en onze missie

Ontdek de Pasar-afdeling in jouw buurt

Pasar heeft 290 afdelingen; wij zijn dus altijd dicht bij jou in de buurt!

Pasar is er voor jou

Ontdek onze ledenvoordelen

  • Op vakantie met het gezin of in groep? Overnachten in hotels, vakantiewoningen of op camping? Als lid krijg je exclusieve Pasar-kortingen.
  • Fan van fietsen of wandelen, in België of het buitenland? Als lid heb je toegang tot alle wandel- en fietsroutes uitgeschreven en getest door Pasar.
  • Reisinspiratie thuis en onderweg dankzij onze magazines (Pasar, Campertijd, de Kampeergids en de Kampeerwijzer), ook beschikbaar op tablet.
  • Bespaar op je verzekering! We bieden je voordeeltarieven op verzekeringen voor camper en caravan.
  • Gratis of met korting deelnemen aan activiteiten van de Pasar-afdeling in je buurt maar ook de Pasar-kampeerclubs, gps- en elektrische fiets-afdelingen.
Twee vrouwen lezen een kaart op een stadsplein
Vertel ons wie je bent en ontdek een lidmaatschap op maat van jouw interesses!